NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 




Overzicht eerdere
afleveringen


 TWEEDE KAMER
 STELLINGEN
 TWEEDE-KAMERLEDEN
 DISCUSSIE

Verkiezingssite

Leden van de Tweede Kamer reageren te veel op incidenten en berichten in de media

Cees van Wingerden - geen kandidaat:
,,Van de vijf mondelinge vragen op dinsdag gaan er drie over een bericht dat in de krant is verschenen. Zeker nu, zo vlak voor de verkiezingen, willen Kamerleden zich profileren. Ze laten vaak een minister opdraven voor iets waarvan ik denk 'is dit nu echt zo belangrijk?'. De media bepalen te veel de agenda. Ik ben het helemaal eens met dat voorstel van Boris Dittrich. Wie controleert nu eigenlijk de media? Zij kunnen schrijven wat ze willen, maar zij bepalen ook of en hoe wij onze mening kunnen geven.''

Agnes van Ardenne-van der Hoeven - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De pers is uit op incidenten, journalisten willen vooral boude uitspraken. Een politicus moet wel onafhankelijk van de pers kunnen opereren: hij moet zijn idealen boven de waan van de dag stellen.''

Anneke Assen - geen kandidaat:
,,Ik zit me daar de laatste maanden gruwelijk aan te ergeren. Het is wel campagnetijd, maar jeetje, het is nu echt incidentenpolitiek. Iets structureels is er niet meer aan de orde.''

Marten Beinema - geen kandidaat:
,,Sommige leden reageren inderdaad te vlug op incidenten. Maar je wordt ook wel daartoe uitgelokt door de media. Het is een wisselwerking.''

Pieter Jan Biesheuvel - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De Kamer is hijgeriger geworden, we slagen er niet in afstand te bewaren. Dat wordt versterkt door de achterban die vraagt: waarom was de PvdA er wel en het CDA niet? Het lijkt wel een rat-race af en toe.''

Ank Bijleveld-Schouten - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het aantal spoeddebatten naar aanleiding van berichtgeving in de media, alsmede het aantal Kamervragen is hand over hand toegenomen. Het is allemaal te veel op de korte termijn gericht.''

Wim van de Camp - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De vluchtigheid is veel erger dan toen ik in 1986 in de Kamer kwam. Toen zag je per week 1 camera. Nu staan er voortdurend zes camera's, met elk een staf van acht mensen. Fracties worden elkaars gevangenen, want als je ergens niet op wilt reageren zeggen ze: dan gaan we naar de VVD. En dan krijg ik weer te horen in de fractie: waarom hadden wij dat niet.''

Nancy Dankers - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Kijk bijvoorbeeld naar het aantal mondelinge en schriftelijke vragen dat wordt gesteld. Scoren in de media is belangrijk. Er is een soort onderlinge competitie tussen Kamerleden. Neem dat vragenuurtje. Mensen proberen zo lang mogelijk aan het woord te blijven, om maar in beeld te blijven. Het is niet goed voor het aanzien van politici. Ze hebben aan gezag verloren. Ze moeten zich juist inspannen om dat terug te winnen. Het gaat niet om een leuke quote. Het gaat om de inhoud van een probleem. Maar de rol van de media wordt steeds belangrijker. Neem de lijsttrekker. Hoe er tegenwoordig naar zijn uitstraling wordt gekeken. Dat wordt steeds belangrijker. Zelf houd ik me niet zo bezig met de vraag of ik scoor in de media. Ik hoor wel eens van anderen: ik zag je op het Journaal, of bij 2 voor 12, of hoe heet dat programma, 2 Vandaag. Nou dat is dan mooi meegenomen.''

Ali Doelman-Pel - geen kandidaat:
,,Het geldt ook voor mensen in de samenleving. Over elk krantenartikel willen ze je mening. Het begint soms al met een kop die niet klopt. Maar ook Kamerleden lezen iets over een onderzoek naar fraude in de bijstand en zonder na te gaan of dat wel klopt, roepen ze meteen van alles.''

Dzsingisz Gabor - geen kandidaat:
,,Dat haantje de voorste hoort er nu eenmaal bij. Onze samenleving leeft bij de gratie van informatie. Dat is onontkoombaar. Wil je niet je deel spelen in deze communicatiemaatschappij, dan pleeg je kamikaze.''

Henk de Haan - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Via de media krijg je signalen uit de maatschappij. Zonder media geen democratie. Maar vaak is het wel erg de waan van de dag. Neem de kwestie-Ouwerkerk. Dat was ernstig, maar het was ook een groot mediacircus. Nu hoor je daar helemaal niets meer over. Wiens schuld het is, van Kamerleden of van de media, dat is de kip en het ei. Ieder mens is ijdel, ik ook. Aan de andere kant word je als Kamerlid ook gedwongen om mee te doen.''

Bob Heeringa - geen kandidaat:
,,Als bepaalde onderwerpen aan de orde zijn gekomen bij NOVA, Netwerk of in de kranten, dan zie je een competitie ontstaan wie het eerst vragen stelt. Dat is nou eenmaal aan het proces verbonden, denk ik: het is belangrijk om in de picture te komen.''

Frans Josef van der Heijden - geen kandidaat:
,,Eerlijk gezegd kan ik wel genieten van publicitaire aandacht. Optreden op televisie of radio, of een goed verhaal in de krant - dat geef wel een kick als het goed loopt. Ik vind het ook een grote eer om te worden genoemd in een column van Jan Blokker. Ik ben ijdel genoeg om dat toe te geven.Maar afgezien daarvan: veel Kamerdebatten worden verziekt door de incidentgerichte aandacht die eraan vooraf gaat. Alles wordt partijpolitiek gemaakt. Alles wordt in simpele schema's geperst. Ben je voor of tegen de minister? Moet de minister weg of mag die blijven? Het probleem zit vooral bij de audiovisuele media. Je moet daar tegenwoordig steeds vaker examen doen. Dan krijg je een voorgesprek met iemand van zo'n redactie. Als je daar niet scherp en ongenuanceerd uit de hoek komt, dan nemen ze je niet. Ik had een tijdje geleden zo'n voorgesprek over de zaak-Brinkman. Dan word je uit je tent gelokt: gaat u interpelleren? Nee, zei ik, nog niet. Dus namen ze mij niet in zo'n nieuwsprogramma. En dan zit de collega Dittrich daar en die zegt heel ernstig tegen de camera: ik ga interpelleren. Televisie wordt steeds meer voorgekookt. Je moet passen in de formule van het programma en je moet zeggen wat ze willen horen. Het Journaal is wat dat betreft een ramp. Daar maken ze samenvattingen van het nieuws. Je hardste uitspraken zenden ze uit, je nuanceringen halen de eindmontage nooit. Het liefst werk ik mee aan live-uitzendingen: dan heb je geen last van dat montageprobleem.Ik heb aan het mediaspel ijverig meegedaan, dat zal ik niet ontkennen. Maar ik ben wel selectief geweest in mijn medewerking. En ik heb steeds geprobeerd inhoudelijk te blijven praten.''

Maria van der Hoeven - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het koopkrachtdebat vond plaats naar aanleiding van berichten in de media. Hetzelfde geldt voor het debat over de rellen in de Oosterparkwijk. Gelukkig maar, want we hebben de media hard nodig. Als je niet op dergelijke berichten reageert, verwaarloos je je plichten als volksvertegenwoordiger''

Gerrit de Jong - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Onlangs hebben we overleg gevoerd met Pronk over de financiële crisis in Azië. Er zaten een paar ambtenaren op de tribune en dat was dat. Maar het scheelde wel een haar of de hele wereldeconomie was in elkaar gedonderd! Te gek voor woorden, maar het hoort nu eenmaal bij de cultuur. Tegenwoordig gaat het meer om de verpakking dan inhoud.''

Alis Koekkoek - geen kandidaat:
,,Het is zo léuk om te reageren op de berichten uit de media. Daarmee kun je je profileren en dat is belangrijk. Een Kamerlid komt nu eenmaal graag in het nieuws, het hoort er gewoon bij. Trouwens, je wordt er gewoon voorgesleept, voor de camera's. Ik heb zelf redelijk veel publiciteit gekregen dankzij reacties op de media. Ik heb naar aanleiding van het debat over heroïneverstrekking aan verslaafden een fikse steen in de vijver gegooid door te zeggen dat ik dat euthanasie op termijn vond. Zo'n term blijft hangen, dat willen de mensen horen en lezen. Maar je moet wel altijd oppassen dat je jezelf niet overschreeuwt. Uitspraken over zaken als het vreemdelingenbeleid moet je op een schaaltje wegen. Er zijn partijen die het daar minder nauw mee nemen, helaas.''

Ad Lansink - geen kandidaat:
,,Enerzijds is dat waar. Anderzijds mag niet worden vergeten dat we de media nodig hebben om aan de kiezers te laten zien waarmee we bezig zijn. Het zou al heel wat zijn als Kamerleden zouden ophouden met reageren als er niks te reageren valt. Maar programma's als In de Rooie Haan vroeger en Welingelichte Kringen zijn heel belangrijk voor ons - programma's waarin je recht voor z'n raap je mening kunt geven. Aan dat soort programma's heb ik altijd met zeer veel genoegen meegedaan.''

Gerd Leers - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De Kamer en de media hebben elkaar nodig maar hebben ook een haat-liefderelatie.''

René van der Linden - geen kandidaat:
,,De pers lokt te veel incidenten uit. Wat vind je daarin terug van alle debatten en wetsontwerpen? Het zijn vaak opgeblazen conflictjes. Ook Kamerleden maken zich daaraan schuldig. De pers is de enige ongecontroleerde macht in Nederland. Ze zou een sterkere checks and balances in eigen gelederen moeten hebben. Kamerleden wordt aanzienlijk scherper de maat gemeten dan de burger. Dat is uitstekend, want je hebt een voorbeeldfunctie. Maar de pers kan ongecontroleerd schrijven wat ze wil. De pers bedrijft ook vaak politiek en meet met verschillende maten. Zie de zwanenzang van Sorgdrager: de pers was redelijk positief over de uitkomst van het Kamerdebat over de justitiecrisis, maar dat heeft gevolgen voor het rechtsgevoel van de burger. De pers moet onafhankelijk zijn. Nu heeft men second thoughts. Zelfs bladen die triomfantelijk voor Paars waren, zetten nu vraagtekens. Maar in feite is Koekkoek gewoon in de beklaagdenbank gezet.''

