|
Declaratiecultuur Rotterdam
De 'declaratiecultuur' in de gemeente Rotterdam is gewijzigd bij het vertrek van burgemeester Peper naar Den Haag in de zomer van 1998. Zo hebben de Rotterdamse wethouders, in de tijd tussen het vertrek van Peper en het aantreden van de nieuwe burgemeester I. Opstelten (VVD), besloten dat de burgemeester geen eerste-klas-vliegreizen meer kan declareren. Het punt van buitenlandse reizen trok eerder ook veel aandacht in Rotterdam. Al in 1984 is gepoogd 2 miljoen gulden op die kostenpost te besparen. Lees ook: Regels voor burgemeestersdeclaraties Het ministerie van Binnenlandse Zaken, waar Peper minister van is geweest, blijkt streng te zijn voor burgemeesters die teveel declareren. Onjuiste declaraties van ,,enkele tienduizenden guldens'' zouden moeten leiden tot oneervol ontslag. Dit staat in pleitnota's van het ministerie, daterend uit 1993 en 1995. Lees ook: Declaratie dienstauto NRC Handelsblad verkreeg verscheidene documenten over de dienstauto van minister A. Peper. Binnenlandse Zaken gaf uiteenlopende lezingen van de feiten. Op deze site worden de stukken, in chronologie van ontvangst, weergegeven.
Zie ook: Het onderzoek naar het declaratiegedrag van Peper heeft geleid tot een rechtszaak over het openbaar maken van de bonnetjes, een eis van journalist D. Berts die een beroep deed op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB). De bestuursrechter stelde in haar vonnis dat Peper zijn declaratie-formulieren openbaar moest maken, privé-adressen en bankrekeningnummers mocht hij doorstrepen.
26 april 2000: Uitspraak door de Raad van State in het hoger beroep, aangespannen door minister Peper, over het vrijgeven van declaraties.
Lees ook:
|
NRC Webpagina's 9 maart 2000
|
Bovenkant pagina |
|