NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

Dossier Kok / Van Aartsen

Nieuws

Wim Kok

Jozias van Aartsen

Buitenlands beleid

Documenten

Links

VERKLARING MINISTER VAN AARTSEN

maandag 30 oktober 2000

Bij terugkeer van mijn reis naar Suriname, de Antillen en Aruba werd ik geconfronteerd met berichtgeving in de media over de gang van zaken bij de benoeming van nieuwe commissaris voor de UNHCR. De ophef spitste zich toe op twee aspecten van mededelingen die door de premier daarover zouden zijn gedaan tijdens zijn wekelijkse persconferentie.

1. De premier zou mij op 13 oktober niet op de hoogte hebben gesteld van het feit dat de naam van de heer Lubbers als kandidaat voor de opvolging van mevrouw Ogata werd genoemd.

2. De reden dat hij dit had verzwegen zou zijn dat hij wilde voorkomen dat door vroegtijdig uitlekken van een kandidatuur-Lubbers zich een "nachtmerrie-scenario" zou voordoen, namelijk dat noch de heer Pronk noch de heer Lubbers zou worden benoemd.

ad 1
Inderdaad is tijdens het gesprek dat de premier en ik op 13 oktober tijdens de Europese Top in Biarritz over de stand van zaken rond de kandidatuur Pronk hebben gehad de heer Lubbers niet met name genoemd.
Toen mij bleek dat die naam wel ter sprake was gekomen in het gesprek van de premier met de heer Annan, heb ik aan dat feit geen bijzondere betekenis gehecht, aangezien de mededelingen die de sgVN daarover aan de premier had gedaan aansloten bij de mij beschikbare informatie.
Begin oktober werd mij gemeld dat er in de top van de VN naast de naam van Jan Pronk ook andere Nederlandse namen werden genoemd.
Na overleg van mij met sg Kofi Annan op 6 oktober heb ik tegenover de premier op 6 en 8 oktober hiervan gewag gemaakt. Ook heb ik de premier ervan op de hoogte gesteld dat er ten aanzien van alle bij Annan gemelde kandidaten complicaties waren en dat de sg voor het einde van de daaropvolgende week met hem contact zou opnemen.

De inhoud van het gesprek van de heer Annan met de premier op 13 oktober kwam voor mij dan ook niet als een verrassing.
Er was op dat moment echter nog geen sprake van een definitieve keuze van de sgVN voor de heer Lubbers Op het moment dat het daar naar toe ging ben ik daarvan door de heer Annan op de hoogte gesteld.
Vervolgens heb ik de premier hiervan in kennis gebracht. De definitieve keuze is aan de heer Van Walsum op 20 oktober meegedeeld.

ad 2
Ik deelde de opvatting van de premier dat een "nachtmerrie-scenario' waarbij' noch Pronk noch een andere Nederlandse kandidaat zou worden benoemd tot iedere prijs voorkomen moest worden. Dat heeft in alle contacten met de sgVN mijn handelen bepaald.
Zolang niet vaststond dat de kandidatuur Pronk voor de sgVN niet meer aan de orde was, zou van steun van de Nederlandse regering voor een andere Nederlandse kandidaat geen sprake kunnen zijn. Volgens dat uitgangspunt hebben wij beiden gehandeld.

Mede gezien het feit dat in de betreffende periode over deze ontwikkelingen niets naar buiten is gekomen, ben ik er dan ook van uit gegaan dat opmerkingen over vroegtijdig uitlekken niet mijzelf konden betreffen.
De premier heeft dit tegenover mij bevestigd en verklaard dat indien die indruk zou zijn ontstaan zulks onbedoeld was en dus te betreuren.

Minister J. van Aartsen,
Buitenlandse Zaken

NRC Webpagina's
30 oktober 2000

Den Haag

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad