|
|
Zie ook: Profiel Balkan
Lente in Kosovo: UÇK Het verslagen gewaande UÇK veert in de laatste weken van mei op. Om de Albanezen te bestrijden, moeten de Serviërs hun verspreid opgestelde pantserwagens, tanks en artillerie concentreren. Maar dat gaat niet zolang de luchtvloot boven Kosovo cirkelt. Gevolg is dat de actieradius van de politie en de paramilitairen beperkter wordt. Vanaf half mei, zegt sergeant-majoor Zoran, wordt het platteland van Kosovo niet meer zo systematisch schoongeveegd. `Dorpen werden overgeslagen, zelfs als we wisten dat het UÇK er zat.' Ramush Haradinaj, de UÇK-commandant van west-Kosovo, zegt dat hij in maart vijfhonderd man heeft. Dat aantal slinkt. Er vallen doden en gewonden, versterkingen worden niet aangevoerd. `We volgden de strategie van de schaar. Doel was de verbinding tussen eenheden tijdelijk te verbreken.' Een echte bedreiging vormt dat niet: de grote wegen blijven in Servische handen. Maar aanvallen op ge›soleerde posten nemen toe. Een UÇK-commandant: `Eerst durfden mijn mannen niet aan te vallen. Ze waren bang. Later ging het beter. De laatste drie weken hebben we onophoudelijk gevochten.' De ontvolking van Kosovo levert het UÇK volgens schattingen van het Pentagon tienduizend nieuwe recruten op, een verdubbeling van de omvang. Ze worden in kampen in Noord-Albanië getraind. Kosovo-Albanezen uit de diaspora sturen geld of komen zelf vechten. Bij de berg Pastrik, even ten westen van de stad Prizren, loopt een levenslijn naar Albanië die de hele oorlog openblijft. Vanaf eind april verbetert ook de samenwerking tussen de NAVO en het UÇK. Bij Kukës assisteren Britse en Amerikaanse speciale troepen de Albanezen met training, materieel en proviand. UÇK-commandant Fatmir Lima: `Tussen de Amerikanen en ons groeide een stille overeenkomst. Wij waren hun vooruitgeschoven post.' UÇK-commandanten in Kosovo geven informatie over Servische troepenbewegingen door aan hun hoofdkwartier ter velde. Die bellen dat per satelliet-telefoon door, eerst naar hun leiders in Tirana, later direct naar Brussel. Het UÇK fungeert zo als `forward air controller' van de NAVO; de NAVO als luchtmacht van het UÇK. Eind mei probeert het UÇK de corridor bij berg Pastrik vast in handen te krijgen. De Servische generaal Lazarevic zegt op 26 mei dat deze Albanese invasie `het begin van de grondoorlog is'. Een Servische overmacht omsingelt de UÇK'ers. Wesley Clark wil de berg niet in Servische handen laten vallen. Mocht het tot een grondoorlog komen, dan kan de NAVO de corridor nog goed gebruiken. Op 7 juni vallen B52-bommenwerpers de Servische stellingen aan. `Het was een slachting', zegt Lima. `Meer dan 200 Servische soldaten kwamen om.' Het bombardement heeft plaats op de dag dat de onderhandelingen tussen de NAVO en het Joegoslavische leger over de terugtrekking vast zitten. Daarna komen die weer snel op gang. In Brussel wil spin doctor Allistair Campbell groots uitpakken met deze overwinning. Jamie Shea blokkeert dat: hij betwijfelt of de schade werkelijk zo groot is. Achteraf worden nauwelijks wrakken van Servische tanks, pantserwagens of artillerie gevonden. Wel treft de NAVO in mei de Servische troepen in Kosovo steeds harder. Zo zouden op 22 mei nog slechts 40 stuks artillerie, 30 pantserwagens en 40 tanks zijn vernietigd. Op 10 juni meldt men dat dat er respectievelijk 454, 222 en 122 zijn. Hoewel de Navo die schattingen later sterk naar beneden bijstelt, blijft de trend onmiskenbaar. De NAVO lijkt bezig slagveld Kosovo gereed te maken voor de invasie; de Serviërs vermoeden dat de landoorlog wel eens even stapsgewijs zou kunnen beginnen als de luchtoorlog. Lees verder: Russische bezetting
|
NRC Webpagina's 18 DECEMBER 1999
|
Bovenkant pagina |
|