Jacob Reitsma - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Soms ja, vaak nee''

Ries Smits - geen kandidaat:
,,Er is een cultuur van scoren hier in huis. Veel schriftelijke vragen kunnen eenvoudig beantwoord worden; een telefoontje naar het departement is vaak voldoende. Ik doe er zelf ook aan mee.''

Gerrit Terpstra - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Ik heb nog nooit een schriftelijke vraag gesteld. Of je vindt iets echt belangrijk en vraagt een debat aan, of je doet niets. Schriftelijke vragen zijn vaak een controle of de ministers wel zijn kranten leest. En krijg je vragen in de trant van 'heeft de minister kennis genomen van een conflict in Angola?' Antwoord: 'ja'. 'Weet de minister waar Angola ligt?' Antwoord: 'ja'. Enzovoorts. Onzin dus.''

Maxime Verhagen - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,We reageren er niet te veel op, 90 procent van ons werk wordt er niet door geraakt. Bovendien: een Kamerlid moet mede dankzij de media de noodzakelijke bekendheid houden of krijgen bij de kiezers.''

Marijke Augusteijn-Esser - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er wordt te veel gereageerd op de media. Men weet dan dat er nog meer informatie moet komen, maar toch gebeurt het. Vervolgens blijft de discussie oppervlakkig. Maar ik klaag niet dat ik te veel tijd kwijt ben aan door de media opgeroepen debatten, dat valt wel mee. Als fractie gaan wij overigens prudent met het vragenuurtje om. Er zijn meer manieren om aan informatie te komen: schriftelijke vragen, via een procedure-vergadering, het aanvragen van een algemeen overleg. Zelf stel ik veel schriftelijke vragen, vaak met coalitie-genoten. In de regionale pers valt dat wel op. Die letten daar op, bellen je dan. Een krant of de regionale radio. Ik geloof wel dat Kamerleden proberen een 'profiel' te krijgen, maar is dat erg? Ik denk daar positief over. Je bent woordvoerder voor bepaalde onderwerpen, die interesseren je en daar wil je bekend mee worden.''

Bert Bakker - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het is de taak vasn een volksvertegenwoordiger alle mogelijke informatie te vertalen in gewenst beleid.''

Bob van den Bos - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,Je wordt ertoe gedwongen. Wie niet geregeld de media haalt bestaat als het ware niet voor de kiezers.''

Boris Dittrich - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het beeld dat aan incidentenpolitiek wordt gedaan is terecht. Media en Kamerleden zijn elkaars gevangenen. Ik kan zelf wel zeggen: ik reageer niet op incidenten maar als mijn collega-woordvoerders van andere partijen er wel op reageren, kan ik niet achterblijven. Doe ik dat wel dan staat in het bericht: D66 had nog geen standpunt. Dat is mij twee keer overkomen en terecht ben ik daar door de fractie op aangesproken.''

Hubert Fermina - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Een bericht in de krant alleen vind ik onvoldoende materiaal voor een Kamerdebat, want ze schrijven van alles. Als ik weer iets over migranten lees, bijvoorbeeld, dan ga ik eerst uitzoeken of het wel klopt, voordat ik er vragen over stel.''

Francine Giskes - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Publiciteit is belangrijk. We moeten als volksvertegenwoordigers wel oppassen dat we niet volksvermakers worden. Dat gevaar schuilt in het vlotjes inhaken op de incidenten.''

Thom de Graaf - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het gebeurt veel, maar te veel? Je kunt het Kamerleden ook moeilijk kwalijk nemen. Tachtig procent van de contacten met de media heeft plaats op initiatief van die media. Kun je dan als volksvertegenwoordiger weigeren? Het heeft alles te maken met de vermenigvuldiging van het aantal media. Vroeger stond er één televisieploeg om je na een debat om commentaar te vragen, nu zijn het er al snel vier. Het idee was dat er met meer media ook meer pluriformiteit zou komen, maar wat je krijgt is meer van hetzelfde. Als het RTL-nieuws iets heeft, moet de NOS het meteen ook hebben en andersom. Dan gaat Netwerk er achteraan en vervolgens komt het in Nova. Het resultaat is een jacht op commentaren. Vind ik een slechte ontwikkeling. Wat mij opvalt is dat de inhoud van het beleid steeds minder belangrijk lijkt. Er is niemand meer die een debat verslaat. Kamerleden voelen zich gedwongen daarop in te spelen door pasklare citaten in hun bijdrage aan het debat te stoppen, zodat ze tenminste op die manier de krant nog halen.''

Jan Hoekema - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Maar waar is ook dat incidenten vaak de topjes van ijsbergen zijn. Media berichten daarover, en dat is goed. Verkeerd zijn al die reacties die je binnen één minuut en liefst in twee korte zinnen moet geven.''

