Overzicht eerdere
afleveringen
TWEEDE KAMER
STELLINGEN
TWEEDE-KAMERLEDEN
DISCUSSIE
|
Kamerleden beschikken over voldoende kennis en maatschappelijke ervaring om te kunnen functioneren als volksvertegenwoordiger
Cees van Wingerden - geen kandidaat:
Hans Janmaat - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De Nederlandse politiek is gebaseerd op loyaliteit jegens partij en fractie, ik zou bijna zeggen: op vriendjespolitiek. In de meeste partijen komen mensen omhoog die het meest loyaal zijn aan de leiding niet zij die het best de samenleving kennen. Neem Sharon Dijksma van de PvdA. Die heeft misschien een paar jaar op school gezeten, maar is dat genoeg om in de Kamer de portefeuille Onderwijs te doen?''
,,Sommigen wel, sommigen niet. Vooral bij de grote fracties zie je een groepje mensen dat heel gespecialiseerd is en van wanten weet. Zij verrichten al het werk en zijn altijd aan het woord. Als ik aan andere fractieleden vraag hoe zij stemmen, wijzen ze naar die paar mensen en zeggen 'dat moet je maar aan hun vragen'. En er is natuurlijk een groot verschil tussen of je net begint of hier al vier jaar zit.''
Anneke Assen - geen kandidaat:
,,Je moet bij elk onderwerp contact houden met de mensen in het veld.''
Pieter Jan Biesheuvel - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Enige ervaring is wel nodig voordat je in de Kamer komt, hoewel je eenmaal in de Kamer ook nooit over voldoende kennis en ervaring blijkt te beschikken.''
Ank Bijleveld-Schouten - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Een frisse kijk op dingen is net zo belangrijk als ervaring en deskundigheid. Dat heb ik zelf gemerkt toen ik als 27-jarige in de Tweede Kamer kwam.''
Kees Bremmer - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er is veel kritiek op Kamerleden en dat doet pijn. Het overgrote deel werkt hard en bereidt de stukken goed voor. Het beeld heerst van de zakkenvullers die iedereen naar de mond praten. Ik heb daar soms last van. Het is gek: enerzijds is er veel onwetendheid over wat we hier allemaal doen, anderzijds is er ook een heel hoog verwachtingsniveau van wat we kunnen bereiken. Misschien is Den Haag daardoor wel een soort piespaal voor algemene gevoelens van onvrede.''
Nancy Dankers - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het gaat niet alleen om kennis, maar ook om dingen als levenservaring.''
Ali Doelman-Pel - geen kandidaat:
,,Er is best veel kennis in de Kamer. Je hoeft niet gescheiden te zijn om toch over de hulpverlening in zulke situaties te kunnen oordelen.''
Frans Josef van der Heijden - geen kandidaat:
,,Met de informatievoorziening van Kamerleden is weinig mis. Mijn moeder vertelt me haarfijn dat het moeilijk rondkomen is van alleen haar AOW'tje, mijn dochter heeft een eigen zaak, een schoonzoon heeft een eigen zaak, een zoon is beroepsmilitair, ik woon in een Rotterdamse straat, ik ben actief in allerlei besturen in de stad, ik krijg stapels post en veel telefoon van gewone burgers _ ik durf echt wel te beweren dat ik weet wat er speelt in de samenleving. Paul Rosenmoller heeft zo'n trucje in het debat: dan gaat hij voorlezen uit een brief van iemand met een schrijnend probleem en dan roept hij dat Kamerleden op een eiland leven. Slimme zet, maar het is grote onzin.''
Maria van der Hoeven - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De meeste Kamerleden hebben een open oog en oor. Ze hechten veel aan werkbezoeken, stages en bouwen gaandeweg een groot netwerk op. De uitdaging is om die opgedane kennis op peil te houden, want deze vierkante kilometer is een landje apart en dat heeft zo zijn gevaren.''
Gerrit de Jong - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Tegenwoordig denkt men dat je op je tweeëndertigste al het Nederlandse volk kunt vertegenwoordigen: dat is natuurlijk volstrekte onzin. Het is beter als je als Kamerlid al wat rond hebt gekeken, want die verjonging komt het debat in het geheel niet ten goede. Hoe vaak ik niet met gekromde tenen een debat bijwoon! Er wordt heel wat afgeschreeuwd, iedereen wil maar met zijn snuit voor de camera. Nee, het lijkt mij beter dat politieke partijen wat meer aan kadervorming gaan doen''
René van der Linden - geen kandidaat:
,,In het buitenland telt kennis en ervaring veel zwaarder dan hier. De omloopsnelheid van parlementariërs wordt steeds hoger. Als je 7 of 8 jaar kamerlid bent hoor je al bij de ouderen. In de verhouding tussen regering en parlement zie je een verzwakking van het parlement. Het zijn allemaal eenmanszaakjes met een magere staf, terwijl de regering door duizenden ambtenaren wordt gesteund. Daarom is ervaring en collectief geheugen van belang. Uit het oogpunt van checks and balances is die hoge omloopsnelheid geen goede zaak.''
