|
|
|
NIEUWSSELECTIE Georganiseerde illegale immigratie (NCIS)
Mensensmokkel
Asielzoekers in Engeland
|
Vrachtwagenchauffeur Perry W. staat terecht voor dood
van 58 Chinezen
Kleine krabbelaar snelverdiener in mensensmokkel
Perry W. (32) zou gaan trouwen, met Nora, een Marokkaanse die hij een jaartje kende. Donderdag 22 juni vorig jaar, vier dagen na het Doverdrama, was de ondertrouw gepland, in zijn woonplaats Capelle aan den IJssel. "Ik ben van plan tot het islamitische geloof te komen", zegt hij tegen de Britse politie, enkele dagen na zijn arrestatie. Vanaf het eerste moment na zijn aanhouding kiest de Nederlandse chauffeur de rol van de argeloze buitenstaander. Hij weet nergens van, hem kunnen ze niks maken, zijn huwelijk zal gewoon doorgaan. Als agent Peter Eriksson van de havenpolitie in Dover zondagnacht 18 juni, pal nadat hij de vondst van de 58 lijken heeft gedaan geëmotioneerd op hem afstapt, wacht Perry nonchalant naast zijn truck. Eriksson schreeuwt het uit: " IK ARRESTEER U OP VERDENKING VAN MENSENSMOKKEL." "Oh", zegt Perry W.. "Hij leek zich verder niet druk te maken", rapporteert Eriksson later aan de recherche in Kent. In de verhoren die volgen wil Perry best het een en ander vertellen. Nora is zijn favoriete onderwerp. "Zij betekent alles voor mij", zegt hij. Ze heeft een tijdelijke verblijfsvergunning in Spanje en mag zich pas in Nederland vestigen als Perry langere tijd vast werk heeft. Zo praat hij onbevangen door. Hij eet zo weinig in zijn cel, antwoordt hij, omdat hij te dik is voor zijn lengte 1 meter 86, 112 kilo. Of hij vertelt dat zijn oma van moeders kant Chinese was. Er is geen onderwerp waarover hij kortaf is, zolang het niet over Chinezen of smokkel gaat. Dan zegt hij: mijn baas heeft me gevraagd tomaten te rijden, de lading was verzegeld, ik sta hier buiten. Toch blijkt al snel dat Perry geen doorgewinterde crimineel is. De rechercheurs weten hem te verleiden op details van de smokkel in te gaan het zal hem later duur komen te staan. Zo bevestigt hij achteloos dat een vriend een paar maanden geleden in Dover is gepakt met Chinezen in zijn achterbak. Of hij beaamt zomaar dat het koelelement van de container niet werkte. Daar heeft hij zijn baas voor vertrek nog op aangesproken, vertelt Perry. Maar dan, zeggen de rechercheurs, wist hij dat de tomaten zouden verrotten tijdens de overtocht. "Dacht u daar over na?" "Ja, daar dacht ik over na", vermant Perry W. zich. "Ik heb [de directeur] gezegd dat [de tomaten] koud moesten blijven, maar hij zei dat het niet uitmaakte omdat hij toch verzekerd was. En hij is de baas en ik de werknemer, dus als hij zijn handel wil ruïneren is dat niet mijn probleem." Het zijn incidenten die de Britse rechercheurs alarmeren. Ze zetten alles op alles om Perry W. tot een directe bekentenis te brengen. Perry wordt behoedzamer, de rechercheurs zetten hem dan voor het blok: ze tonen in de verhoorkamer een video-opname met gruwelbeelden van de overleden Chinezen. Zijn advocaat roept: "Ogen dicht, Perry!" Daarna is de chauffeur zijn onschuld kwijt in ieder opzicht. Wat ze ook vragen, hoe ze hem ook proberen te charmeren: Perry heeft het gehád met de Britse agenten. Het enige wat hij nog uitbrengt is 'geen commentaar' of 'nein!'