Hans Jeekel - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,Er zijn collega's die enorm investeren in hun contacten met journalisten. Die zitten de hele dag te bellen: zeg, ik heb een leuk ideetje, is misschien wat voor jullie. En samen doorzakken, zodat je de namen van elkaars partners en kinderen leert kennen. Dat verschaft een basis van vertrouwelijkheid, waardoor die Kamerleden vervolgens gemakkelijker toegang krijgen tot die media, ook als ze niks te melden hebben. Daar komt die ruis vandaan, al dat incidentgerichte, inhoudsloze geklets tussen politici en journalisten.''

Joke Jorritsma-van Oosten - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Sommige Kamerleden doen dat ja. En het gebeurt steeds meer nu de verkiezingen naderen. Maar het hangt heel erg van de persoon af, en van de fractie. Met name de kleinere fracties zijn daar heel goed in.''

Marijn de Koning - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,Ja, maar tegelijk ben je ook afhankelijk van die media. Je komt niet gauw zelf iets behoorlijks op het spoor.''

Ursie Lambrechts - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,De media reageren op keutels. Er is sprake van incidentenpolitiek - hapklare brokken, makkelijk te begrijpen. Soms zijn debatten ook voor de media te ingewikkeld. De media zijn voor ons het venster naar buiten. Je zou kunnen spreken van een media-democratie, mensen oordelen vaak op grond van datgene wat via de media naar buiten komt.''

Olga Scheltema-de Nie - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,We reageren wel veel op incidenten en berichten in de media, maar niet te veel.''

Pieter ter Veer - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Sommige Kamerleden maken zich daar wel schuldig aan. Hoe kleiner de partij hoe meer vragen ze stellen. Eerst waren het de schriftelijke vragen, toen de mondelinge vragen, nu wordt er steeds meer tijdens de regeling van werkzaamheden aan de orde gesteld en voeren we drie tot vier spoeddebatten per week. Die gaan vaak nergens over. Eigenlijk zouden de media daar ook eens hun afkeer over moeten uiten.''

Machteld Versnel - geen kandidaat:
,,Ze reageren vaak ondoordacht. Het ligt aan de Kamerleden. We zijn zelf verantwoordelijk, niet de media.''

Stefanie van Vliet - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Zeker naarmate de verkiezingscampagne vordert. Je bent natuurlijk wel verplicht te reageren op relevante berichten in de media, maar dat kun je ook doen met schriftelijke vragen. Je hoeft niet voor ieder wissewasje achter de katheder te klimmen.''

Jan van Walsem - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Veel onderwerpen worden ingegeven door de waan van de dag. Er is weinig discipline. In het begin viel me dat erg op. De agenda wordt zomaar, van het ene moment op het andere, veranderd. Men laat wel erg de oren hangen naar wat er in de krant staat. In de discussies ontbreekt vaak de invalshoek vanuit de praktijk.''

Jan Willem van Waning - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,Dat is waar, maar je kunt er niet onderuit. Ik ben het wat hypes betreft eens met Boris Dittrich (in zijn pleidooi voor controle op de pers, red.). Je moet de mogelijkheid hebben om te kunnen reageren als je onheus behandeld bent.''

Paul Wessels - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,Ja heel veel. In sommige gemeenten is de rondvraag afgeschaft omdat dat veel te veel tijd kost. Er zou in de Kamer een betere balans gevonden moeten worden voor het stellen van vragen.''

Gerrit Ybema - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,We bedrijven in de Kamer incidentenpolitiek op basis van berichten in de media. En het wordt steeds erger. Het vragenuurtje zou kunnen worden afgeschaft. Ik erger me rot. Het is gewoon drie kwartier gratis publiciteit en het gaat over niets.''

Eimert van Middelkoop - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het is erger dan ooit. Het functioneren in de Kamer is een marktgevecht geworden, waarin menig parlementariër zijn voortbestaan niet zeker is. D66 staat laag in de opiniepeilingen en de fractieleden zijn existentieel onzeker. De hoeveelheid zwevende kiezers is enorm. In de Kamer werken allemaal mannen en vrouwen die dit werk terecht het mooiste werk vinden dat er is.Ik vind het ongelooflijk hoe vaak GroenLinks op vrijdagmiddag, als de premier nog maar net klaar is met zijn persconferentie, vraagt om een spoeddebat. Of dat er de dinsdag daarop dan ook werkelijk komt is dan nog maar de vraag, maar Rosenmöller heeft dan al weer alle ruimte van de media gekregen. Gert Schutte en ik vragen ons wel eens af: zijn wij misschien te braaf? Moeten wij niet ook eens een beetje meer de publiciteit in? Maar ik ben er niet van overtuigd dat het echt werkt en ik zou mezelf uitlachen als ik het deed. Als je jarenlang investeert in je Kamerwerk en gedegen bijdragen aflevert, dan word je op een gegeven moment vanzelf ontdekt door de media. Ik geld nu als buitenland-specialist. Toen ik driekwart jaar lang een klimaatcommissie had voorgezeten, was ik bang dat ik als buitenlandspecialist uit beeld was geraakt. Gelukkig werd ik voor het NAVO-debat met Bolkestein toch weer om mijn visie gevraagd. De Kameragenda wordt steeds irrationeler: belangrijke zaken worden naar commissies doorgeschoven, zaken waarover de Kamer uiteindelijk niet in eerste instantie iets te zeggen heeft, worden plenair behandeld. Neem het debat over 'Groningen': de eerste verantwoordelijkheid ligt toch lokaal en dan kan de Kamer nog eens kijken of zijn er iets over te zeggen heeft. Maar nee, de Kamer springt er meteen bovenop en wat levert het dan eigenlijk op? De Kamer wordt zo steeds meer een politiek forum voor actuale kwesties en komt minder toe aan het gemeen overleg en de primaire taken: de controle en de wetgeving.''