Marry Visser-van Doorn - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Je kunt nog zo'n mooie functie hebben bekleed in de maatschappij, maar het Kamerlidmaatschap is en blijft een vak apart. Daarom is het heel belangrijk dat je voeling houdt met de samenleving, dat je niet onder die glazen stolp blijft zitten. Zelf neem ik tijdens het reces wel eens plaats achter een klachtenbalie, om de besluiten die in de Kamer genomen worden, te toetsen aan de werkelijkheid. Ik betwijfel of dat verder veel gebeurt.''
Hans Jeekel - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,Onder de Kamerleden bevinden zich te veel juristen en te weinig bètamensen. Met name juristen kunnen het parlementaire proces wel eens vertroebelen: met woordenspelletjes en een formalistische benadering van kwesties. In sommige debatten mis ik de harde logica van bètamensen. Er worden vaak theoretische modellen opgezet die mooi ogen maar strijdig zijn met harde feiten en logica. De Kamer zou ook meer goed gekwalificeerde allochtonen kunnen gebruiken. En ik mis mensen die de grote-stadsproblemen van binnenuit kennen: achterstandswijken, drugs, problemen met scholing en werk. Er wordt vaak gekreund over een gebrek aan vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven. Daarover maak ik me minder zorgen. Ik ben absoluut niet onder de indruk van het niveau van het maatschappelijk denken in het bedrijfsleven. Werk, werk, werk en geld verdienen _ dat is het wel zo'n beetje. De samenleving wordt in het bedrijfsleven nauwelijks in een breder verband beschouwd. Ik hoor zelden een ondernemer een interessante analyse ontvouwen over kwesties van uitsluiting en insluiting op de arbeidsmarkt. Er is in die kring wel veel lippendienst aan het politieke proces, maar voor de rest blijft het vooral bij slogans. Het bedrijfsleven heeft niet eens een fatsoenlijke terugkeerregeling voor mensen die een politieke functie hebben bekleed.''
Marijn de Koning - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,Je moet een beetje allround in het leven staan. Je blik vernauwt als je hier onder die stolp zit en niet stevig in je schoenen staat. Kamerleden moeten ook naar de schouwburg gaan. Ik doe dat wel, maar vele collega's niet.''
Pieter ter Veer - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Een Kamerlid kan alle informatie krijgen die hij of zij maar wil. Het meeste komt gewoon gratis binnen en met een beetje zachte druk kan je ook bijna altijd specifiekere informatie krijgen. Je moet er dan een beetje extra moeite voor doen.''
Jan van Walsem - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Ik vind het belangrijk om veel buiten de kamer rond te kijken. Als je daarvoor bijvoorbeeld een fractievergadering mist, dan moet dat maar. Maar je merkt dat men dat raar vindt. Je behoort er te zijn. Ik ben eigenwijs genoeg om daar een andere mening over te hebben. Je moet niet teveel in die Kamer zitten. Ik denk altijd maar;: als ik gewend ben aan die cultuur, moet ik weg, want dan ben ik verkeerd bezig.''
Jan Willem van Waning - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,Het is een voordeel uit de praktijk te komen. Ik kijk met een kritische blik naar collega' s, vooral jongeren, die direct na de collegebanken de Kamer ingaan. Ik zeg: stel je eerst bloot aan de gure wind van een normale baan. Er zijn niet teveel slimme academici die in de Kamer zitten.''
Gerrit Ybema - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik vind de discussie in de Tweede Kamer te ambtelijk, te weinig politiek. Men pint zich vast op details, om zo het grote politieke debat te vermijden.''
Eimert van Middelkoop - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ervaring en kennis van wetgeving zijn ongelooflijk belangrijk. De ene partij investeert veel in het opleiden van nieuwe mensen, bij andere fracties zie je een hoop geklungel. De VVD heeft het uitstekend gedaan, onder meer door pas op de 26ste plaats een nieuweling te zetten. Die continuïteit zorgt voor het behoud van het parlementaire kapitaal. D66 had een grote hoeveelheid nieuwelingen en kent in het algemeen een licht anarchistische cultuur. Dit heeft afbreuk gedaan aan de slagkracht van die fractie. Door onvoldoende management heeft de geloofwaardigheid van die partij ook deuken opgelopen, door in enkele gevallen hoog tegen het kabinet op te spelen en later weer gas terug te nemen.''
