M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Canal+ doet niemand kwaad
RAYMOND VAN DEN BOOGAARD
De toon is met zo'n titel wel gezet, en het verhaal lijkt op vele andere verhalen in de Nederlandse pers over deze betaalzender: veel bittere opmerkingen over sportrechten - alsof Canal+ zich deze wederrechtelijk heeft toegeëigend - en over de vele porno die er te zien zou zijn. Porno houdt de vaderlandse mediajournalistiek kennelijk érg bezig: er verschijnt nauwelijks een verhaal over Canal+ waarin die vijf onnozele pornofilms per week niet een centraal thema vormen. De invalshoek is vaak de onbewezen suggestie dat Canal+ in Nederland wel zo'n beetje mislukt is, en het jaar 2000 niet zal halen. Alle argumenten, of vage citaten van ex-werknemers, zijn goed als ze bijdragen tot de algehele strekking dat betaal-tv niks is en niks zal worden. Deze heftigheid tegen televisie-ondernemerschap stak voor het eerst in alle hevigheid de kop op, toen een paar jaar geleden de voetbalzender Sport7 werd opgericht. De exploitanten van deze, na enkele maanden weer gesloten, zender meenden achteraf dat vooral negatieve publiciteit hun bedrijf om zeep had geholpen. Negatieve publiciteit was er zeker, geïnitieerd door de in zijn belangen bedreigde publieke omroep in Hilversum, die in zijn berichtgeving traditioneel weinig terughoudendheid betracht, als men meent dat de eigen positie in het geding is. Of die publiciteit op zich echter de oorzaak was van de ondergang van Sport7, is de vraag. Het voornemen van de uitbaters om van elk kabelhuishouden vijf gulden per maand te vragen, ongeacht de vraag of er in dat huishouden voetballiefhebbers waren, was geen wonder van commerciële strategie en klonk als gedwongen winkelnering. Achteraf, moet je constateren, hebben de eigenaren van Sport7 televisie een slechte dienst bewezen: betaal-tv raakte bij het publiek in een slechte reuk. Canal+ doet niemand kwaad. Je kunt er iets in zien of niet, je kunt er een abonnement op nemen of niet, je kunt de programmering bewonderen of niet, en je kunt het desgewenst weer opzeggen. Ik zou persoonlijk zeggen dat de kwaliteit van het gebodene wat aan de matige en kleurloze kant is. Maar dat is nog geen reden om hier Canal+ te behandelen op de rellerige toon waarop dat deze week in de VPRO-gids gebeurt. Er is ook geen externe aanleiding toe: het zou alleen maar mooi zijn als er een bloeiende abonneezender zou bestaan, die bijvoorbeeld als co-financier van Nederlandse films zou kunnen optreden. Die stupide verontwaardiging over betaal-tv is een teken van achterlijkheid. In de landen om ons heen wordt op grote schaal geïnvesteerd in televisie en aanverwante media: betaal-tv, digitale boeketten, themazenders etc. In Nederland is het aantal initiatieven uiterst bescheiden, en zou dat wel eens kunnen blijven zolang er in de media zo'n antistemming blijft bestaan. Nederlanders zijn geenszins vies van geld en zakendoen - nooit geweest ook, en ze worden het steeds minder. Maar ojee als het om televisie gaat: politici die de werkloosheidsuitkeringen het liefste door een commerciële onderneming laten verstrekken, ontpoppen zich als beschermers der armen als de kabelexploitant het abonnement met twee kwartjes wil verhogen. En de zakenman die met televisieprogramma's geld wil verdienen, ziet zijn werkzaamheden in krant of blad beschreven op een toon als was hij een vervaardiger van kinderporno.
|
NRC Webpagina's
18 NOVEMBER 1998
Een hoekje voor het verleden
|
Bovenkant pagina |