. Perry W. groeit nabij Rotterdam op in een wereld van transporteurs. Zijn vader, John, is taxichauffeur. In 1978, Perry is 10 jaar, neemt vader het taxibedrijf van zijn baas over om twee jaar later in de bijstand te belanden. Zijn moeder begint een verhouding met een van de chauffeurs, er volgt een echtscheiding, de kinderen (Perry heeft een twee jaar jongere zuster) blijven bij hun vader. Hij kan de opvoeding niet met het bedrijf combineren, kiest voor de kinderen, en betaalt hun opvoeding met een uitkering. Vanaf medio jaren '80 heeft hij wel baantjes, maar hij moet ze steeds ontijdig afbreken. Zijn vader lijdt aan 'hypertensie', vertelt hij de politie, en slikt kalmeringsmiddelen. Intussen blijft Perry contact houden met zijn moeder, zeggen vrienden, zij gaat later een patatzaak in Rotterdam runnen. Perry is een speels kind, geen studiebol. Een goedzak, vinden familieleden, die slecht in staat is zijn leven te organiseren. Verder dan 24 uur kijkt Perry zelden vooruit. Een nieuwe auto kan hem zoveel plezier geven dat hij de versnellingsbak in een dag aan gort rijdt. Na de introductie van de mobiele telefoon is hij tuk op die apparaten, hij heeft er altijd een paar op zak. De rekening kan hij zelden of nooit betalen. Het is een trekje dat hij niet afleert. Als hij in Dover wordt aangehouden, heeft hij nog steeds telefoonrekeningen openstaan, vertelt zijn 55-jarige vader de recherche. (Hij zit even vast, maar de verdenkingen tegen hem vervallen.)De man zegt niets van zijn zoons bemoeienis met mensensmokkel te weten, en steekt zijn weerzin tegen die handel niet onder stoelen of banken. "Als je op zo'n manier je geld moet verdienen, ben je niet waard te leven." Maar hij schrikt van de gegevens die de recherche hem verstrekt, waardoor ook bij hem het vermoeden rijst dat Perry in de smokkel zit maar, voegt hij daaraan toe, hooguit als hulpje. "Mijn zoon is niet in staat een dergelijk transport te organiseren. Daarvoor ken ik hem te goed." Perry's eerste baantje is in het bakkersbedrijf, een hard leven: iedere ochtend om drie uur op. Als hij overstapt naar het internationale transport, komen de eerste probleempjes. De verdiensten zijn mager, hij raakt verzeild in kleine criminele klusjes. In 1996 heeft hij geld voor een eigen transport-bv'tje het is binnen een jaar over de kop. Hij moet zijn meubels verkopen om te kunnen leven en staat enige tijd ingeschreven in een Rotterdams daklozentehuis. Collega-chauffeur Lammert N. uit Schiedam, een man zo oud als Perry's vader, vangt hem op. Hij richt in zijn huis een apart kamertje in voor Perry, die daar enkele jaren zal wonen. Net als Perry heeft Lammert de naam een goeierd te zijn, net als Perry leeft hij aan de rand van de maatschappij: geen werk, grote schulden, en radeloos over zijn drugsverslaafde zoon, die hem besteelt. De twee worden buddies, al domineert Perry de veel oudere Lammert. Die vertelt de recherche: "Perry en ik konden goed met elkaar opschieten, hoewel we regelmatig ruzie hadden. Perry wilde de baas over mij spelen." Dankzij de familie van Perry komen Lammert en Perry in 1999 weer aan de bak. Een oom van Perry, een vermogend zakenman, zet een bedrijf op, TBA, dat ritten in Europa voor de chauffeurs bemiddelt en hun paperassen bijhoudt. Ook Perry's vader John is bij het bedrijf betrokken: hij wordt administrateur. Maar familie of niet, de chauffeurs voelen zich allerminst schappelijk behandeld. Lammert vertelt de recherche dat Perry's oom 'een slavendrijver' is die van de mannen vergt dat ze dag en nacht doorkarren. De betaling, zegt hij, ligt in de praktijk ruim onder het minimumloon: 500 gulden netto per week, waarvan ze onderweg alle kosten moeten dokken. Als Lammert thuiskomt, is het geld altijd op.