Gert Schutte - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er wordt wel gezegd dat de zogeheten Securitel-zaak een incident was, maar dat was geen incident, daar was stelselmatig geen aandacht aan besteed. Het kabinet was zo verstandig om meteen de verantwoordelijkheid te nemen en te zeggen: dit had nooit mogen gebeuren.''

Liesbeth Aiking-van Wageningen - geen kandidaat:
,,Aan de ene kant zijn er dingen die meteen correctie behoeven. Aan de andere kant geeft het de indruk dat Kamerleden dobberen op de incidenten van het moment. Je moet eigenlijk, net als een rechter, eerst je eerste indruk verwerken, en die afwegen tegen de andere kanten van de zaak.''

Tara Oedayraj Singh Varma - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het zou enorm belachelijk zijn als je de dingen die in de krant staan, niet oppikt. Soms is er ook een mediahype. Om een hele dag te besteden aan Desi Bouterse. Soms vind ik dat journalisaten niet zorgvuldig zijn. Daar erger ik me dan aan. In mijn geval werd geschreven dat ik me bezig hield met 'stadsnomaden', maar 'stadsnomaden' en 'illegalen' is niet hetzelfde. Onzorgvuldigheid, juist journalisten moeten zorgvuldig schrijven. Maakt nu ook opmerkingen over de 'Varma'-affaire. De manier waarop NRC Handelsblad erover schreef, vond ik niet prettig. Ik heb er een naar gevoel van overgehouden. Alle andere kranten schreven over de kwestie, NRC Handelsblad ging boren bij mijn ex-vriendjes. Dat had ik niet gedacht. De krant was onbeschoft. Het lijkt hier wel de Spaanse Inquisitie of zoiets.''

Mohamed Rabbae - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De wisselwerking tussen de politiek en de media is juist zeer belangrijk. De pers controleert ook de regering. Als er bijvoorbeeld ergens een lek is dan komt iets via de media naar buiten. Omdat er steeds meer media actief zijn komen er dus ook steeds meer berichten die wij kunnen gebruiken. Soms wordt er wel eens te snel gereageerd, maar over het algemeen valt het wel mee.''

Paul Rosenmöller - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Als zich iets voordoet op een terrein waar jouw partij zich sterk profileert en je reageert niet, dan denkt je achterban: letten onze mensen in de Kamer nog wel op? Zeker als het om een incident gaat dat het gesprek van de dag in de bedrijfskantine is. Maar je moet het middel wel afstemmen op het bericht of incident; over elk wissewasje in de krant schriftelijke vragen stellen is zinloos. Overigens kun je wel eens een misser maken. Toen de Volkskrant het bericht bracht dat door de veranderingen in de WAO de meeste inkomens er op achteruit gaan, lag het voor een partij als GroenLinks voor de hand om daar iets mee te doen. Temeer omdat we toen een partijcongres hadden. Gelukkig hebben we onze reactie wat low-profile gebracht, want het bericht bleek een canard.''

Marijke Vos - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Media hebben te veel macht. Ik vind het niet goed dat zij soms de agenda bepalen. De Kamer hobbelt te veel achter de media aan. Waar hebben we het nu eigenlijk over, denk ik wel eens.''

Theo Hendriks - kandidatuur onbekend:
,,Hoe vaak je niet hoort 'voorzitter, ik heb in de krant gelezen dat...' Natuurlijk moet er kennis worden genomen van opzienbarende krantenberichten, maar het zou veel beter zijn als een Kamerlid komt met 'voorzitter, ik heb ontdekt dat...'''

Karin Adelmund - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De samenwerking tussen media en politiek is heel intensief, maar die relatie is te complex om in een enquêtevraag te behandelen. Het geldt zeker niet voor alle Kamerleden dat ze te veel reageren op incidenten in de media. Het is een klein groepje dat vaak in de media is. Je hebt trekkers en duwers nodig in een fractie. De trekkers komen vaak in de publiciteit en de duwers nooit. Maar je hebt beide types nodig.''

Mieke Burg - geen kandidaat:
,,Je moet erop reageren, je bent per slot van rekening volksvertegenwoordiger en de media zijn de spreekbuis van het volk. Het is niet de enige spreekbuis, maar wel een belangrijke. Als je niet regaeert op de media en zo de agenda bepaalt, dan doet het Kabinet het.''

Dick de Cloe - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Dan ligt er een stoeptegel scheef in Eindhoven en daar stellen sommige Kamerleden dan vragen over.''

