C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

ELSBETH ETTY
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ROEL JANSSEN


4 april 1998

Is Anne Frank thuis?


April is inderdaad schitterend, niet te warm en niet te koud met zo nu en dan een regenbuitje.

Onze kastanje is al tamelijk groen en hier en daar zie je zelfs al kleine kaarsjes'', schreef Anne Frank 54 jaar geleden in haar dagboek. Ze las de komst van het voorjaar af aan de enige boom die ze kon aanschouwen door een dakraampje van het achterhuis aan de Amsterdamse Prinsengracht 263, waar ze met haar familie zat ondergedoken. Wat onbeschrijflijk jammer dat de prille schrijfster in haar laatste lente geen blik door de ramen aan de voorkant van het huis heeft kunnen werpen.

Eind maart, begin april komen aan de Amsterdamse grachten de iepen in bloei waardoor in een paar dagen tijds een teergroen waas tevoorschijn wordt getoverd. Ineens ontstaat er een wonderbaarlijke - kortstondige - schoonheid, die een voelbare opwinding veroorzaakt.

Zou Yasser Arafat dinsdag wel oog hebben gehad voor de bloeiende bomen? Hopelijk wel en hopelijk beseffen alle mensen die in lange rijen staan opgesteld om het Achterhuis te bezichtigen, hoe mooi Amsterdam er in de lente bij ligt en hoe bijzonder het is dat zij daar zomaar van kunnen genieten.

Omdat ik er vlakbij woon heb ik een indruk van de toeristen die dagelijks voor het Anne Frank-huis samendrommen. Over het algemeen lijken het onbezorgde vakantiegangers zonder al te veel benul van wat ze achter de voordeur zullen aantreffen. Degenen die het huis verlaten zijn stil en zien er bedrukter uit dan de mensen die naar binnen willen. Hoeveel bezoekers van een van Amsterdams drukst bezochte musea, hebben Anne's dagboek gelezen? Nooit zal ik de schreeuwerige Amerikaanse vrouw vergeten die op een avond over de Prinsengracht dwaalde. Alsof het aan mij lag dat ze de weg kwijt was, vroeg ze op agressieve toon naar 'the Ann Frank House'. Ik wees gedachteloos naar de overkant, waarop zij de vraag stelde: ,,Do you think she is at home?''

Veel mensen in de buurt hebben dergelijke ervaringen en misschien zijn ze daarom niet al te vriendelijk tegen buitenlanders die om de haverklap naar het Anne Frank-huis vragen. Amsterdammers gedragen zich wel eens alsof ze persoonlijk de familie Frank aan een onderduikadres hebben geholpen en alsof het geen Nederlandse politie in burger was die op 4 augustus 1944 de Grüne Polizei hielp om de onderduikers uit het Achterhuis weg te voeren. Enkele jaren geleden hoorde ik twee jonge Duitse rugzaktoeristen aan een postbode de weg naar het Anne Frank-huis vragen. Zonder blikken of blozen antwoordde hij: ,,Zoek dat zelf maar uit, in de oorlog wisten jullie het toch ook te vinden.'' Ik dacht dat ik door de grond ging, ik wilde tegen de postbode krijsen, maar ben beschaamd doorgelopen.