Achteraf is alles met Nora begonnen. Perry ontmoet haar medio 1999 aan de Spaans-Franse grens, het is liefde op het eerste gezicht, en ineens komt hij niet meer bij Lammert slapen. "Nadat [Perry] het meisje had leren kennen, zag ik zijn uitgavenpatroon veranderen. Hij kocht een Peugeot 206 en later een BMW. () Dit was gezien onze verdiensten bijna onmogelijk. Perry vertelde mij dat hij () mobiele telefoons had opgekocht en doorverkocht met de nodige winst. Dit verhaal vertelde hij ook aan zijn vader, omdat hij toch een reden moest opgeven voor zijn uitgaven", verklaart Lammert. Ook andere chauffeurs, die na het Dover-drama bij de politie komen getuigen, zeggen dat Perry ineens zoveel geld heeft dat ze denken: kan niet eerlijk verdiend zijn. Bovendien stelt de recherche achteraf vast dat Perry in ieder geval al in 1999 contacten heeft met de smokkelbazen achter het Dover-drama: hij verkoopt zijn auto, een BMW, december 1999 aan Haci ('Martin') D., de vaste secondant van smokkelbaas Gürsel Ö.. (Zij worden met andere in Nederland aangehouden verdachten vanaf volgende week in Rotterdam berecht.) November 1999 komt Perry er tegenover zijn makker Lammert voor uit: hij smokkelt Chinezen. Hij vangt duizend gulden per Chinees, vertelt hij Lammert. Als je een kleine lading hebt, bel je Gürsel, hij heeft vaak Chinezen die weg moeten, ze mogen geen bagage, ze moeten hun kop houden, en per man krijgen ze een vuilniszak mee voor als ze moeten poepen of piesen. Perry heeft al een keer of vier, vijf de route gemaakt. Lammert schat dat hij er in een paar maanden anderhalf twee ton mee heeft verdiend. Als hij wil mag Lammert meedoen, zegt Perry. Gürsel Ö. blijkt over een schier onuitputtelijk aanbod Chinezen te beschikken. Perry brengt hem in contact met Gürsel en Haci D.. December 1999 doet Lammert zijn eerste Dover-rit, hij rijdt twintig Chinezen, en vangt 'sanderendaags van Gürsel 20.000 gulden in het handje. Een half jaar later verliezen de chauffeurs hun dekmantel. Lammert wordt gepakt in Dover: 50 Chinezen in de container. Hij ontloopt vervolging, maar de douane verrast hem met een extreem hoge boete: 100.000 pond. Een nieuwe Britse wet stelt chauffeurs aansprakelijk, ook als ze zeggen geen kennis van de illegalen te hebben gehad. Lammert kan de boete niet betalen, hij gaat failliet, waarna de boete op TBA komt te rusten. De eigenaar, Perry's oom, besluit daarop TBA te liquideren, en de trucks van de chauffeurs te verkopen. Ze zijn nu allemaal brodeloos: Lammert, Perry en zijn vader John.
Het was niet de bedoeling dat Perry W. de fatale rit naar Dover zou rijden. Diverse medeverdachten hebben de Nederlandse politie uitgelegd dat Perry in de smokkelorganisatie inmiddels een te prominente rol speelde om nog voor het vuile werk in aanmerking te komen. Blijkens de politiedossiers maant Gürsel diverse andere verdachten vanaf mei met spoed een nieuwe chauffeur te vinden. Pas als dat niet lukt, en de opeenhoping van illegale Chinezen in Rotterdam te groot wordt, valt op een laat moment, vermoedelijk pas in de week voor het vertrek, het besluit dat opnieuw Perry het risico neemt. Voordien neemt hij deel aan voorbereidende vergaderingen onder leiding van Gürsel. Ook regelt hij allerlei praktische zaakjes. Medeverdachten stellen vast dat hij een losse relatie met Gürsel heeft. Hoewel de 34-jarige leider uiterst geheimzinnig doet over zijn Chinese opdrachtgevers, durft Perry in het bijzijn van anderen te vissen naar hun identiteit. Anderzijds blijkt Perry W. geen gewetenloze schurk. Zo weet medeverdachte Van K. nog dat juist Perry er bij Gürsel op aandrong hooguit 25 Chinezen in de container te stoppen. "Perry wilde dat er niet te veel gevaar voor de te smokkelen mensen zou zijn." Zijn loslippigheid na zijn aanhouding wordt Perry vermoedelijk fataal. Hij wordt verdacht van 58 maal doodslag, mede omdat hij wist dat het koelelement van de container niet werkte. Daardoor was hem bekend, aldus redeneert de Britse justitie, dat de temperatuur in de container onverantwoord hoog zou worden. In combinatie met de vondst van zijn vingerafdruk op het tochtluikje van de container, dat pal voor de overtocht werd gesloten, is zo het bewijs geleverd dat Perry W. moedwillig het risico nam dat de Chinezen zouden stikken, meent de Britse justitie. Het laatste half jaar is Perry door de Britse politie diverse malen geconfronteerd met de grote hoeveelheid bewijs tegen hem. Hij is blijven zwijgen. Volgens betrokkenen bij het onderzoek mede door de sanctie die onder Chinese smokkelbazen op praten met de politie staat: de dood. Ook als twee weken geleden een Nederlandse delegatie van advocaten en het openbaar ministerie hem achter gesloten deuren hoort, is hij nauwelijks bereid een woord uit te brengen. "Ik schrok ervan", zegt een aanwezige. "Ik heb lange tijd niet zo'n zielig hoopje mens gezien." Bewijzen tegen Perry
De Britse en Nederlandse politie hebben een grote hoeveelheid bewijs gevonden dat Perry W. moedwillig heeft bijgedragen aan het smokkelen van Chinezen. Perry's verklaring dat hij een verzegelde partij tomaten overbracht en verder niets wist wordt volgens de politie op vele punten onderuitgehaald. Aan de hand van getuigenverklaringen en technisch bewijs is volgens de politie gebleken dat:
Zie ook:
Hoofdverdachte Dover-zaak gepakt (23 januari 2001) |
NRC Webpagina's 26 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|