Ex-wethouder gispt declareren van Peper
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 7 OKT. ,,De trap moet van bovenaf worden schoongeveegd. Maar tot nu toe is alleen
onderaan gestraft. En daar kan ik woedend over worden.'' Dat zegt de Rotterdamse
oud-wethouder mevr. M. C. van de Pol (VVD), die in de periode 1986-1990 als
enige niet-PvdA'er deel uitmaakte van het college van B en W onder leiding
van burgemeester Peper.
Lagere ambtenaren op het Rotterdamse stadhuis werden eerder dit jaar geschorst
en overgeplaatst, omdat ze gesjoemeld hadden met de voorraden drank en sigaretten.
Prompt doken weer de al jarenlang rondgaande geruchten op over de 'onregelmatige'
uitgaven en het uitbundig declaratiegedrag van burgmeester Peper en sommige
PvdA-wethouders.
Van de Pol, destijds onder meer wethouder personeelszaken, ervoer dat er
,,emolumenten werden opgerekt'' en, mede door de politieke overmacht van de
PvdA, een bestuurscultuur was ontstaan waardoor leden van het college van
B en W ,,chantabel'' werden.
Van de Pol: ,,Ik moest een keer Rotterdam vertegenwoordigen in de Japanse
stad Kobe. Na afloop van dat bezoek knoopte ik daar enkele dagen vakantie
in Hongkong aan vast. Bij terugkeer betaalde ik mijn privé-uitgaven
in Hongkong terug. Een half uur nadat ik de declaraties in orde had gemaakt,
werd ik ontboden bij Peper. Hij nam me mijn gedrag zeer kwalijk en liet me
alle hoeken van de kamer zien. Want met dit 'precedent' verpestte ik het voor
de anderen.'' De oud-wethouder is ,,niet verbaasd'' dat ,,uitwassen'' tijdens
het ,,duurste burgemeesterschap'' dat Rotterdam met Peper ooit had, nu weer
ter sprake komen. Van de Pol: ,,Ambtenaren werden op hun politieke kleur beoordeeld
en dat leidde tot vriendjespolitiek en vervaagde gezagsverhoudingen.''
Een raadscommissie onder leiding van D66-fractievoorzitter Van Ravestijn
gaat een onderzoek instellen naar de uitgaven van B en W tijdens de afgelopen
twee raadsperioden. De commissie hoopt in februari met een rapport te komen.