Tara Oedayraj Singh Varma - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Voldoende kennis is hier wel, maar over maatschappelijke ervaring heb ik mijn twijfels. Kamerleden moeten vaker stage lopen, desnoods bij de drogist of bij de plantsoenendienst. Juist de hotshots, de zogenaamde smaakmakers, doen dat te weinig. Mensen als Bolkestein zouden wel anders piepen als ze een dag in de week zouden werken in een verzorgingstehuis.''
Paul Rosenmöller - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Dit bedrijf heeft een geheel eigen werkelijkheid. Veel mensen die hier werken, laten zich opzuigen door de realiteit van het Kamerwerk _ vergaderen, vergaderen, vergaderen. Ze verliezen zich in details en raken wereldvreemd.''
Theo Hendriks - kandidatuur onbekend:
,,Ik heb ontdekt dat veel Kamerleden, met name twintigers en dertigers, de echte problemen in de maatschappij niet kennen of ze in het politieke debat niet kunnen verwoorden. Ze zijn te vaak klankbord van hun partij.''
Karin Adelmund - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Gemiddeld ben ik het daarmee eens, maar niet voor elk individueel Kamerlid. Dat kan ook niet als je bijvoorbeeld heel jong bent, terwijl het toch belangrijk is om ook jonge Kamerleden te hebben. Het gaat erom wat een fractie gemiddeld in huis heeft. Je moet een onderscheid maken tussen kennis en maatschappelijke ervaring. Aan kennis ontbreekt het meestal niet, er zijn hier ontzettend veel dossiervreters. Het gaat om de ervaring: of je kunt ademen met de samenleving, of je geworteld bent in de maatschappelijke omgeving.''
Sharon Dijksma - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het zogenaamde gebrek aan ervaring wordt vaak gebruikt als argument tegen jongeren. Maar wat versta je onder ervaring? Leeftijd is een flauwekul-argument en een onjuist selectiecriterium. Het gaat erom of je dingen tot je kunt nemen, dat je contact hebt met je kiezers, dat je politiek kunt vertalen wat er leeft onder de kiezers.''
Servaes Huys - geen kandidaat:
,,Maar de inkomensgroepen waar de Kamerleden uit komen hebben invloed op hun denken. Sommigen kunnen zich moeilijk inleven in de positie van anderen. Door de verschillende specialismen moet je bovendien vaak op de kennis van anderen afgaan. Je komt met een zekere kennis en ervaring en leert natuurlijk nog bij. ''
Arie de Jong - geen kandidaat:
,,Ik ken geen enkel geschrift waaruit blijkt over wat voor soort kennis wij zouden moeten beschikken. Het is ook niet meetbaar. Is dat per individu of moet een groep alles kunnen? Als ik de lat niet te hoog leg heeft de overgrote meerderheid van de leden voldoende kennis van zaken. Maar dan praat je ook over een groep van honderdduizend mensen die niet in de Kamer zitten. Het gaat vooral over de attitude van de Kamerleden. Die laat vaak te wensen over. Er heerst een soort ziekte van beloven en plannen maken. Het echte controleren, het echt vragen stellen gebeurt veel te weinig.''
Ella Kalsbeek - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Gemiddeld genomen wel. Ik heb nooit geloofd in het praatje dat Kamerleden niet weten wat er in de maatschappij leeft. Als Kamerlid heb je ongekende mogelijkheden met iedereen in contact te komen, nog helemaal los van wat je privé meemaakt _ want ik maak ook als moeder nog wel wat mee. In het onderwijs, bijvoorbeeld, en ik heb ook nog wel vrienden in de gezondheidszorg. Je kunt oude stadswijken adopteren, gevangenissen bezoeken. De mogelijkheden zijn ongekend.''
Johanneke Liemburg - geen kandidaat:
,,Laatst vroeg ik aan een fractiegenoot die justitie doet of hij of zij wel eens gesproken had met advocaten als Spong en Moszkowicz, die zo veel verwijten maken aan justitie en de politiek. Nee, zei deze collega toen, dat lijken me zelf boeven. Kamerleden zouden veel meer moeten horen wat de tegenpartij te zeggen heeft. Maar het is al ingewikkeld genoeg, het komt de politiek niet goed uit om alles te willen weten.''
John Lilipaly - geen kandidaat:
,,In feite weet je niks, maar je bouwt een heel netwerk op van mensen bij wie je informatie kunt inwinnen. Je antennes moeten daarvoor wel openstaan. Je moet leren afwegen wie betrouwbare informatie verstrekt en wie niet.''
Bert Middel - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Toen ik hier kwam was het eerste wat ik te horen kreeg: ga kranten lezen. Daar groeit je kennis door. Maar daarnaast is achtergrond ook belangrijk. Ik ben bij mijn weten het enige Kamerlid dat geboren en getogen is in de Groningse Oosterparkwijk. Je moet je achtergrond in een voorsprong om kunnen zetten. Door mijn jeugd heb ik ontzettend veel gevoel voor maatschappelijke verhoudingen, een rijke maatschappelijke ervaring.''