Het enige dat mij tegenstond toen Arafat deze week het Anne Frank-huis betrad, was dat hij een militair uniform droeg. Als hij Anne's dagboek had gelezen, en had geweten waarom het zo abrupt eindigt, had hij dat afschuwelijke groene pak vast niet aangetrokken. Burgemeester Patijn moest hem onderweg in de rondvaartboot inderdaad nog even uitleggen wat zich tussen 1942 en 1944 op Prinsengracht 263 heeft afgespeeld. Maar nu weet hij het, omdat hij - op eigen verzoek - in staat is gesteld zich ervan te vergewissen. In het Anne Frank-huis komt uit elke ijsjesetende toerist een verbijsterd zwijgend mens tevoorschijn, zo ook uit elke bezoekende staatsman. Het bestuur van de Anne Frank-stichting verdient lof, omdat er toch moed voor nodig was de wens van Arafat te honoreren. Een rel viel niet uit te sluiten. Drie maanden geleden zorgde een voorgenomen bezoek van de Palestijnse president aan het Holocaust Memorial Museum in Washington D.C. nog voor enorme opschudding. Directeur Walter Reich wilde de ,,sponsor van het anti-joodse terrorisme'' niet ontvangen, wat hem - na ingrijpen van het Witte Huis - op ontslag kwam te staan. Bij de weerzin van Reich om Arafats 'met joods bloed besmeurde hand' te schudden kan ik me iets voorstellen. Zoals ik me ook wel kan verplaatsen in enkele vertegenwoordigers van de joodse gemeenschap in Nederland die van mening zijn dat de Anne Frank-stichting zich heeft geleend voor een Palestijnse publiciteitsstunt. Aan de andere kant zijn Amerikaanse joodse leiders teleurgesteld dat Arafat afgelopen januari, na alle commotie, van een bezoek aan het Holocaust Museum afzag. Was hij wel gegaan, aldus voorstanders van Arafats komst, dan zou dit het eerste bezoek zijn geweest van een Arabische leider aan een tentoonstelling over de Holocaust, die hem een inzicht zou hebben verschaft dat onontbeerlijk is voor begrip van het hedendaagse jodendom. Deze mogelijkheid is in Amsterdam niet onbenut gelaten - zonder ophef, zonder relletjes en zonder dat de directeur van het Anne Frank-huis het veld hoeft te ruimen. Vermoedelijk zal het bezoek van Arafat aan de Prinsengracht het vredesproces in het Midden-Oosten niet direct beïnvloeden. Ging zoiets maar zo eenvoudig. Toch is er wel een verband met dat vredesproces: niet alleen als politiek gebaar van de kant van Arafat, maar eerder nog omdat de Palestijnse leider op indringende wijze kennis heeft genomen van het lot van de familie Frank. Mede daardoor kan hij, zij het indirect, beter de invloed van de Holocaust op de joodse identiteit navoelen. Een ander verband van dit bezoek met het vredesproces is, hoe vergezocht het misschien ook mag lijken, te vinden in de persoon Anne Frank. Zij had ruim twee jaar de bomen langs de gracht niet meer gezien toen ze, vlak voordat ze werd weggehaald, in haar dagboek haar geloof in ,,de innerlijke goedheid van de mensen'' uitsprak: ,,Ik hoor steeds harder de aanrollende donder, die ook ons zal doden, ik voel het leed van miljoenen mensen mee en toch, als ik naar de hemel kijk, denk ik, dat alles zich weer ten goede zal wenden, dat ook deze hardheid zal ophouden, dat er weer rust en vrede in de wereldorde zal komen.''

Elsbeth Etty

Eerder verschenen columns

Overgevoelig
(28 maart 1998)
Prediker
(21 maart 1998)
De padvinder
(14 maart 1998)
In de sauna
(7 maart 1998)
Stemadviezen
(28 februari 1998)
Schijn des kwaads
(21 februari 1998)
Ravensbrück
(14 februari 1998)
Lieve snuiten
(7 februari 1998)
Docters-dossier
(31 januari 1998)
Geestelijke nood
(24 januari 1998)
Freischwebend
(17 januari 1998)
Schuld en boete
(10 januari 1998)
Coronation Street
(03 januari 1998)
Stille avonden
(27 december 1997)
God in deeltijd
(20 december 1997)
Pulsende bewariërs
(13 december 1997)
Van Brecht tot Baldwin
(06 december 1997)
Verslagenheid
(29 november 1997)
Verantwoording
(22 november 1997)
Cruise Control
(15 november 1997)
Het Gouden Boek
(8 november 1997)
Huwelijk afschuwelijk
(1 november 1997)
Verslagenheid
(25 oktober 1997)
Sociaal gezicht
(18 oktober 1997)
Simonis
(11 oktober 1997)
Bestendige relaties
(4 oktober 1997)
Houda en Sterk
(27 september 1997)


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)