Straatgeweld
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 





STRAATGEWELD
HET KOMT NOOIT UIT DE LUCHT VALLEN
GEMELD EN GETELD
LAW & ORDER
MEDIA
PREVENTIE
OPVOEDING
PSYCHE
MINDERHEDEN
GEVALLEN VAN GEWELD
TELEVISIE
RECLAME
ASPECTEN VAN GEWELD
IN DE KUNST
PER COMPUTER
ONDERZOEK
ORGANISATIES
PLATFORM



Overzicht eerdere
afleveringen Profiel

Strafmaat | Voetbalgeweld | In het verkeer| In huis | Op school | Alcohol

STRAFMAAT

Tussen de lidstaten van Europa bestaan grote verschillen in de reactie van justitiële autoriteiten op geweldsdelicten (assault). Dat blijkt uit een statistisch Sourcebook dat de Raad van Europa vorig jaar uitbracht.

In Griekenland en Rusland wordt in bijna zeventig procent van de zaken een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf opgelegd. Dat is bijna tienmaal zoveel als de percentages voor gelijke zaken in Duitsland (6 procent) of Portugal en Oostenrijk (beide 8 procent). Maar het aantal veroordelingen voor dit soort delicten per 100.000 inwoners is in Rusland eenderde van dat in Oostenrijk. In Schotland vallen er voor gewelddelicten zelfs 249 straffen en maatregelen per 100.000 inwoners.

De Nederlandse cijfers waren bij het opstellen van de Europese tabellen nog niet beschikbaar. Afgezien daarvan is een vergelijking toch al moeizaam, want veel landen tellen gewone mishandeling niet mee. Nederland doet dat wel. Dit delict vormt hier zelfs het wettelijk ijkpunt van de strafmaat voor gewelddelicten. Gewone of eenvoudige mishandeling kent een wettelijk strafmaximum van twee jaar of een boete van maximaal 25.000 gulden.

Minister Korthals (Justitie) wil dit bijzondere ijkpunt overigens verhogen tot drie jaar maximaal. De rechter houdt veel speelruimte, want voor alle delicten geldt een algemeen strafminimum van één dag.

De cijfers van het justitiële onderzoekscentrum WODC laten niet zien welke justitiële tarieven in de praktijk worden gehanteerd voor gewelddelicten. Wel tonen zij dat dit soort strafzaken tussen 1985 en 1995 in aantal is toegenomen.

Het accent in de afdoening verschoof daarbij van de officier van justitie (bij wie alleen een transactie mogelijk is) naar de rechter, die behalve een boete ook vrijheidsstraf kan opleggen. Het aantal onvoorwaardelijke vrijheidsstraffen voor de gehele categorie geweldsdelicten nam in tien jaar toe van 2.680 naar 4.087.

De groei van het aantal veroordelingen zat vooral in diefstal met geweld (van 1.071 naar 2.199). Het 'gidsdelict' mishandeling daalde zelfs licht van 799 naar 783 onvoorwaardelijke veroordelingen. Mishandeling wordt vooral afgedaan met geldboete (1995: 2.999 waarvan 161 voorwaardelijk). De algemene trend, zo signaleerde WODC-medewerker Berghuis in de bundel Hoe punitief is Nederland? (1994), is om delinquenten sterker dan voorheen daadwerkelijk te onderwerpen aan sancties. Die hoeven niet per se hard en zwaar te zijn, maar wel serieus.

Zijn collega Kommer concludeerde in dezelfde bundel: ,,Ik weet het niet zeker, maar Nederland lijkt wat milder dan andere Europese landen. Minder milder, misschien, dan een paar jaar geleden.''

NRC Webpagina's
10 FEBRUARI 2000


   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) FEBRUARI 2000