Zusje dat thuis de vloer veegt
Post staat traditioneel in de schaduw van
de telefoon. Sinds de samenvoeging van het Australisch bedrijf TNT met
PTT Post laat het postbedrijf zien dat het uitstekend op eigen benen kan
staan.
Marcella Breedeveld
HET HAD WEL IETS van een klassiek sprookje. Een telefoondochter die zich
op het bal mocht koesteren in de belangstelling van vele aanbidders, en
een postzusje dat thuis de vloer moest vegen. Voor de buitenwereld waren
binnen het vroegere post- en telecombedrijf Koninklijke PTT Nederland
(KPN) de verhoudingen duidelijk verdeeld. Telecom was snel, jong,
dynamisch en winstgevend, de sector van de toekomst. Post deed zijn
best, maar voerde een verloren strijd. Want wie verstuurt er nog een
brief als dezelfde boodschap per fax of e-mail al binnen een paar
minuten of zelfs seconden bij de geadresseerde ligt?
In de aanloop tot de beursgang van KPN in 1994, vijf jaar na de
verzelfstandiging door de Nederlandse overheid, was het voor
beursexperts dan ook zonneklaar dat KPN zichzelf zo snel mogelijk moest
omtoveren tot een `puur' telecommunicatiebedrijf. Weliswaar slaagde de
postdivisie van KPN er in om winst te maken op de bezorging van brieven
en pakjes (als een van de weinige ter wereld), maar dat kon nooit lang
blijven duren. KPN moest de postactiviteiten, die vanuit het oogpunt van
maatschappelijke behoeften natuurlijk hun nut hadden, maar zo snel
mogelijk teruggeven aan de overheid, zo luidde het advies van analisten
en beursdeskundigen gevraagd en ongevraagd aan KPN.
Anders dan bij Assepoester hield moeder KPN stug vol dat beide dochters
haar even lief waren. En als bewijs dat die loyaliteit niet alleen op
mooie woorden berustte, koos KPN in 1994 ervoor om, tegen alle goede
raad in, als een gecombineerd post-telecombedrijf naar de beurs te gaan.
Daarmee kwam echter geen einde aan de geruchtenstroom dat `telecom' en
`post' ooit op eigen benen zouden worden gezet, al bleef KPN-topman Wim
Dik voortdurend ontkennen dat er dergelijke plannen bestonden.
Achter de schermen, zo bleek achteraf, werd er door de KPN-top wel
degelijk nagedacht over de mogelijkheid om het bedrijf alsnog te
splitsen. Maar dan moest de posttak wel een behoorlijke kans op
overleven krijgen. Net als op de telecommarkt wilde de Europese
Commissie binnen afzienbare tijd de bezorging binnen Europa vrijgeven
voor concurrentie. Op het punt van de kwaliteit van de dienstverlening
maakte PTT Post een goede kans om op die markt staande te blijven. De
zwakke plek zat in de omvang van het bedrijf: gezien de grootte van
andere postbedrijven in Europa zou het slechts een kwestie van tijd zijn
voordat de Nederlandse postbezorging in buitenlandse handen terecht zou
komen.
De verlossing kwam uit Australie. Met de overname van het logistiek- en
expressebedrijf TNT eind 1996 voor 2,7 miljard gulden kreeg de
postdivisie niet alleen de vurig gewenste extra omvang, maar veroverde
het bedrijf ook in een keer een groot deel van de internationale markt
voor logistieke diensten. En hoewel de marges van TNT op expressvervoer
en distributie bij lange na niet het niveau haalden van de binnenlandse
postbezorging van PTT Post, leidde de transactie ertoe dat het vrij
traditioneel ingestelde postbedrijf opeens volop aanwezig was in
allerlei sectoren met aanzienlijke groeipotentie zoals de
just-in-time-toelevering van onderdelen in de auto-industrie.
Na `Operatie Gold' de schuilnaam die intern werd gebruikt voor de
overname van TNT - ging het opeens hard. Begin juni 1997 zei KPN-topman
Dik nog in deze krant: ,,Er is maar een goed antwoord op de vraag waarom
PTT Telecom en PTT Post bij elkaar zitten: omdat we bij elkaar zitten.''
Ruim een week later kwam hij op die woorden terug en maakte KPN
officieel bekend dat de post- en telecomdivisies toch zouden worden
gesplitst. Telecom ging door onder de naam KPN, post kreeg na een
uitputtende serie brainstormsessies de naam TNT Post Groep (TPG) mee.
