M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Monicagate werd een massagraf van reputaties
Door COEN VAN ZWOL
Flynt hoefde maar te roepen dat zijn blad Hustler over de affaires en de telefoonseks van Bob Livingston ging publiceren, en de beoogde speaker van het Huis van Afgevaardigden bungelde al. Waarmee de Republi[-]keinen ook zelf te kennen geven dat het hun niet gaat om meineed, de rechtsstaat, de grondwet, de opvoeding van de jeugd en al die andere grote woorden waarmee ze de afzettingsprocedure tegen president William Jefferson Clinton rechtvaardigen. Het gaat gewoon over seks. Zelden stond Amerika erger te kijk dan dit jaar. Monicagate groeide uit tot een massagraf van reputaties. De serieuze pers liet zich gijzelen door roddelrubrieken, commentatoren en politici sloegen week in, week uit de plank volledig mis en de hoofdrolspelers lieten zich van hun meest karikatu[-]rale kant zien. Bill Clinton als kleffe wezel, Newt Gingrich als warrige ideoloog, Kenneth Starr als geobsedeerde chaoot, Henry Hyde als pompeuze clown. En natuurlijk Monica Lewinsky. Verwend, verwaand, naïef-berekenend, egocentrisch, neurotisch. Jaarlijks marcheren honderden van dat soort stagiaires door Washington zonder sporen na te laten. Maar Monica realiseerde haar droom: de interesse wekken van de Big Creep. Die wist op zijn beurt dat hij met vuur speelde. Half Washington loerde op een misstap: onderzoeksjournalisten, detectives op de loonlijst van de 'enorme rechtse samenzwering', raadslieden van Paula Jones die wilden aantonen dat Clinton een semi-verkrachter was, onafhankelijke aanklager Kenneth Starr, gefrustreerd door tegenwerking van het Witte Huis. En natuurlijk de Republikeinen, die diep in hun hart geloofden dat ze in 1994 een culturele revolutie hadden ontketend en dat Bill Clinton die van hen had gestolen. Clinton vond het wel spannend het lot te tarten, zo suggereert het Starr-rapport. Met zijn onderkoelde toon en zijn rijkdom aan details leest dat als een psychologische roman, adembenemend in zijn alledaagsheid. Het gefriemel in de gang bij het Oval Office, steeds met het gevaar dat er iemand binnenkwam. Het tongzoenen voor een raam, de ogen halfopen om niet door een tuinman te worden betrapt. Pak me dan, als je kan, fluisterde Clinton. Zo'n spelletje loopt altijd verkeerd af. De zuidelijke sloddervos had het beter acht jaar netjes kunnen houden, zoals hij zich had voorgenomen. Maar Monica kon kennelijk iets dat hij moeilijk kon weerstaan. Bill speelde halfverstrooid wat met haar voordat hij ontdekte dat ze geen speelgoed was, maar liefde, aandacht en ejaculaties eiste. Bill probeerde haar te lozen, Monica ontpopte zich tot stalker en chanteur. Ze jammerde, schranste haar verdriet weg en toonde haar mensenkennis door haar hart uit te storten bij haaibaai Linda Tripp. De rest is geschiedenis. Het enige constante element in de crisis was de publieke opinie. Die had geen last van de scherpe stemmingswisselingen die de politieke klasse en de media beheers[-]ten. In januari werd al duidelijk dat men Clinton dit schandaal zou vergeven. Hoe pijnlijker de onthullin[-]gen en hoe verder de president in het nauw raakte, des te hoger stegen de waarderingscijfers. Het deftige Britse Economist, veelgelezen in Washington, kan dat nog steeds niet bevatten. Deze zomer leidde het blad de lynchpartij met kreten als 'Wanted: Bill Clinton' en 'Just go!'. Foutje, geeft het blad nu toe, om daarna te memoreren dat ook president Nixon op het volk kon rekenen, totdat zijn medewerkers voor de rechter verschenen en de publieke opinie radicaal omsloeg. Dat kan Bill Clinton ook gebeuren, stelt het blad. Het vergeet daarmee het onderscheid tussen misdadig en stout. Bij Watergate werd stap voor stap duidelijk dat Nixon een criminele samenzwering leidde, in het geval van Bill Clinton werd al snel duidelijk dat hij misschien weer ondeugend was geweest. En daar kijkt niemand echt van op.
|
NRC Webpagina's
31 DECEMBER 1998
BlablibloblaKerst!
|
Bovenkant pagina |