C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

ELSBETH ETTY
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ROEL JANSSEN


23 mei 1998

Merdeka!


Niemand riep 'van de orde', niemand eiste het woord, niemand interrumpeerde, niemand zwaaide met een motie, niemand ontrolde een spandoek. In de Rode Hoed werd woensdagavond 'Mei 68' herdacht met een keurig forum.

Kopstukken van de beweging van de jaren zestig - onder wie Roel van Duijn en Hans van Mierlo - spraken bedachtzame woorden voor een gezapige zaal vol veteranen van de culturele revolutie. Wat miste ik dat andere kopstuk van die episode, de in 1989 overleden Ton Regtien, oprichter van de Studenten Vakbeweging.

Ik weet zeker dat Regtien de bijeenkomst zou hebben omgezet in een actievergadering. Er was om te beginnen een solidariteitsverklaring verstuurd naar de studenten die het parlementsgebouw in Jakarta bezetten. Ter plekke zou een comité zijn opgericht. De aanwezigen, Regtien voorop, hadden zich vervolgens begeven naar de Indonesische ambassade. En dan mocht ik het spandoek met Merdeka (Vrijheid) erop schilderen en dan weigerde Anja Meulenbelt broodjes te smeren voor de activisten. De politie zou charges uitvoeren en de volgende dag stonden alle universiteitssteden op hun kop: Merdeka!

Dat zou, aan de vooravond van de val van Soeharto, een waardige herdenking van 'les événements'van 1968 zijn geweest. Want toen ging het ook zo. Weinig voorvallen hebben in datzelfde jaar de studentenbeweging in Nederland zo geradicaliseerd als de protesten (op initiatief van Ton Regtien) tegen het neerslaan van een studentenopstand in Mexico. Het Mexicaanse consulaat in Amsterdam werd bezet. Op de ontruiming volgde een demonstratie van duizenden studenten die in de Vijzelstraat tegen politieknuppels opliepen.

Het motto was 'internationale solidariteit'. Dit aspect van de jaren zestig kwam in de Rode Hoed slechts in abstracto ter sprake. De historicus Hans Righart bewees eer aan een 'bij uitstek ethisch tijdperk' waarin 'de beweging de hele wereld tot haar werkterrein maakte'. Hugues Boekraad, de Nijmeegse ideoloog van de Kritiese Universiteit, merkte op: 'De utopische dimensie van de jaren zestig was Vrijheid'. Van Mierlo onderstreepte dit: 'Het verzet ging tegen de geheimzinnigheid van macht die nooit verantwoording aflegt.' In de pauze klonk Boudewijn de Groot - 'Denk maar niet aan al die duizend doden, Meneer de president, slaap zacht.'

Allemaal hoogst actueel. Wie de volgende ochtend naar de televisie keek, zag beelden die leken op wat de mensen in de Rode Hoed sinds dertig jaar op hun netvlies hebben. Studenten met spandoeken, vlaggen, uitgelaten dansend, een jongen die met geheven vuist 'Merdeka' riep. De parallel was evident: wat onmogelijk lijkt, kan worden verwerkelijkt als mensen, al te lang tot zwijgen gedwongen, hun stem verheffen en de vrijheid opeisen.

Aan alle debaters in de Rode Hoed werd gevraagd wat zij deden in mei 1968. Priester-rebel Huub Oosterhuis onderhandelde in Rome over afschaffing van het celibaat. Van Mierlo was al lid van de Tweede Kamer. Boekraad zat in Nijmegen met zijn neus in de boeken van Walter Benjamin. Van Duijn ontdekte de kabouters op een ecoboerderij te Walcheren. Anja Meulenbelt, studente aan de sociale academie, zorgde voor haar kind. Hans Righart was 14 en zat nog op school. Niemand van hen was er in Parijs echt bij geweest. Maar dat maakt niet uit: allemaal zijn ze gestempeld door hun eigen jaren zestig. Voor Van Mierlo en Van Duijn begonnen die ver voor '68, voor Meulenbelt kwam de 'bevrijding' later, met de feministische golf van de jaren zeventig.

