Verlangen naar de vrijheid van een vogel
Van zes tot negen sorteert de postbode.
Daarna begint zijn ronde. Over het vak, de mensen en de verzakelijking.
Danielle Pinedo
POSTBODES ZIJN gevoelsarm en lui. Tenminste, als we filmmakers als
Michael Radford en He Jianjun mogen geloven. In Il Postino portretteert
Radford de vriendschap tussen de Italiaanse postbode Mario Ruppuoli en
de Chileense dichter Pablo Neruda. Het tweetal leest gedichten, luistert
naar muziek en fantaseert over mooie vrouwen. Onder werktijd, want de
post is bijzaak. Ruppuoli bezorgt Neruda's brieven en pakketjes - veelal
afkomstig van vrouwelijke fans - enkel en alleen om toegang te krijgen
tot zijn wereld van liefde en poezie.
Ook Postman van He Jianjun doet het imago van de postbode geen goed. De
Chinese brievenbesteller Xiaodou wordt geportretteerd als een
afhankelijke, pathetische man die, net als Mario Ruppuoli, zijn emoties
beleeft door ze bij anderen af te kijken. Anders dan zijn Italiaanse
collega gaat Xiaodou geen vriendschap aan met zijn klanten, maar
bestudeert hij in het geheim hun correspondentie.
Wie een paar dagen met Nederlandse postbodes op stap gaat, merkt dat het
filmisch beeld van de postbode zeer eenzijdig is. Postbodes zijn veelal
hardwerkende, collegiale mensen met een doorsnee gevoelsleven. De een is
wat nieuwsgieriger dan de ander, maar slechts een enkeling schendt zijn
beroepsgeheim.
Vrijwel zonder uitzondering kiezen postbodes voor het metier omdat ze
,,niet tussen vier muren willen zitten'', of omdat ze ,,eigen baas
willen zijn''. ,,Postbode word je omdat je aan het keurslijf wilt
ontsnappen, niet omdat je er toe gedoemd bent'', zo vat een van hen het
samen.
Net als Mario Ruppuoli is de Urkse postbode Jan Jurie van der Berg (42)
een visserszoon wiens `hart op het water ligt'. Terwijl we in rap tempo
zijn wijk doorkruisen voor de bestelling, vertelt Van der Berg dat hij
van jongs af aan visser wilde worden. Zijn vader - die een ongeluk op
zee ternauwernood overleefde - doorkruiste zijn pad. ,,Komt wat er
komt'', hield hij zijn zoon voor, ,,maar jij gaat niet de zee op.''
Om de pijn te verzachten nam Van der Berg sr. zijn zoon van tijd tot
tijd mee uit vissen bij de Urker dijk, waar zij op een zomerse middag
een postbode over het water zagen turen. ,,Hij had zijn dienst er vroeg
op zitten en genoot van het weer'', vertelt Van der Berg. ,,Ik dacht:
die man heeft het goed voor elkaar. Hij is zo vrij als een vogel.''
Niet veel later bezorgde de Urker zelf pakketten per bakfiets - in pak,
met stropdas en gouden knopen, waarvan de bovenste altijd dicht zat.
Vorige maand vierde hij zijn 25-jarig jubileum.
Ook Eric de Jong (29) uit Sneek werd postbezorger ,,om zelf mijn leven
te kunnen invullen''. Net als Van der Berg begon hij al op jonge
leeftijd als zaterdagwerker. ,,Ik was Havo-scholier'', vertelt hij. ,,Na
mijn diensttijd kon ik kiezen: sergeant bij de luchtmacht in
Soesterberg, of postbode in Sneek. Ik heb nooit spijt gehad van mijn
keuze.'' De Jong heeft sinds enkele jaren een vast contract; van zes tot
negen sorteert hij brieven en pakketten, daarna bestelt hij de post tot
drie uur 's middags in nabijgelegen Friese gehuchten als Oosthem,
Abbega, Westhem en Blauwhuis. ,,Wat ik mooi vind aan dit vak? Ik ben
vroeg klaar met mijn werk en heb dan nog alle tijd voor mijn hobby's. En
de sfeer op het bedrijf is geweldig. Ik ken alle tachtig medewerkers. We
steunen elkaar door dik en dun.''