Aanvankelijk mocht alleen KPN zich Koninklijk blijven noemen, maar sinds
begin dit jaar - ter gelegenheid van de 200ste verjaardag van de
staatspost - beschikt ook PTT Post weer over het predikaat van
hofleverancier.
De beslissing om het postbedrijf op eigen benen te zetten, luidde voor
TPG-bestuursvoorzitter Ad Scheepbouwer (binnen KPN als bestuurder al
verantwoordelijk voor PTT Post) een hectisch jaar in. Naar buiten toe
moest hij het nieuwe bedrijf TPG zien te `verkopen', wat vooral
betekende dat hij beleggers moest overtuigen van de zin om geld te
steken in een onderneming die bij veel mensen werd geassocieerd met
ambtelijke postbezorgers. Tegelijkertijd moest Scheepbouwer intern
toezien op het verloop van de integratie tussen PTT Post en TNT en op
een ingrijpende reorganisatie bij PTT Post (onder de naam Briefpost
2000) die al zes jaar daarvoor was ingezet en in 1998 moest worden
afgerond. Kern van de operatie: het sneller bezorgen van de post, tegen
minder kosten, voornamelijk door de sortering van de post vergaand te
automatiseren.
In de eerste helft van 1998 leek het er even op dat de reorganisatie
verkeerd ging uitpakken. De volautomatische sortering van allerhande
soorten post bleek met nogal wat kinderziektes gepaard te gaan, terwijl
de overheveling van de sortering van twaalf bestaande knooppunten naar
zes grote `sorteerfabrieken' ook niet feilloos verliep.
Gevolg was dat PTT Post steeds meer moeite kreeg de eigen belofte na te
komen dat brieven (mits op tijd aangeleverd) binnen een dag bezorgd
worden. Die problemen zijn inmiddels grotendeels opgelost. In de loop
van dit jaar hoopt het bedrijf 90 procent van de briefpost via de
machines te kunnen verwerken. Ter vergelijking: het Europese gemiddelde
voor automatische verwerking ligt rond de 10 procent.
Wat PTT Post parten speelde, was een ontwikkeling die men binnen het
bedrijf zelf niet voor mogelijk had gehouden: in plaats van te dalen,
blijken de traditionele poststromen sinds begin jaren negentig juist te
stijgen. De enorme populariteit van fax en e-mail hebben weliswaar een
groot deel van de normale post vervangen, maar tegelijkertijd blijken
deze elektronische brievenbussen heel veel fysieke post te genereren. Zo
worden bijvoorbeeld veel faxen nog eens per post nagestuurd. Daarnaast
hebben de vele geautomatiseerde adressenbestanden ervoor gezorgd dat
organisaties met groot gemak mailings van tien- of honderdduizenden
stuks de deur uit kunnen doen. Toppers van vorig jaar waren de
verzending van ruim twaalf miljoen formulieren voor het donorregister in
opdracht van het ministerie van Volksgezondheid en de verzending van
drie miljoen brieven ter promotie van de Postcodeloterij.
Hoe goed het ook gaat in Nederland, voor TPG-topman Scheepbouwer is het
niet genoeg. In navolging van de markt voor expresbezorging, waar TPG
via bestaande bedrijven van TNT en een aantal recente overnames in
Europa bezig is met het opbouwen van een sterke positie, wil TPG ook met
de traditionele postbezorging graag de grenzen over. Al jaren wordt er
in Brussel gesproken over het vrijgeven van de Europese postmarkt vanaf
2003. Voor de Nederlandse overheid reden om de nationale markt
binnenkort al voor een belangrijk deel vrij te geven.
In landen als Frankrijk en Italie echter oefenen de staatspostbedrijven
via hun eigen overheden voordurend een sterke lobby om hun monopolies te
kunnen behouden. Tot frustratie van Scheepbouwer, die het eind vorig
jaar op de Nationale Post Conferentie zo zei: ,,Het kan natuurlijk niet
zo zijn dat we de Nederlandse postmarkt volledig vrijgeven, terwijl
andere landen hun deuren gesloten houden. (...) Anders zouden
buitenlandse concurrenten in Nederland vrij spel hebben, terwijl zij in
hun thuismarkt zelf van concurrentie gevrijwaard blijven.''