Sharon Dijksma - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het wordt steeds erger. De media bepalen mede wat er wel of niet op de politieke agenda komt. Ik heb het gevoel dat als ik niet direct reageer op op een groot krantenartikel, bijvoorbeeld over problemen in het beroepsonderwijs, terwijl een ander Kamerlid dat wel doet, dat dan de indruk ontstaat bij mijn achterban dat ik er niet boven op zit. De media zijn verworden van verslaggever tot aangever. Probleem is verder dat de media conflict-gericht zijn. Als je een goed idee hebt, maar er is geen controverse over, dan schenken de media er geen aandacht aan. Soms word ik aan de vooravond van een debat opgebeld met de vraag of er over het onderwerp conflicten zijn tussen de coalitiepartners. Als ik dan vertel dat we een prachtige gezamenlijke oplossing hebben gevonden zeggen ze: oke, bedankt, dan doen we er niks aan. Dat heb ik in mijn tijd bij de Jonge Socialisten ook al gemerkt: de enige manier waarop wij aandacht konden krijgen voor onze ideeën was zeggen dat Kok het verkeerd deed. Je denkt toch niet dat een krant een diepgaand verhaal van de voorzitter van de Jonge Socialisten op de opiniepagina afdrukt? Alleen zodra er rechtstreekse kritiek op Kok instaat, doen ze het.''

Jaap-Jelle Feenstra - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Incidenten spelen een heel grote rol en dat is terecht. Je kunt zo'n situatie als in Groningen afdoen als een incident, maar terecht eist de bevolking aandacht daarvoor en snel oplossingen.''

Wim van Gelder - geen kandidaat:
,,Het is een systeem geworden. Iemand roept iets, de tv springt er bovenop en in de Kamer worden vragen gesteld. De Kamer is er vaak veel te snel bij. Neem het eerste debat over Groningen, waarbij drie Kamermoties zijn aangehouden omdat eerst de besluitvorming door de gemeenteraad moest worden afgewacht. De Kamer bemoeit zich te veel met dingen, die zij niet kan oplossen.''

Rob van Gijzel - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Soms wordt een incident toch een belangrijke affaire. Dat is vaak moeilijk vooraf te zeggen.''

Peter van Heemst - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De Kamer is de plek waar dingen die opzien baren in de samenleving moeten worden besproken en dat zijn vaak de dingen die in de media staan. Het zou gek zijn als we daar met een grote boog omheen zouden lopen. Het is verder vaak zo dat iedereen zich op een bepaalde zaak richt die ook in de Kamer aan de orde komt, terwijl die dag het gewone Kamerwerk ook doorgaat. Er zijn elke dag ook nog eens 35 vergaderingen over onderwerpen die niet in het nieuws komen. Dat wordt vaak vergeten.''

Servaes Huys - geen kandidaat:
,,Er wordt te weinig afstand en rust genomen om de zaak eens goed te bekijken. Dinsdagochtends staat er iets in de krant en 's middags worden er al vragen over gesteld. De interactie tussen Kamer en pers volgt te kort op elkaar.''

Arie de Jong - geen kandidaat:
,,Ja, daar heb ik verder niets aan toe te voegen.''

Ella Kalsbeek - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik heb soms wel eens het idee dat berichten in de krant worden aangegrepen door Kamerleden om zich te profileren. Mooi voorbeeld: de vernieling van dat schilderij (van Barnett Newman red.) in Amsterdam. Dan wordt hier meteen het spreekgestoelte bestegen en moet er een brief komen, dat is echt onzin.''

Bert Koenders - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik denk dat we dat inderdaad te veel doen. Het structureert het werk in de Kamer te veel.''

Johanneke Liemburg - geen kandidaat:
,,Er zijn heel integere Kamerleden, maar er zijn er ook veel die zich te veel naar de publiciteit gaan gedragen. Sommige collega's heb ik echt onbetrouwbaar zien worden. Dan zeggen ze eerst dat ergens niet op zullen reageren, dan wie zie je dan op tv? Precies. Ja, ze vroegen me, zeggen ze dan. Vooral bij D66 zie je dat sterk. En dan het gedoe over wie er als eerste een amendement mag ondertekenen! Want dan komt je naam in de krant. Het kan me niks schelen.''

John Lilipaly - geen kandidaat:
,,Het vragenuurtje elke dinsdag wordt dikwijls bepaald door de media. Het gaat vaak om niet meer dan incidentjes. Je bespeurt daar wel een zekere scoringsdrift.''

Bert Middel - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De hoofdredactionele commentaren van de Volkskrant en NRC Handelsblad zijn van wezenlijk belang voor de lijn van de fractie, ze worden besproken in de fractievergaderingen. Persoonlijk vind ik dat de landelijke pers overschat wordt. Er lopen hier drie journalisten op één Kamerlid rond. Dat is toch waanzin. De regionale bladen leest niemand, en dat is een slechte zaak, daar staat veel in wat we zouden kunnen gebruiken om de politiek dichter bij de mensen te brengen. De landelijke media zijn wel degelijk belangrijk omdat ze een spreekbuis van de maatschappij zijn, maar we laten ons te veel leiden door wat zij te berde brengen. We moeten onze eigen agenda's meer bepalen.''