Het leven van de hedendaagse postbode valt of staat met collegialiteit,
want de werkdruk is de laatste jaren flink toegenomen. Op 1 januari 1989
werd het Staatsbedrijf der PTT omgezet in de naamloze vennootschap
Koninklijke PTT Nederland (KPN). Het maken van winst werd belangrijker
en de klant kwam centraal te staan. Brievenbussen moeten op gezette
tijden worden geleegd, zodat de burger weet waar hij aan toe is. De
postbode moet zelf de herkomst van onbestelbare pakketten en
aangetekende brieven in de computer zetten. En als vijf bedrijven op
dezelfde dag ongeadresseerde post willen laten bezorgen, is de postbode
verplicht het materiaal mee te nemen - ongeacht zijn drukke schema.
Van der Berg ziet de verzakelijking met lede ogen aan: ,,Toen ik nog
ambtenaar was, was het een stuk gemoedelijker. Er werd minder op de klok
gelet. Zolang je je werk deed, werd er niet geklaagd. Bij het sorteren,
voorafgaande aan de bezorging, gaat men tegenwoordig uit van `stuks' en
`tijdseenheden'. Vierhonderd gesorteerde stuks per uur, dus 1.600 in
vier uur tijd. Maar postbodes zijn ook mensen. Een slapeloze nacht en
mijn post voor de Curacaostraat belandt zonder pardon in de
Bonairestraat.''
Ook in het Friese Sneek is het werk verzakelijkt. De Jong rijdt sinds
enkele jaren in een auto met computerchip, die nauwkeurig registreert
hoe hard hij rijdt, optrekt en remt. Draait zijn motor langer dan twee
minuten stationair, dan maakt de computer een aantekening. Na vijf
aantekeningen volgt een berisping. Sinds de invoering van de chip wordt
de post volgens De Jong sneller bezorgd en is het dieselgebruik
afgenomen. Een goede zaak vindt hij het, want ,,als commercieel bedrijf
moet je altijd streven naar verbetering van je dienstaanbod''.
Is de bezorging door alle maatregelen niet minder persoonlijk geworden?
,,Nee'', zegt de Sneker, terwijl hij afremt voor een melkbedriuw
(melkbedrijf) in Westhem. ,,Ik ben altijd voorkomend, ik ken mijn
klanten, maar ik kom nooit bij ze over de vloer.'' Als we even later
Blauwhuis binnenrijden, wordt De Jong opgewacht door een verstandelijk
gehandicapte jongen die hij bij naam blijkt te kennen. Hij maakt een
praatje, terwijl zijn motor doordraait.
Ook de Urker postbode Van der Berg zit niet om woorden verlegen. ,,Aan
de koffie?'', roept hij een kalende, gezette man toe die net zijn huis
binnenstapt. ,,Of aan de borrel?'' Van der Berg blijkt negen van de tien
bewoners van wijk 5 te kennen. Hij weet wat voor soort correspondentie
ze krijgen en laat brieven met een foutief adres moeiteloos in de juiste
brievenbus glijden.
Toch ,,zwijgt hij als het graf'', als hij zaken opmerkt die voor een
ander verborgen dienen te blijven. ,,Laatst'', zegt hij, ,,hoorde ik op
een verjaardag dat een bepaald bedrijf failliet was gegaan. Dat
verbaasde me niet, want het bedrijf kreeg al wekenlang brieven van een
incassobureau.'' Ook heeft hij wel eens twee bekenden ,,die niet bij
elkaar horen'' de liefde zien bedrijven toen hij de post door de bus
duwde. Nu maar hopen dat het goed komt, dacht hij, als hij hen nadien -
met officiele partner - tegenkwam.
Toch zijn er ook postbodes die, net als Mario Ruppuoli, het leven van
hun klanten op de voet volgen. Niet uit nieuwsgierigheid, maar uit
compassie. Saskia Dekker (24) verruilde drie jaar geleden haar baan bij
een kinderdagverblijf voor die van brievenbesteller in Amsterdam-Noord.
In de loop der jaren heeft ze een tiental klanten beter leren kennen,
waar ze geregeld binnenwipt voor een kop koffie.
Vooral oudere mensen wachten haar op als zij 's morgens de wijk Kadoelen
intrekt. Ze krijgt fooien voor het bezorgen van pakketten en wordt
vermanend toegesproken als zij bewoners vergeet te groeten. Waar praat
ze zo al over? ,,Over van alles'', zegt de hartelijke Amsterdamse.
,,Werk, hobby's, de dood van een partner. Mensen willen gewoon hun hart
uitstorten.''
Dekkers mentaliteit heeft een nadeel: de werkdag wordt almaar langer.
,,Soms loop ik nog buiten als de schemering invalt. Pas als ik de
etensluchten ruik, weet ik dat het tijd is om naar huis te gaan.''