|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Van Aartsen Schriftelijke verklaring Van Aartsen
|
De tweede ronde
Daar kan vanzelfsprekend lacherig over gedaan worden, maar in de kern is er toch iets fundamenteel mis in de verhouding tussen de minister- president en de minister van Buitenlandse Zaken. En dat is wel degelijk ernstig. Eerst was er de openbare terechtwijzing van Kok aan het adres van Van Aartsen naar aanleiding van de onbezonnen opmerkingen van de laatste over de situatie in Joegoslavië. Hierdoor voelde Van Aartsen zich geschoffeerd. Alleen een 'goed' en 'indringend' gesprek tussen beiden heeft toen weten te voorkomen dat Van Aartsen zijn functie ter beschikking stelde.
NAUWELIJKS TWEE weken later kwam dan dit weekeinde de opzienbarende mededeling van minister-president Kok dat hij al eerder van de voorkeur bij VN-secretaris-generaal Kofi Annan voor Lubbers op de hoogte was, maar dit geheim heeft gehouden voor Van Aartsen om uitlekken te voorkomen. Dat Van Aartsen nu op zijn beurt met een verklaring is gekomen dat ook hij al veel eerder wist dat er een alternatief voor de officiële Nederlandse kandidaat Pronk in de maak was, doet weinig af aan de woorden van Kok. Kennelijk vindt de minister-president - in de Nederlandse verhoudingen nog altijd niet meer dan primus inter pares - het onder bepaalde omstandigheden opportuun de eerstverantwoordelijke minister voor een bepaald onderwerp niet in te lichten. Daar komt nog bij dat de redengeving van Kok, namelijk het gevaar voor de kans op uitlekken, duidt op weinig vertrouwen. De moeizame verhouding tussen Kok en Van Aartsen doet veel denken aan de gespannen relatie tussen premier Lubbers en minister Van den Broek van Buitenlandse Zaken, eind jaren tachtig. Toen betrof het telkens terugkerende competentiegeschillen tussen de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken waarbij ook de karakters van beiden ontegenzeggelijk een belangrijke rol speelden.
DAT NEEMT NIET weg dat in het internationale krachten veld de positie van de minister-president is veranderd. Een belangrijk deel van zijn werkzaamheden beweegt zich thans op het terrein van Buitenlandse Zaken. De regeringsleiders komen zeker in Europees verband steeds vaker bijeen, terwijl ook de informele contacten tussen hen aanzienlijk zijn toegenomen. Dan wil de positie van de Nederlandse minister-president - die formeel geen leider is - ten opzichte van de 'echte' minister van Buitenlandse Zaken wel eens gaan knellen. Het is de vraag of de bestaande 'procedureafspraken' nog wel voldoen. Een fundamenteel debat over deze vorm van gedoogbeleid is zeker op zijn plaats. Daarbij zou dan aan de orde moeten komen hoe de positie van de minister-president aan de gegroeide werkelijkheid kan worden aangepast. Of dit conflicten tussen Kok en Van Aartsen kan voorkomen, valt nog te bezien. Het heeft er veel van weg dat bij hen behalve competenties ook incompatibilité d'humeur een rol speelt. Van Aartsen heeft nu zijn tweede ronde met Kok gehad. De premier heeft opnieuw zijn spijt betuigd. Een derde ronde ligt niet in de rede.
Zie ook:
Kok lichtte Van Aartsen niet in over Lubbers 28 oktober 2000) |
NRC Webpagina's 31 OKTOBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|