Cahier Peper

Nieuws

Politieke gevolgen

Ontslag Peper

Onderzoek Rotterdamse gemeenteraad

Rapport COR

Declaraties

Door onze redacteuren GEERT VAN ASBECK en TOM-JAN MEEUS
ROTTERDAM, 10 FEBR. De wethouders van Rotterdam hebben begin vorig jaar onderling besloten dat de burgemeester voortaan geen eerste klas-vliegreizen meer kan declareren. Het besluit werd genomen op een moment dat burgemeester Peper, die veel eerste klas reisde, al was vertrokken terwijl zijn opvolger Opstelten nog niet was aangetreden.

Volgens interne gemeentelijke documenten kreeg het college van burgemeester en wethouders al in 1994 uit de rekeningencommissie van de raad het advies in principe niet langer eerste klas te laten reizen. Dit nadat een accountant in een vertrouwelijk rapport van 1 juli 1993 schreef dat de regels voor het ,,zeer dure eerste klas-reizen (al dan niet met partner)'' vrijwel ,,niet toetsbaar'' waren. Deze regels maakten het mogelijk zowel sociale als protocollaire redenen aan te wenden voor de aanschaf van een eerste klas-ticket.

In een besloten vergadering wist Peper daarop begin 1994 een andere commissie uit de raad er toch van te overtuigen dat eerste klas-vliegen mogelijk moest blijven. Dit blijkt uit een verslag van 23 februari 1994 van de commissie Algemene Bestuurszaken (ABZ). Daarna bleef het, naar nu blijkt tot januari 1999, voor de burgemeester mogelijk zowel op Europese als intercontinentale reizen op basis van eerste klas te vliegen als daar ,,sociale of protocollaire redenen'' voor waren. Dit staat in de toenmalige gemeentelijke richtlijnen.

In Den Haag reizen vrijwel alle ministers en staatssecretarissen business-class. Woordvoerders van Buitenlandse Zaken, Defensie, Landbouw en VROM bevestigen dat hun bewindslieden standaard nooit eerste klas reizen. Het prijsverschil tussen eerste klas en business-class is groot. Een ticket naar bij voorbeeld Cuba kost voor business-class op dit moment circa 7.500 gulden, eerste klas circa 11.500 gulden.

Onze politieke redactie voegt hieraan toe: Minister Peper moet de declaratieformulieren die hij tijdens zijn ministerschap heeft ingediend bij Binnenlandse Zaken openbaar maken. Hij mag privacy-gevoelige gegevens op de formulieren doorhalen. Dit heeft de bestuursrechter bij de Raad van State vanmorgen bepaald.

Minister Peper hoeft vooralsnog niet de bonnetjes van de uitgaven die hij heeft gedaan openbaar te maken. De voorzitter van de afdeling rechtspraak bij de Raad van State zal hierover later een oordeel vellen. Minister Peper moet de 'geschoonde' declaratieformulieren uiterlijk binnen een week openbaar maken.

Peper vertrok medio 1998 uit Rotterdam om minister van Binnenlandse Zaken te worden. Het Rotterdamse college, destijds voorgezeten door loco-burgemeester H. Simons, besloot 12 januari vorig jaar alsnog het eerste klas-reizen te schrappen, bevestigt een woordvoerder.

Hij laat weten dat er destijds drie redenen waren voor dit besluit: ,,business-class is alleszins comfortabel'', het lagere tarief past ,,beter in het politiek-bestuurlijk beeld van vandaag'', en het business class reizen is ,,logistiek eenvoudiger''. Veel luchtvaartmaatschappijen zoals KLM hebben de eerste klas geschrapt, waardoor vaak een overstap in Londen nodig is.

Burgemeester Opstelten, die 16 februari 1999 aantrad, laat weten dat hij geen enkel probleem heeft met het schrappen van de eerste klas. ,,Dat besluit heeft mijn volledige steun. Als ik bij die collegevergadering was geweest had ik er mee ingestemd'', aldus zijn woordvoerder.

PvdA'er Simons, die de collegevergadering voorzat waarin het eerste klas-reizen sneuvelde, heeft nog recentelijk zijn afkeer van de mores van zijn partijgenoot Peper verwoord.

,,Dat cultuurtje van je niet expliciet voor financiële uitgaven hoeven verantwoorden, van zo royaal mogelijk leven, ligt me niet'', aldus Simons in Vrij Nederland. Een commissie uit de Rotterdamse raad onderzoekt de declaraties van onder meer Peper in de periode 1986-1998. Het draait vooral om zijn reizen en zal behalve de rechtmatigheid ook de doelmatigheid van de declaraties in kaart brengen.

Verwacht wordt dat het rapport op zijn vroegst eind volgende week rijp voor publicatie is.