NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Vredesmissie Ethiopië en Eritrea

Nieuws

Geschiedenis conflict

Nederlandse defensiepolitiek

Nederlands bataljon

Ethiopië en Eritrea

Documenten

Links

Nederlandse defensiepolitiek

Nederland vervult een belangrijke rol in de vredesmissie UNMEE (United Nations Mission to Ethiopia and Eritrea). Elfhonderd Nederlandse militairen, gelegerd in de centrale zone bij Zalambessa, bewaken de grens tussen Ethiopië en Eritrea. De beide rivalen tekenden op 12 december 200 een vredesverdrag in Algiers, waamee een einde kwam aan een twee jaar durende grensoorlog. Aan het diepe onderlinge wantrouwen is evenwel nog geen einde gekomen.

De redenen voor de Nederlandse deelname aan deze vredesmissie zijn tweeledig. Enerzijds heeft Nederland als lid van de VN verplichtingen om te helpen de vrede in de wereld te bevorderen. Anderzijds leeft in brede kring in Nederland de hoop dat deze nieuwe VN-missie de nasmaak van omstreden vredesmissie in 1995 in Srebrenica in 1995 enigszins kan uitwissen. De ministers van Aartsen en de Grave informeerden de Tweede Kamer in een brief over risico's van Nederlandse deelname aan de vredesmissie.


Minister Van Aartsen (Foto Roel Rozenburg)
De ministers van Aartsen en de Grave informeerden de Tweede Kamer in een brief over risico's van Nederlandse deelname aan de vredesmissie.

Minister De Grave (Foto Roel Rozenburg)

Terugblik Srebrenica
Toen op 11 juli 1995 de stad Srebrenica viel, begonnen Servische troepen vrijwel onmiddellijk met etnische zuiveringen. Onder de ogen van Dutchbat, het Nederlands bataljon ter plaatse, werden honderden Moslimmannen vermoord. Na de terugkeer van de Nederlandse militairen rees de vraag: "Is echt al het mogelijke gedaan om de val van Srebrenica te voorkomen en de bevolking te beschermen?"
Zie ook: Dossier Srebrenica

Commissie Bakker
Om een antwoord te vinden op deze vraag werd een Tweede-Kamercommissie, de zogenoemde commissie Bakker aangesteld om onderzoek te doen naar de inzet van Nederlandse militairen bij humanitaire- en vredesoperaties. Op maandag 4 september presenteerde de commissie haar eindrapport. De conclusies en aanbevelingen luiden als volgt:

  • Belangrijkste conclusies
    - Door rivaliteit tussen de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie zijn er verschillende motieven te noemen voor de deelnemen aan een vredesmissie;
    - De informatievoorziening vanaf het front naar het Ministerie van Defensie faalde tijdens de missie;
    - De Informatievoorziening van het kabinet naar Tweede Kamer faalde eveneens.

  • Belangrijkste aanbevelingen
    - Het kabinet moet in haar brieven aan de Tweede Kamer zo volledig mogelijk zijn over de motieven en criteria om deel te nemen aan vredesoperaties;
    - Tussen ministers en ambtenaren van Buitenlandse Zaken, Defensie en Algemene Zaken moeten betere afspraken worden gemaakt over informatievoorziening;
    - Tussen Buitenlandse Zaken en Defensie moeten afspraken op papier worden gezet over welk ministerie en welke afdeling verantwoordelijk is voor de besluitvorming, en ook voor de informatievoorziening aan de Tweede Kamer en contacten met internationale organisaties; - In brieven aan de Tweede Kamer staan wat de uitkomsten zijn van de analyse van Defensie over de mogelijke veiligheidsrisico's;
    - Er behoren krijgsmachtbreed eenduidige procedures te bestaan ten aanzien van debriefings en de verwerking van 'lessons learned'.

    Deelname UNMEE
    De conclusies en aanbevelingen uit het rapport van de comissie Bakker speelden een geringe rol bij de besluitvorming rondom de Nederlandse deelname aan de VN-vredesmissie in Ethiopie en Eritrea. Want nog voordat de Commissie Bakker haar onderzoek had voltooid, lag het verzoek van de Verenigde Naties om mee te werken aan UNMEE al bij het kabinet. De conclusies van het rapport van de commissie Bakker die wel ter harte werden genomen, zijn: - De Kamer werd eerder geïnfomeerd over de deelname aan de vredesmissie;
    - De motieven voor deelname aan de vredesmissie werden uitgebreid uiteengezet in de informatiebrief van minister de Grave en minister van Aartsen aan de Tweede Kamer.

