|
|
Zie ook: Profiel Balkan
Lente in Kosovo: Haute cuisine Met die dreiging achter de hand krijgen de diplomaten in Rambouillet een laatste kans. De besprekingen staan onder leiding van de Franse en Britse ministers van Buitenlandse Zaken, de Amerikanen doen een stap terug. Een trojka voert de onderhandelingen: Christopher Hill namens de Verenigde Staten, Wolfgang Petritsch namens de Europese Unie en Boris Majorski namens Rusland. Onderling hebben die ook nogal wat te bespreken. Met name over de vredesmacht voor Kosovo, die KFOR wordt gedoopt. De Britten en Amerikanen willen een vergaand mandaat en een stevige NAVO-bijdrage, Rusland en in mindere mate Frankrijk een zacht mandaat. Rambouillet moet een `Europees Dayton' worden. De delegaties mogen het jachtslot niet verlaten, contacten met de pers zijn uit den boze. Hermetisch van de buitenwereld afgesloten dienen ze in deze diplomatieke snelkookpan na twee weken een vredesplan te tekenen. Anders dreigen voor Joegoslavië bombardementen en voor de Albanezen een internationaal isolement. Het elegante jachtslot ontbeert evenwel de Spartaanse, half dreigende sfeer van de luchtmachtbasis bij Dayton. De Serviërs krijgen de derde etage van het kasteel, de Albanezen de tweede, de onderhandelaars zitten in een bijgebouw. Een traiteur brengt dagelijks haute cuisine uit Parijs. De eerste vijf dagen consumeren de deelnemers 300 flessen rode wijn, 76 flessen witte wijn en 8 flessen cognac. De Serviërs vragen om een piano. Dankzij de mobiele telefoon is van een isolement nooit sprake. `Iedereen zat steeds mensen van buiten te bellen en om advies te vragen', zegt een hoge Amerikaanse functionaris. `Tijdens Dayton was de tirannie van de mobiele telefoon nog niet zo wijdverspreid.' Als op de laatste dag Christopher Hill met de Albanezen praat, gaat er opnieuw een telefoon over. Hill ontsteekt in woede. ,,Dit gaat over jullie toekomst. Niemand kan jullie iets belangrijkers vertellen dan ik'', foetert hij. Dan pas worden de telefoons voor het eerst tot zwijgen gebracht. De Serviërs willen niet in één zaal zitten met `terroristen' van het UÇK. Daarna dineert men apart. Zo blijft het; de troika snelt met stapels documenten trappen op- en af. Shuttle-diplomatie met korte reistijden. Slechts een keer zitten de partijen om één tafel, als de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright op bezoek komt. Een half uur lang lezen de partijen harde verklaringen voor. Amerikaanse spin doctors presenteren het als een doorbraak. Wel zijn er onderlinge pesterijen. De eerste week houden de Serviërs de Albanezen vaak met gezang uit hun slaap. Op de laatste nacht zakken de Serviërs opnieuw door. Het Albanese delegatielid Rexhep Qosja, schrijver, verdiept zich dan maar in The open society and its enemies van Karl Popper. Eerder heeft de correspondent van de Servische krant Politika UÇK-leider Thaçi gefotografeerd terwijl die door de tuin wandelt en geroepen dat Thaçi eraan gaat. Thaçi wil hem te lijf gaan, maar wordt overgehaald zich te beperken tot een woedende persconferentie. De Serviërs zijn niet van plan te onderhandelen met een pistool op hun slaap. Het is een veeg teken dat Milosevic in Belgrado blijft; echte beslissingen worden dus niet in Rambouillet genomen. Milosevic stuurt een delegatie onder leiding van Ratko Markovic, de jurist die in 1989 de constitutionele annexatie van Kosovo regelde. Later neemt de Servische president Milutinovic het heft in handen. De Serviërs hebben verder alle nationaliteiten van Kosovo in hun delegatie opgenomen: Albanezen, Turken, Gorani, Slavische moslims, zigeuners. Daarmee hoopt Belgrado aan te tonen dat de Albanese delegatie niet namens Kosovo spreekt. `De Regenboogcoalitie', worden ze spottend genoemd. Tegenover het gesloten front van Milosevic' inner circle staat een verdeelde Albanese delegatie. De schaduw-president Ibrahim Rugova is in een machtsstrijd verwikkeld met het UÇK van de 29-jarige Hashim Thaçi. Tussen deze polen bevinden zich politici die zich onlangs van Rugova hebben afgekeerd. Het UÇK heeft ook interne problemen. Grote afwezige in Rambouillet is Adem Demaci, de `Nelson Mandela van Kosovo'. Hij heeft 28 jaar in de cel gezeten wegens separatisme. Omdat de top van het UÇK uit jongemannen bestaat, die vrezen niet voor vol te worden aangezien, hebben ze ouderen als Demaçi naar voren geschoven. Hij zal zich ontpoppen als een ongeleid projectiel. De UÇK'er komen direct uit de heuvels. Ze zijn onervaren en wantrouwend. Ze weigeren ongewapend naar Rambouillet te gaan omdat ze bang zijn voor Servische aanslagen. De Amerikaanse diplomaat Shaun Byrnes vindt een oplossing: de strijders mogen gewapend naar het vliegveld van Pri´stina, daar moeten ze hun munitie inleveren. UÇK-leider Thaçi arriveerde in uniform op het vliegveld, in zijn auto telt een medereiziger vier pistolen en een automatisch geweer. Na enig geharrewar met de Joegoslavische douane vertrekt de delegatie naar Frankrijk. In Rambouillet blijken de Franse veiligheidsmensen niet op de hoogte van de afspraken. Als delegatielid Jakup Krasniqi door de metaaldetector loopt, gaat het alarm af. De Franse bewakers nemen hem apart: `Sorry, het zal uw horloge zijn.' Krasniqi graait onder zijn oksel en haalt een pistool te voorschijn. `Nee, dit is het.' Paniek volgt. De UÇK'ers geven hun wapens af. De Albanezen stellen op de eerste dag de onderlinge verhoudingen vast. `De Amerikanen hielden ons voor: verdeeldheid naar buiten toe verzwakt jullie positie', zegt Rexhep Qosja. Er wordt een presidium gevormd, bestaande uit Rugova, Thaçi en Qosja. Thaçi is de leider, Rugova legt zich neer bij een ondergeschikte rol. Een aanwezige schetst de sfeer als `uiterst vijandig'. Wel weten Albanezen hun vetes binnenskamers te houden. Lees verder: Onaangenaam
|
NRC Webpagina's 18 DECEMBER 1999
|
Bovenkant pagina |
|