|
|
Verkenners blij verrast met kalm Eritrea
Door onze redacteur STEVEN DERIX
Hij is ,,verbluft'' en ,,blij verrast''. Kolonel Karel van Gijtenbeek, hoofd van de Nederlandse verkenningsmissie in Eritrea, is ingenomen met wat hij in het toekomstig 'operate-gebied' heeft aangetroffen. De situatie aan de Ethiopisch-Eritrese grens is stabiel. Aanstaande dindsdag rapporteert Van Gijtenbeek aan chef-Defensiestaf Kroon. ,,Voorzover ik met de verrekijker heb kunnen zien, heerst er een enorme rust aan het front.'' De mogelijke deelname van 1100 mariniers aan de VN-vredesmacht UNMEE leidde de afgelopen weken in Nederland tot felle discussies. Er waren vergelijkingen met Duchtbat en Srebrenica. Het CDA distantieerde zich van de missie en bekritiseerde het 'beperkte' mandaat en het feit dat UNMEE nauwelijks hulp zal bieden aan de vluchtelingen. Minister van Defensie De Grave zwichtte voor de wens van de Tweede Kamer en zegde tegen het advies van de Defensiestaf vier Apache-gevechtshelikopters toe. Kolonel Van Gijtenbeek, als hoofd van de afdeling operationele plannen bij de Defensiestaf verantwoordelijk voor de voorbereiding van de Nederlandse bijdrage aan UNMEE, begrijpt alle ophef best. De inzet van de Nederlandse mariniers is echter gedegen voorbereid, zo zegt hij. Al in juli van dit jaar, slechts enkele weken na het tekenen van een voorlopig vredesakkoord tussen Ethiopië en Eritrea, nam de Australische generaal Ford poolshoogte in het oorlogsgebied. De militaire adviseur van VN-secretaris generaal Kofi Annan adviseerde de stationering van een VN-vredesmacht van 4.200 man in een veilgheidszone van ongeveer 25 kilometer. Van Gijtenbeek: ,,Veel van onze informatie was rechtstreeks afkomstig van de Verenigde Naties. De Nederlandse ambassade in Addis Abeba heeft de politieke situatie onderzocht. Bovendien is er een uitgebreide risico-analyse gemaakt door de militaire inlichtingendienst.'' Of de MID zelf is wezen kijken in Eritra, weet Van Gijtenbeek niet: ,,Ik mag toch aannemen dat ze er geweest zijn.'' Feit is in ieder geval dat de ,,verantwoorde risico's'' waarover het kabinet in zijn brief aan de Tweede Kamer sprak, in de praktijk erg mee blijken te vallen. Van Gijtenbeek: ,,Waar we echt blij verrast over zijn, is dat de mijnendreiging veel kleiner is dan we hadden verwacht.'' Eritrea is blij met de komst van de mariniers, zegt de kolonel. De verkenners hebben lamme armen van het zwaaien naar de lokale bevolking, die de witte Landrovers van de mariniers overal met groot enthousiasme begroet. Over de vele tienduizenden vluchtelingen in het Nederlandse inzetgebied zijn afspraken gemaakt. ,,Generaal Cammaert, de commandant van UNMEE en de Eritrean Relief and Refugee Commission hebben toegezegd dat zij bepalen wanneer de vluchtelingen kunnen terugkeren naar de grens met Ethiopië. Van een ongecontroleerde terugkeer zal geen sprake zijn.'' De militairen van de Nederlandse fact finding mission hebben nu alle brandhaarden in de centrale sector van het front rond Adi Quala en Senafe bezocht. De mariniers zijn ,,verbluft'' over de ,,enorme rust'' die er aan het front heerst, zegt Van Gijtenbeek. ,,Wat mij erg is opgevallen, is dat je hier zo weinig soldaten met een wapen ziet lopen.'' Eventuele worst case scenario's waarin Amerikanen en Fransen moeten inspringen om de mariniers uit het gebied te evacueren, hebben geen hoge prioriteit, zo valt uit de reacties van het hoofd operationele plannen op te maken. Hetzelfde geldt voor de stationering van Apaches. ,,Wij hebben niet om die dingen gevraagd. Als je met zwaarbewapende gevechtshelikopters over het gebied vliegt, dan zal dat op zijn minst vragen oproepen.'' Maar is de ogenschijnlijke rust aan het front niet bedrieglijk? Wat als de Ethiopische en Eritrese troepen nou eens weigeren om zich terug te trekken uit de veiligheidszone? Wat als er incidenten plaatsvinden? ,,Speculaties'', vindt Van Gijtenbeek. De kolonel legt het nog één keer uit. ,,Eritrea is geen Bosnië. Wij zijn hier op uitnodiging van de partijen, om op de naleving van het voorlopig vredesakkoord toe te zien. We zijn hier níet om beide partijen uit elkaar te houden. Eritrea en Ethiopië beschikken elk over ruim 200.000 man. Als die besluiten elkaar naar de strot te vliegen, dan houden 4.200 ongelooflijk aardige, lichtbewapende blauwhelmen hen echt niet tegen.''
|
NRC Webpagina's 9 november 2000
|
Bovenkant pagina |
|