Jeltje van Nieuwenhoven - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Niet te veel, al is de verleiding dat te doen wel groot. Een journalist belt bijvoorbeeld en vraagt wat ik denk over de actuele situatie in Suriname. Als ik dan zeg dat ik nog geen tijd heb gehad om te lezen waar het over gaat dan antwoordt hij: ja, maar om 1 uur sluit de krant. Daardoor ga je je bijna schuldig voelen. Soms probeer je dan een voorzichtig antwoord te geven, bijvoorbeeld iets van: we moeten er ernstig rekening mee houden dat er een omslag is in het denken over Suriname. Dan moet je niet gek kijken als je vervolgens in de krant leest: de kamerleden moesten weer zonodig meteen hun mening geven. Je hebt vaak het gevoel dat je moet reageren, omdat de journalist zegt: je werkt niet mee. Dat is de laatste jaren wel erger geworden. Hoe dat komt zou ik niet durven zeggen. Ik vind dat ik het eerst goed moet hebben kunnen lezen, voordat ik reageer op een bericht. Maar veel Kamerleden hebben natuurlijk ook de behoefte om zich te exposeren.''

Saskia Noorman-den Uyl - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Vooral SP en GroenLinks maken zich hieraan schuldig. In zeventig procent van de gevallen wordt een vraag gesteld, er komt een antwoord en dat was het dan. Ik ben benieuwd wat er op dit punt zou gebeuren als we de helft minder Kamerlden zouden hebben. Overigens met de een verdubbeling van de fractie-ondersteuning.''

Rob Oudkerk - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het politieke bedrijf opereert veel te opportunistisch, is veel te weinig professioneel. Stel je eens voor hoe het er bij Philips aan toe zou gaan als er op iedere verandering van de beurskeurs zou worden gereageerd.''

Gerrit Jan van Oven - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De eerste raad die ik kreeg toen ik in de Kamer kwam was: lees de kranten. Je bent de hele dag bezig het nieuws op te slorpen zoals de media dat weergeven. Sommige zaken worden buitenproportioneel weergegeven in de media en daar moet je dan op reageren als Kamerlid. Ik vergelijk het altijd met het plaatwerk van een old-timer, mooi, maar ouderwets. Zo'n auto wil je onderhouden, de deukjes eruithalen, beetje oppoetsen. Maar in de praktijk komt die auto keer op keer gebutst en beschadigd bij je langs zodat je alleen maar aan het opknappen bent in plaats van erin te rijden. De media zorgen voor die deuken, zij tasten het eigenlijke beleid, het erin rijden dus, aan.''

Peter Rehwinkel - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Media zijn voor ons een bron van informatie. Ik kom in de krant dingen tegen waarop ik wil reageren. Daar is niets verkeerds aan. Het moet niet te hijgerig worden, natuurlijk.''

Willy Swildens - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het lijkt er soms wel op, maar de actualiteit laat zien wat er eigenlijk aan de hand is. De media zijn een soort verlengde voelsprieten.''

Gerrit Valk - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het hypegehalte is heel groot. De media bepalen steeds meer de politieke agenda. Dat mag de inhoud niet verdringen. Als ik het vergelijk met eind 1989, toen ik in de Kamer kwam, dan is het aantal journalisten verdubbeld. De concurrentie bij de pers neemt toe, de jacht op primeurs. Kamerleden moeten zich ook profileren, dus het is een noodzakelijk kwaad, maar je moet je wel afvragen in hoeverre je integer blijft. Neem de affaire-Docters. In feite is het een arbeidsrechtkwestie. De vraag is in hoeverre het hypegebeuren beslissend is voor je politieke standpuntbepaling. Ik vind Heerma een goed voorbeeld: er is door de pers op hem gejaagd. Dat is totaal doorgeschoten. Er wordt veel te veel ingezoomd op imago. Zijn vertrek was onvermijdelijk, maar het is wel grotendeels door de pers veroorzaakt.''

Josephine Verspaget - geen kandidaat:
,,Politici praten graag over kleine dingen, zaken voor de korte termijn. Daarbij verwaarlozen ze nog wel eens belangrijke, verderstrekkende zaken.''

Margo Vliegenthart - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ja, maar je wordt door de media ook in die rol gedrongen. Je hebt een rel en de media, zeker de tv, willen altijd onmiddellijk alle reacties op die rel. Ze hebben weinig of geen interesse voor de inhoudelijkere en vaak ook moelijkere onderwerpen. En voor een Kamerlid is het in onze tijd belangrijk dat hij regelmatig in de pers komt, dus reageert hij op een rel ook al heeft hij liever dat hij zou worden aangesproken op inhoudelijkere onderwerpen. Het is geen goede ontwikkeling.''

Henk Vos - geen kandidaat:
,,Bij de gemeenteraadsverkiezingen ontstond er een cirkelredenering. Niet de lokale problemen kregen de aandacht van de media, maar de vraag: wanneer geeft Kok Bolkestein een klap? Als hij dat niet doet, dagen ze hem net zolang uit tot hij het doet. Er lopen hier ook te veel journalisten rond, terwijl ik de goede, eigenwijze analyse mis in de krant. Die lijkt niet meer te bestaan. De parlementaire journalistiek wordt incidentenjournalistiek. De helft van de verslaggevers kan naar huis.''

Marja Wagenaar - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Overigens betekent dat niet dat we daardoor niet meer aan onze controlerende taak toekomen. Maar toch is het zo dat pers en politiek te veel op het incident gericht zijn, en de pers te weinig aandacht heeft voor onze wetgevende taak. Bovendien doet de pers te weinig aan media-management: bepaalde discussies of onderwerpen worden niet afgemaakt.''

