Overzicht eerdere
afleveringen
TWEEDE KAMER
STELLINGEN
TWEEDE-KAMERLEDEN
DISCUSSIE
|
Terug naar overzicht
Frans Josef van der Heijden (CDA)
De Tweede Kamer vormt in voldoende mate een afspiegeling van de samenleving
,,VNO/NCW komt af en toe met van die statistieken. En dan tranen met tuiten huilen omdat er te weinig mensen in de Kamer zouden zitten. Ik vind dat borrelpraat. De echte vraag is natuurlijk: beschikt de Kamer over voldoende informatie om de juiste afwegingen te kunnen maken? De Kamer moet goed weten wat goed is voor de samenleving en voor grote groepen mensen. De Kamer moet weten hoe de situatie is in de oude wijken, hoe de werkgelegenheid zich ontwikkelt in Groningen, noem maar op. Met de informatievoorziening van de Kamerleden is weinig mis, dat mag u van mij aannemen. Mijn moeder vertelt me haarfijn dat het moeilijk rondkomen is van alleen haar AOW'tje. Mijn dochter heeft een eigen zaak, een schoonzoon heeft een eigen zaak, een zoon van mij is beroepsmilitair, ik woon hier in een gewone Rotterdamse straat, ik ben actief in allerlei besturen hier in de stad, ik krijg stapels post en telefoon van gewone mensen _ ik durf echt wel te beweren dat ik weet wat er in de samenleving speelt. Paul Rosenmöller heeft zo'n trucje in het debat: dan gaat hij voorlezen uit een brief van een gewone man of vrouw met een schrijnend probleem en dan roept hij dat Kamerleden op een eiland leven. Slimme zet, maar het is grote onzin.''
Kamerleden beschikken over voldoende kennis en maatschappelijke ervaring om te kunnen functioneren als volksvertegenwoordiger
,,Met de informatievoorziening van Kamerleden is weinig mis. Mijn moeder vertelt me haarfijn dat het moeilijk rondkomen is van alleen haar AOW'tje, mijn dochter heeft een eigen zaak, een schoonzoon heeft een eigen zaak, een zoon is beroepsmilitair, ik woon in een Rotterdamse straat, ik ben actief in allerlei besturen in de stad, ik krijg stapels post en veel telefoon van gewone burgers _ ik durf echt wel te beweren dat ik weet wat er speelt in de samenleving. Paul Rosenmoller heeft zo'n trucje in het debat: dan gaat hij voorlezen uit een brief van iemand met een schrijnend probleem en dan roept hij dat Kamerleden op een eiland leven. Slimme zet, maar het is grote onzin.''
Leden van de Tweede Kamer beschikken over voldoende faciliteiten om hun werk goed te kunnen doen
,,Alle apparaten van de rijksoverheid behoren toe aan de Kamer, dat wordt wel eens vergeten. Ik zie daar dan ook geen acuut probleem. Wel ben ik er voorstander van dat de Kamer vaker zelf onderzoek instelt. Het enquêtemiddel is politiek en publicitair te zwaar beladen en bovendien nogal duur (een beetje enquête kost al gauw vier miljoen). Maar gewone parlementaire onderzoeken zou de Kamer wel vaker moeten instellen: door een commissie van vier, vijf Kamerleden, met ondersteuning van een paar deskundigen, juristen, een accountant. Dat zou de waarheidsvinding enorm stimuleren. De zaak rondom de Rotterdamse hoofdcommissaris Brinkman, het gedoe rondom het vliegtuig van de regering, de zaak-Docters van Leeuwen _ die kwesties had ik graag op een dergelijke wijze onderzocht willen zien. Helaas wordt waarheidsvinding te vaak opgeofferd aan coalitiebelang.''
Het lidmaatschap van de Tweede Kamer zou een deeltijdfunctie moeten zijn
,,Ik zou het betuttelend vinden om daar een regel van te maken. Wel vind ik dat Kamerleden maar beter geen betaalde nevenfuncties zouden moeten vervullen. Als je een brede actieradius in de maatschappij nastreeft, wat op zich goed is, dan is er ook onbezoldigd veel goed werk te doen, vooral in het sociaal-maatschappelijk leven.''
