20 december 1999
Vrijdagavond 31 december 1999 wordt door ons op een heel bijzondere wijze gevierd. Om half 4 neem ik al vrij van m'n werk. De voorbereidingen zijn bij ons thuis dan al lang aan de gang. De tafel is feestelijk gedekt, al onze 10 kinderen hebben hun beste Shabbat-kleren aan. Zodra ik thuis kom, walmt de geur van een overheerlijke kippesoep mij tegemoet. De Challes (Joods Shabbat-brood) staan al te knapperen in de oven.
Alle dingen, die ons gelukkig samenzijn zouden kunnen storen, verwijderen wij uit ons gezichtsveld. Geen radio of T.V., kranten en telefoon! We zijn helemaal voor het gezin. Iedereen trekt zijn speciale Shabbat-jas aan en gezamenlijk gaan wij naar de Synagoge in de Gerrit van der Veenstraat. Daar wordt onder gezang de vrijdagavond ingewijd in de traditioneel Joodse sfeer.
Nadat we alle synagoge-bezoekers de beste wensen hebben doen toekomen, lopen wij met z'n allen huiswaarts. Op deze speciale avond worden wij begeleid door twee engelen, die wij met een Shalom Aleichem (welkom) toezingen. Na dit welkomstlied heffen wij de Kiddoesjbeker die deze bijzondere dag heiligt als ware het de zevende scheppingsdag. Iedereen proeft van de heerlijke wijn, waarna de gevlochten broden worden opgeheven en aangesneden.
Wij kennen niet het gebruik van vuurwerk maar schenken onze daarvoor bestemde gelden liever aan goede doelen. Oliebollen hebben wij al in het midden van de decembermaand genuttigd (naar mijn mening komt de Hollandse gewoonte om op oudejaarsavond oliebollen te eten van de Joodse gewoonte om Soefganiejot (Joodse oliebollen) te gebruiken gedurende Chanoeka, het midwinter lichtfeest). Daar wij een totaal andere kalenderberekening dan de christelijke hebben - het is nu midden in het jaar 5760 anno mundi - gaan wij gewoon om 11 uur naar bed, zodat wij de volgende ochtend weer fris naar sjoel kunnen.