Jacques Wallage - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik ben het eens met Bolkestein: wij hebben hier te veel media en te weinig nieuws.''

Tineke Witteveen-Hevinga - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,De waan van de dag regeert. Lange-termijnzaken scoren niet. Al in 1994 heb ik in de Kamer de beursfraude aan de orde gesteld en dat heeft onopgemerkt geleid tot een versterking van de controle maatregelen. Als gevolg van die controle is onlangs 'beursgate' naar boven gekomen en die trok plotseling alle aandacht. Het spel met de media heb ik moeten leren en daar heb ik moeite mee gehad. In het begin, als ik dan werd platgebeld over een kwestie, vertoonde ik een afweerreactie. Nu heb ik ontdekt dat contact met de media best leuk is. Lastig is het wel; het is vaak een wedloop met andere Kamerleden om als eerste een vraag te stellen.''

Eisso Woltjer - geen kandidaat:
,,De media zijn natuurlijk belangrijk in een democratie, maar we reageren soms wel erg snel. Je moet ook diepgravende debatten hebben. De vele incidenten gaan ten koste van het diepgravende debat, bijvoorbeeld over de Europese Unie. Daar zou je als Kamerlid meer tijd voor moeten hebben.''

Jan van Zijl - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Waar het door komt is een vraag waar ik nog steeds geen antwoord op heb. Dat het een kip-en-ei-verhaal is lijkt me duidelijk; media en Kamer houden elkaar in een ijzeren greep. Als de media de feiten verdraaien, gaan collega's, meestal de oppositie van dat moment, mee in die verdraaiing, terwijl ze weten dat de werkelijkheid het tegenovergestelde is.''

Martin Zijlstra - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Een Kamerlid hoort over van alles een mening te hebben. Dus moet hij ook weten hoe het zit. Dus zal hij gauw geneigd zijn over berichten in de media schriftelijke of mondelinge vragen aan een minister te stellen. Dat is inherent aan het controleurschap.''

Marjet van Zuijlen - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het is juist je functie. Je moet de kiezer bereiken. De media zijn daarvoor het doorgeefluik. Het werk waar de media niet in zijn geïnteresseerd, discussies die te complex zijn, of waar geen conflict bestaat, dat gebeurt toch wel.''

Leen van Dijke - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Absoluut. Kijk maar naar het vragenuurtje. Wij gaan er heel terughoudend mee om. Maar GroenLinks en de SP bepaald niet. En er hoeft maar een minister wat te roepen of er komt weer een spoeddebat. Vaak gaat het bijna nergens over, maar je moet er wel naar toe. Het kan wel anders, maar dat vraagt zelfbeheersing. Doelgerichtheid, in plaats van profilerings-gerichtheid. Als je een interpellatiedebat aanvraagt terwijl je nog niet eens weet wat voor motie je wilt indienen, ben je verkeerd bezig. Het komt door de televisie. En door die voortdurende vernieuwing van sommige fracties.''

André Rouvoet - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het bericht uit De Telegraaf van dinsdagochtend bepaalt de agenda van dinsdagmiddag. De Kamer stelt aan de lopende band mondelinge vragen tijdens het vragenuurtje. Dat is de dood in de pot voor de democratie. Maar ja, je bent live op televisie. Daarom zit Janmaat op dinsdag in de Kamer en zie je hem anders nooit. Laatst belde ik een reclamebureau op naar aanleiding van expliciet seksuele reclameposters. Zegt die reclameman: waarom stelt u daar geen vragen over, dat levert ons een hoop publiciteit op.''

Dick Stellingwerf - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er worden regelmatig zaken in het vragenuurtje behandeld waarvan al vast staat dat het een paar dagen later in een algemeen overleg aan de orde komt. Dan gaat het dus puur om de aandacht van de media.''

Ron Meyer - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,De media vertolken de stem van het volk, dus daar moet de Kamer wel degelijk rekening mee houden.''

Koos van den Berg - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Incidenten bepalen te vaak de politieke agenda. De Kamer moet meer afstand bewaren. Verliest de brede context te veel uit het oog. De media pikken er iets uit dat zij interessant vinden en dan zie je de hele discussie veranderen. Het thema verschuift helemaal. Dat is niet de schuld van de media, want zij doen alleen maar hun taak. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de politiek zelf.''

Bas van der Vlies - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De verleiding is groot dat te doen, want ook ik ken het verlangen om een punt te scoren dat belangrijk is voor jouw partij. Als je de weekeindkrant goed gelezen hebt, weet je vaak wel al waar bij het vragenuurtje dinsdags bovenop gesprongen wordt. Als ik de krant lees, houd ik de zeef erbij en heb de discipline eerst zelf wat onderzoek te doen. Als er dan nog vragen overblijven, bijvoorbeeld over genetische manipulatie, dan bind ik ook de kat de bel aan.''

Remi Poppe - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De Kamer is voor een belangrijk deel van haar informatievoorziening afhankelijk van de media. Ik vind het goed dat de Kamer daar alert op reageert.''

Bertus Leerkes - geen kandidaat:

NRC Webpagina's
9 april 1998

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) APRIL 1998