    Toch kwam de informatievoorziening, volgens het CDA, opnieuw in een te laat stadium op gang. De Tweede Kamer werd pas geïnformeerd in de eventuele Nederlandse deelname aan de vredesmissie, nadat de VN-Veiligheidsraad de doelstellingen en criteria voor de missie al had vastgelegd. Dit was voor het CDA een belangrijke reden om niet in te stemmen met de plannen van de kabinet.


    CDA-leider De Hoop Scheffer is de enige die tegen de uitzending van Nederlandse militairen is. (Foto WFA)

    Standpunten CDA
    Het CDA weigerde in te stemmen met de plannen voor de Nederlandse deelname aan de vredesmissie, omdat Nederland volgens hen eerder had moeten integreren in de Veiligheidsraad. Dan had Nederland als lid van de Veiligheidsraad en als grootste troepenleverancier invloed uit kunnen oefenen op de vorm van de vredesmissie. Bovendien vindt het CDA dat er te weinig is nagedacht over een exit-plan in geval van een noodsituatie.

    Exit scenario
    In geval van een worst case scenario moeten de Amerikanen en Fransen inspringen om de mariniers uit het gebied te evacueren. De organisatie daarvan heeft geen hoge prioriteit, zo valt uit de reacties van het hoofd operationele plannen op te maken. De VN-missie is immers een klassieke vredesoperatie, wat wil zeggen dat de VN toeziet op een al bestaand bestand. De reeële dreiging van militair geweld is dus niet erg groot.

    Gevaren missie
    De internationale verkenningsmissie, die half november afreisde naar het front, gaf bovendien aan, dat het meevalt met de gevaren aan het Zalembessafront. Van Gijtenbeek, leider van deze verkenningsmissie concludeerde, dat het grootste gevaar voor de Nederlanders ligt in de slechte hygiënische omstandigheden en mijnenvelden. En ook de dreiging van de mijnenvelden is niet bijzonder groot, daar zowel Ethiopië als Eritrea kaarten beschikbaar hebben gesteld met de door hen gelegde mijnenvelden

    Bevriezing hulp
    Hoewel de vredesvoorwaarden dus redelijk positief lijken, is er nog één groot knelpunt. Tijdens het Ethiopisch/Eritrees conflict werd de ontwikkelingshulp van Nederland en een aantal andere landen aan Ethiopië en Eritrea stopgezet. De druk van deze landen en een groot aantal internationale organisaties heeft indirect bijgedragen tot een anderen opstelling van de landen. Zowel Ethiopie als Eritrea vinden echter dat de hulp nu hervat moet worden, zodat de economie, die grotendeels is vernietigd door het slepende grensconflict, weer opgebouwd kan worden. Nederland wil de hulp pas langzamerhand hervatten bij een positieve houding van de landen ten aanzien van de vredesmissie. Nederland wil daarom een Ambassadeur in Bijzondere Dienst voor Ethiopië en Eritrea benoemen. Verder moet de defensiebegroting van de beide landen transparant gemaakt worden.

    Zie ook:

    Veel onzeker bij vredesmissie (10 november 2000)
    Verkenners blij verrast met kalm Eritrea (9 november 2000)
    Hulp aan Ethiopië en Eritrea bevroren (8 november 2000)
    'Jammer dat het CDA geen steun heeft kunnen geven' (21 oktober 2000)
    CDA klem na robuust nee tegen Eritrea (21 oktober 2000)
    VN: niet al vertrekken na half jaar (16 oktober 2000)
    VN-missie past Nederland (14 oktober 2000)
    PvdA-fractie stemt in met vredesmissie (11 oktober 2000)
    Kabinet schat risico's VN-missie laag in (10 oktober 2000)
    Kamer: missie Eritrea 'doenbaar' (10 oktober 2000)
    Kabinet steunt deelname aan VN-vredesmissie (7 oktober 2000)
    Kamer vindt informatie niet nodig (4 oktober 2000)
    CDA: Eritrea is 'fuik' voor troepen (3 oktober 2000)
    Topmilitairen moeten zich in het openbaar kunnen uiten (2 oktober 2000)
    Besluitvorming over Eritreais een farce (2 oktober 2000)
    Besluit over vredesmissie is 'legpuzzel' (30 september 2000)
    Kamer tobt over vredesavontuur (27 september 2000)

  • NRC Webpagina's
    10 november 2000

        Bovenkant pagina

    NRC Webpagina's © NRC Handelsblad