Overzicht eerdere
afleveringen
TWEEDE KAMER
STELLINGEN
TWEEDE-KAMERLEDEN
DISCUSSIE
|
Terug naar overzicht
Hans Jeekel (D66)
De Tweede Kamer vormt in voldoende mate een afspiegeling van de samenleving
,,Als je de heersende opinies in de Kamer vergelijkt met de gemiddelde opinies in de tram, dan kom je in de Kamer een duidelijke bias tegen van nette meningen. Maar dat is het punt niet. Het primaire proces in de Kamer is wetgeving, medewetgeving, controle van het openbaar bestuur. De vraag moet dus luiden: hoe is de Kamer op die taken berekend? Ik maak me niet zo'n zorgen over het representatieve gehalte van de Kamer. Interessanter is de vraag of in de Kamer het hele spectrum van maatschappelijke en politieke kwesties aan bod komt. Daarbij zijn wel enige kanttekeningen te plaatsen, maar in grote lijnen zeg ik: de Kamer heeft voldoende binding en banden met de samenleving om het wetgevende en controlerende werk naar behoren te kunnen doen.''
Kamerleden beschikken over voldoende kennis en maatschappelijke ervaring om te kunnen functioneren als volksvertegenwoordiger
,,Onder de Kamerleden bevinden zich te veel juristen en te weinig bètamensen. Met name juristen kunnen het parlementaire proces wel eens vertroebelen: met woordenspelletjes en een formalistische benadering van kwesties. In sommige debatten mis ik de harde logica van bètamensen. Er worden vaak theoretische modellen opgezet die mooi ogen maar strijdig zijn met harde feiten en logica. De Kamer zou ook meer goed gekwalificeerde allochtonen kunnen gebruiken. En ik mis mensen die de grote-stadsproblemen van binnenuit kennen: achterstandswijken, drugs, problemen met scholing en werk. Er wordt vaak gekreund over een gebrek aan vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven. Daarover maak ik me minder zorgen. Ik ben absoluut niet onder de indruk van het niveau van het maatschappelijk denken in het bedrijfsleven. Werk, werk, werk en geld verdienen _ dat is het wel zo'n beetje. De samenleving wordt in het bedrijfsleven nauwelijks in een breder verband beschouwd. Ik hoor zelden een ondernemer een interessante analyse ontvouwen over kwesties van uitsluiting en insluiting op de arbeidsmarkt. Er is in die kring wel veel lippendienst aan het politieke proces, maar voor de rest blijft het vooral bij slogans. Het bedrijfsleven heeft niet eens een fatsoenlijke terugkeerregeling voor mensen die een politieke functie hebben bekleed.''
Het lidmaatschap van de Tweede Kamer moet worden gebonden aan een maximum aantal termijnen
,,Een maximum van drie termijnen lijkt me mooi.''
Leden van de Tweede Kamer reageren te veel op incidenten en berichten in de media
,,Er zijn collega's die enorm investeren in hun contacten met journalisten. Die zitten de hele dag te bellen: zeg, ik heb een leuk ideetje, is misschien wat voor jullie. En samen doorzakken, zodat je de namen van elkaars partners en kinderen leert kennen. Dat verschaft een basis van vertrouwelijkheid, waardoor die Kamerleden vervolgens gemakkelijker toegang krijgen tot die media, ook als ze niks te melden hebben. Daar komt die ruis vandaan, al dat incidentgerichte, inhoudsloze geklets tussen politici en journalisten.''
De invloed van lobby-groepen op de besluitvorming in de Tweede Kamer is te groot
,,Lobbyisten zijn een bron van informatie, zoals een Kamerlid vele informatiebronnen tot zijn beschikking heeft. Ieder Kamerlid heeft uiteindelijk zijn eigen verantwoordelijkheid en neemt die naar eer en geweten.''
De leden van mijn fractie vormen een hecht team
,,Wij hebben een hele gezellige fractie, te gezellig eigenlijk. Wij zijn nette mensen, aardige mensen, redelijke mensen, maar we gaan zelden tot het putje met elkaar. D66 durft te weinig de vraag van de existentie te stellen. Wat wil D66 bereiken?''
Ik ben tevreden met mijn functioneren als Kamerlid
,,Ik ben tweeëneenhalf jaar Kamerlid geweest. Dat is te kort om een oordeel over mezelf te kunnen geven. Ik denk dat ik pas na vier, vijf jaar had kunnen zeggen: nu heb ik alle ins and outs van het Kamerwerk wel in de vingers. Pas dan zou ik, denk ik, een balans kunnen opmaken. Ik heb het werk in de Kamer een fascinerende ervaring gevonden, maar ik ben niet echt rouwig dat het straks is afgelopen. Ik heb bewust dat verhullende en juridische taalgebruik van het Binnenhof niet willen overnemen, waardoor ik soms wat minder wendbaar was in het debat. Ik formuleer graag scherp om de problemen en tegenstellingen boven tafel te krijgen. Dat wordt hier niet altijd even gewaardeerd. Ik zal dat klimaat niet missen.''
|
NRC
Webpagina's
9 april 1998
|