|
|
Zie ook: Profiel Balkan
Lente in Kosovo: Shape De `Quint' praat over de algemene strategie, niet over details. Dat blijft een zaak van de militairen. Opperbevelhebber Wesley Clark zet op NAVO-hoofdkwartier Shape in het Belgische Mons de lijnen uit. Onder zijn collega's is hij impopulair: ze vinden hem tezeer een politicus. Clark is een `micro-manager', die van alle details op de hoogte wil zijn. Tijdens Allied Force brengt hij 95 procent van zijn tijd op Shape door. Als hij naar buiten moet, heeft hij een laptop waarop hij alle vliegbewegingen kan volgen. In de kelder van zijn chateau zijn dezelfde communicatie-faciliteiten aangelegd als op het hoofdkwartier, zodat Clark tot diep in de nacht kan doorwerken. De laatste weken van Allied Force oogt Clark uitgeput. Zijn dag begint om 5 uur, wanneer hij baantjes trekt in zijn zwembad. Om 8 uur leidt hij een `deskside-briefing' met zijn internationale staf. Daar wordt besproken hoe de luchtcampagne verloopt en neemt men de doelenlijst van de komende 72 uur door. De generaals van de grote landen nemen de lijsten mee voor hun leiders. Om 9 uur volgen gesprekken met commandanten in het veld. Om 9.45 begint het serieuze werk, een videoconferentie met louter Amerikaanse generaals: USA-only. Die conferentie duurt anderhalf uur. Vanaf begin april mag een deel van Clarks staf erbij zitten. `Daar werden de taken echt uitgezet', zegt een hoge militair. Binnen het Amerikaanse kamp bestaan ook meningsverschillen. De ijzervreter Michael Short wilde op de eerste dag al massieve aanvallen op Belgrado, stroomcentrales, bruggen over de Donau: op `de kop van de slang'. Short toont minder begrip dan Clark voor de smalle marges van coalitie-oorlogsvoering. De veiligheid van zijn `kids' - de piloten - gaat boven alles. En van één kid in het bijzonder. Zijn zoon Chris vliegt tijdens Allied Force veertig missies in een trage A-10 en overleeft een treffer van een Servische raket. Short begrijpt niet dat Montenegro op Frans en Italiaans aandringen wordt ontzien - de landen hopen zo de pro-westerse president Djukanovic in het zadel te houden. De Serviërs doorzien dat en concentreren een groot deel van hun luchtmacht en raketten op het Montenegrijnse vliegveld van Podgorica. Short meent dat zijn flank daardoor wordt bedreigd: Montenegro ligt op de aanvliegroute vanaf Italië. Later in de campagne is Short ontevreden omdat de campagne zich steeds sterker op de Servische troepen in Kosovo richt. Verspilling van dure munitie vindt hij die aanvallen op losse tanks en geschut, die ook nog vaak dummies zijn. Dat is een klassiek luchtmacht-versus-leger conflict. Short denkt Milosevic met bombardementen alleen op de knieën te kunnen dwingen, Clark gelooft dan dat een invasie in Kosovo op termijn onvermijdelijk is. De aanvallen op Servische troepen in Kosovo bereiden het slagveld voor. Lees verder: Zenuwenoorlog
|
NRC Webpagina's 18 DECEMBER 1999
|
Bovenkant pagina |
|