|
|
|
NIEUWSSELECTIE Georganiseerde illegale immigratie (NCIS)
Mensensmokkel
Asielzoekers in Engeland
|
Na lang speuren door politie
Hoofdverdachte Dover-zaak gepakt
Door een onzer redacteuren
De Nederlandse man van Turkse origine, Gürsel Ö. (36), is volgens justitie de leider van de criminele organisatie die de mensensmokkel van de Chinezen voor haar rekening nam. Hij wordt verdacht van doodslag, het leiderschap van een criminele organisatie en valsheid in geschrifte. Ö. was sinds juni vorig jaar voortvluchtig. Medeverdachten hebben zeer belastende verklaringen over zijn leidinggevende rol afgelegd. Volgens justitie is de aanhouding een doorbraak. Ö. was de enige belangrijke Nederlandse verdachte die nog voortvluchtig was. Een twintig man tellend rechercheteam heeft het laatste half jaar onafgebroken naar hem gezocht, aanvankelijk in heel Europa, de laatste maand alleen in Nederland. Vermoedelijk heeft Ö. sinds juni vorig jaar een kamer bewoond in het Brabantse Oss. Daar leeft een grote Turkse gemeenschap. De mensen bij wie hij de kamer bewoonde, zijn vermoedelijk niet op de hoogte geweest van zijn criminele status, aldus betrokkenen bij het onderzoek. Hij is zondagavond om kwart over acht gearresteerd, terwijl hij op weg was naar een shoarmazaak in Heesch. Hij droeg geen vermomming en werd niet omringd door lijfwachten. Volgens betrokkenen bij het onderzoek waande hij zich veilig. Vastgesteld is dat Ö. de kamer die hij bewoonde overdag vrijwel nooit verliet. Volgens betrokkenen bij het onderzoek zijn "alle denkbare middelen" ingezet om hem te kunnen arresteren. De rol van Ö. in de Dover-zaak heeft het laatste jaar geleid tot heftige politieke en justitiële debatten. Minister Korthals (Justitie) moest zich driemaal in de Tweede Kamer verantwoorden voor het politieonderzoek naar de Dover-zaak. Volgens P. Doedens, de advocaat van Ö., was de politie tevoren op de hoogte van Ö.'s plannen met het transport naar Dover. Korthals heeft dit steeds tegengesproken, maar steeds weer werd hij geconfronteerd met gegevens waaruit een vroegtijdige kennis bij de politie van Ö's smokkelplannen bleek. Zo werd bekend dat Ö. al vóór het fatale transport uitgebreid was geobserveerd door de Rotterdamse rivierpolitie, waarbij voorbereidende smokkelhandelingen werden geregistreerd. Toch greep de politie niet in. Ook werd bekend dat de ambtelijke top van het ministerie van Justitie betrokken was geweest bij een uitleveringsbeschikking naar Frankrijk wegens een eerdere veroordeling van Ö. voor mensensmokkel. Ook dit speelde zich vóór de dag van het fatale transport af. Verder is gebleken dat de politie in haar observaties vaststelde dat Ö. vóór het Dover- transport intieme contacten had met een Chinese vrouw die in de politieregisters voorkomt als mensensmokkelaarster die in verband is gebracht met moord of doodslag en het lidmaatschap van een criminele organisatie.
Zie ook:
Eigenlijk is de Dover-zaak simpel (12 december 2000) |
NRC Webpagina's 23 JANUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|