Leden van de Tweede Kamer reageren te veel op incidenten en berichten in de media
,,Eerlijk gezegd kan ik wel genieten van publicitaire aandacht. Optreden op televisie of radio, of een goed verhaal in de krant - dat geef wel een kick als het goed loopt. Ik vind het ook een grote eer om te worden genoemd in een column van Jan Blokker. Ik ben ijdel genoeg om dat toe te geven.Maar afgezien daarvan: veel Kamerdebatten worden verziekt door de incidentgerichte aandacht die eraan vooraf gaat. Alles wordt partijpolitiek gemaakt. Alles wordt in simpele schema's geperst. Ben je voor of tegen de minister? Moet de minister weg of mag die blijven? Het probleem zit vooral bij de audiovisuele media. Je moet daar tegenwoordig steeds vaker examen doen. Dan krijg je een voorgesprek met iemand van zo'n redactie. Als je daar niet scherp en ongenuanceerd uit de hoek komt, dan nemen ze je niet. Ik had een tijdje geleden zo'n voorgesprek over de zaak-Brinkman. Dan word je uit je tent gelokt: gaat u interpelleren? Nee, zei ik, nog niet. Dus namen ze mij niet in zo'n nieuwsprogramma. En dan zit de collega Dittrich daar en die zegt heel ernstig tegen de camera: ik ga interpelleren. Televisie wordt steeds meer voorgekookt. Je moet passen in de formule van het programma en je moet zeggen wat ze willen horen. Het Journaal is wat dat betreft een ramp. Daar maken ze samenvattingen van het nieuws. Je hardste uitspraken zenden ze uit, je nuanceringen halen de eindmontage nooit. Het liefst werk ik mee aan live-uitzendingen: dan heb je geen last van dat montageprobleem.Ik heb aan het mediaspel ijverig meegedaan, dat zal ik niet ontkennen. Maar ik ben wel selectief geweest in mijn medewerking. En ik heb steeds geprobeerd inhoudelijk te blijven praten.''
De leden van mijn fractie vormen een hecht team
,,De leden van een fractie hebben elkaar absoluut niet uitgezocht en toch moeten zij het met elkaar zien uit te houden. Dat geeft binnen fracties voordurend spanningen.''
De voorzitter van mijn fractie heeft ervoor gezorgd dat de fractie uitstekend heeft gefunctioneerd in de afgelopen vier jaar
,,De fractie van de afgelopen vier jaar vond ik de minst leuke. De leukste fractie was die onder Brinkan, de bekwaamste was die onder De Vries. Onder Heerma en De Hoop Scheffer heb ik me nooit thuisgevoeld. Vroeger had het CDA een sterke leidersgroep. Een politiek leider die tevens premier is en een hele rij bewindslieden, onderschat de sturende werking niet die daarvan uitgaat voor de fractie en de hele partij.''
Het zogenoemde dualisme bestaat in de praktijk vrijwel niet
,,Het CDA heeft altijd het verwijt gekregen een monistische politiek te voeren. Dat is echt een karikatuur. Ik kan me stevige gevechten herinneren tussen CDA'ers in de Kamer en CDA-bewindslieden: met De Graaf-Nauta over het regiobestuur, met Hirsch Ballin over de nieuwe politiewet, tussen collega Helmer Koetje en vriend Heerma over de volkshuisvesting, collega Aartsen over buitenlands beleid. Als er ooit coalitiepolitiek is gevoerd, dan is het in de afgelopen periode geweest. Tommel, Sorgdrager, Terpstra, Gmelich Meiling en nog een heel rijtje staatssecretarissen: ze zijn allemaal kunstmatig overeind gehouden door Kok en de paarse fractieleiders. Kamerleden kregen expliciet de opdracht vooral niet inhoudelijk te debatteren, maar vooral de eigen bewindslieden uit de wind te houden. D66 heeft daaraan het allerhardst meegedaan, met Dittrich en Benk Korthals voorop die je letterlijk kon horen roepen: kom niet aan mijn minister."
Ik ben tevreden met mijn functioneren als Kamerlid
,,Ik heb in de Kamer de tijd van mijn leven gehad. Ik heb in mijn jeugd betrekkelijk weinig scholing gehad. De Kamer is mijn leerschool geweest. Ik heb er ongelofelijk veel kennis en ervaring kunnen opdoen. Dat heb ik echt prachtig gevonden. Ik kan ook terugzien op mooie resultaten. Ik heb eraan meegedaan dat die onwerkbare tweedeling in rijkspolitie en gemeentepolitie is opgeheven. Als burgemeesterslobbyist heb ik ertoe bijgedragen dat er een aantal uitstekende CDA-burgemeesters is benoemd. De decentralisatie van het ouderenbeleid vind ik een mooi resultaat. Maar even zo goed kan ik zeggen: ik heb ook veel fouten gemaakt. Ik had, met de fractie, op een aantal cruciale moment veel harder moeten ingaan tegen Lubbers. We hadden de bestuurlijke vernieuwing veel krachtiger moeten doorzetten, we hadden Hirsch Ballin niet zijn zin moeten geven met die troebele gezagsstructuur in de nieuwe politiewet. We hebben de gemeenten niet goed behandeld met de nieuwe structuur van het gemeentefonds. Ik schaam me voor de kaalslag in de ouderenzorg. De eerste ronde bezuinigingen is terecht geweest, met het afschaffen van de openeinderegelingen. Maar wat d'Ancona heeft gedaan, is kaalslag geweest. Ik schaam me er echt voor dat ik daaraan heb meegewerkt.''
|
NRC
Webpagina's
9 april 1998
|