Ik was er ook niet bij in Parijs, in Amsterdam, in San Francisco of in Praag; daar waar 'het gebeurde'. Ik was op school in 'de provincie' waar nooit iets gebeurt, hoewel Righart gelijk heeft dat de sixties niet alleen een politieke revolte waren. Ook in de provincie bepaalden de Rolling Stones, Hitweek, de pil, de minimode, stuff en weg met de bh het klimaat. Maar dat die uitingen van cultureel verzet iets te maken hadden met Vietnam, Mexico, Black Power, Praag, Parijs, daar had ik geen idee van.

Voor mij begonnen in dat opzicht de jaren zestig in 1970, in september van dat jaar om precies te zijn, met de actie 'Soeharto ongewenst'. Als net in Amsterdam aangekomen eerstejaars student viel ik met mijn neus in de boter. De dictator van Indonesië, generaal Soeharto, beul van honderdduizenden, bracht voor het eerst een staatsbezoek aan Nederland. Na zijn staatsgreep waren de vriendschappelijke betrekkingen tussen Nederland en Indonesië hersteld. Shell was samen met Heineken, Unilever, enzovoort, in de gordel van smaragd teruggekeerd.

Het staatsbezoek dat het herstel van de economische banden moest bekronen, werd verstoord door woedende demonstranten tegen de schending van de mensenrechten in Indonesie. Het werd ingekort tot een dag. 'Een noodlanding', noemde CPN -voorman Marcus Bakker Soeharto's mislukte visite. In alle Amsterdamse straten die de generaal had zullen passeren, hingen portretten van vermoorde Indonesische communisten: Aidit, Njono, Njoto, Sudisman, namen die ik voor het eerst hoorde en die symbool waren voor ontelbare - en dus nooit getelde -naamloze slachtoffers. De actie 'Soeharto ongewenst' schopte mij, om met Louis Paul Boon te spreken, een geweten, zoals Vietnam en Mexico dat met de lichting van '68 had gedaan.

Het is dit soort ervaringen dat Ton Regtien in zijn memoires (Springtij, herinneringen aan de jaren zestig) 'ongeneeslijk' noemde. Ik geef toe dat de 'internationale solidariteit' van toen ook gepaard ging met verblinding en vals optimisme, denkend aan wat is gevolgd op de Amerikaanse nederlaag in Vietnam en Cambodja, op de val van de sjah van Iran, op de sandinistische zege in Nicaragua, om een paar voorbeelden te noemen. Maar als ik de beelden uit Jakarta op me laat inwerken, blijft toch geldig wat Regtien kort voor zijn dood schreef over zijn beleving van de jaren zestig: 'Ik schaam me allerminst over mijn illusies van toen. Voor zo'n belevenis ben ik, denk ik, nog steeds bereid de saaie zekerheden van de gevestigde orde aan mijn laars te lappen.'

Zo'n belevenis is, wat daarop ook moge volgen, de val van Soeharto.

Elsbeth Etty

Eerder verschenen columns

Dag Winnie
(16 mei 1998)
Eeuwig vrijmarkt
(2 mei 1998)
Integratie
(25 april 1998)
Lombok-koorts
(18 april 1998)
Hersenkwab
(11 april 1998)
Is Anne Frank thuis?
(4 april 1998)
Overgevoelig
(28 maart 1998)
Prediker
(21 maart 1998)
De padvinder
(14 maart 1998)
In de sauna
(7 maart 1998)
Stemadviezen
(28 februari 1998)
Schijn des kwaads
(21 februari 1998)
Ravensbrück
(14 februari 1998)
Lieve snuiten
(7 februari 1998)
Docters-dossier
(31 januari 1998)
Geestelijke nood
(24 januari 1998)
Freischwebend
(17 januari 1998)
Schuld en boete
(10 januari 1998)
Coronation Street
(03 januari 1998)
Stille avonden
(27 december 1997)
God in deeltijd
(20 december 1997)
Pulsende bewariërs
(13 december 1997)
Van Brecht tot Baldwin
(06 december 1997)
Verslagenheid
(29 november 1997)
Verantwoording
(22 november 1997)
Cruise Control
(15 november 1997)
Het Gouden Boek
(8 november 1997)
Huwelijk afschuwelijk
(1 november 1997)
Verslagenheid
(25 oktober 1997)
Sociaal gezicht
(18 oktober 1997)
Simonis
(11 oktober 1997)
Bestendige relaties
(4 oktober 1997)
Houda en Sterk
(27 september 1997)


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)