Jeltje van Nieuwenhoven - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De meeste Kamerleden wel. Natuurlijk zijn er uitzonderingen.''
Rob Oudkerk - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Kamerleden werken met netwerken. De maatschappelijke ervaring is beperkt maar toch voldoende om een behoorlijk fingerspitzengefuhl te hebben voor wat er speelt.''
Josephine Verspaget - geen kandidaat:
,,Je verwerft heel snel de kennis die nodig is, ongeacht je achtergrond. Ik zat al bij een stichting die zich bezighoudt met ontwikkelingssamenwerking, maar ik weet zeker dat ik binnen de kortste keren ook een goede woordvoerder Volkshuisvesting zou zijn geworden.''
Henk Vos - geen kandidaat:
,,Een kamerlid hoeft niet alles te weten. Hij moet over een netwerk beschikken en dat netwerk is nooit compleet. Voordat ik veertien jaar geleden in de Kamer kwam, was ik zeventien jaar vakbondsbestuurder. Ik had al een netwerk. Toen ik hier net was, belde ik ondernemers op om te praten. Nu bellen ze mij.''
Marja Wagenaar - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het gaat niet zozeer om ervaring, als wel om vaardigheid. Sharon Dijksma bijvoorbeeld mag dan jong zijn, maar ze kan heel vaardig mensen weer met beide benen op de grond zetten, wat heel nuttig is in discussies.''
Jacques Wallage - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Een deel van de Kamerleden is niet ter zake deskundig.''
Jan van Zijl - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Men kijkt steeds meer naar maatschappelijke ervaring. Wel zijn er Kamerleden die rechtstreeks van de universiteit fractiemedewerker geworden zijn en vervolgens Kamerlid. Daar zitten hele goede bij. De vraag naar maatschappelijke ervaring slaat wel door, vind ik. Een partijverleden is meer een nadeel dan een voordeel om in de Kamer te komen. Ik geloof overigens niet dat bijvoorbeeld oud-ambtenaren als Kamerlid vanzelfsprekend op hetzelfde terrein moeten gaan werken als voorheen. Ik kan daar persoonlijk over meepraten: ik kwam van het ministerie van Landbouw en zat de hele tijd in mijn achterhoofd te denken: 'hoe zouden ze er daar over denken?' Dat mag natuurlijk niet, een goed Kamerlid is een onafhankelijk denkend Kamerlid, maar dat is vanzelfsprekend.''
André Rouvoet - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De Tweede Kamer is een erg afgesloten gebied. Kamerleden moeten ook van het gewone leven weten. Hoeveel geld krijgt een bejaard stel met alleen AOW? Tijdens een radio-interview vroeg een journalist mij laatst hoeveel een liter melk in de supermarkt kost. Dat soort vragen. Gelukkig wist ik het antwoord bij benadering. Ik zie sommige Kamerleden hier dag en nacht rondhangen. Dan denk ik: ga lekker naar huis. Tijdens de verhoordagen van de parlementaire enquêtecommissie-Van Traa, waar ik lid van was, liep ik tussendoor wel eens een rondje om de hofvijver met een broodje ei. Dat wekte onbegrip; je moest immers iedere minuut lezen. Soms voer ik een debat en zie ik 's avonds op het Journaal dat er buiten is gedemonstreerd over het onderwerp. Dan kun je toch nauwelijks spreken van een debat dat opborrelt uit de samenleving. Dat zet me aan het denken.''
Dick Stellingwerf - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,We hebben een gebrek aan generalisten. Juist nu zijn die belangrijk, omdat het leven al veel te veel wordt opgedeeld in hokjes. Je kunt als kleine fractie nooit alles weten, dus maken we gebruik van de kennis van maatschappelijke organisaties.''
Ron Meyer - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Ik ben tegen verjonging van de Kamer. Jongeren hebben vaak zo weinig levenservaring dat ze geen beslissende stem kunnen hebben. Neem die Sharon Dijksma, daar gaan mijn haren zo nu en dan recht van overeind staan.''
Jet Nijpels-Hezemans - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik heb mij hele leven geroepen: van belastingen snap ik niks. En nu, met de nieuwe belastingplannen, zit ik zelfs de belastinggids te lezen. Als je bereid bent je ergens in te verdiepen kun je er altijd achter komen hoe iets in elkaar zit. Je kunt niet zeggen dat Kamerleden wereldvreemd Met name bij de grote partijen zie je een teveel aan specialisten en een tekort aan generalisten. Waardoor zij de samenhang wel eens uit het oog verliezen. Je hoeft niet te weten hoe alle 4000 geneesmiddelen precies werken. Voldoende kennis is wat anders dan alle kennis in huis hebben.''
Bas van der Vlies - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Op bepaalde terreinen zijn er hiaten. Bijvoorbeeld op het gebied van de genetische manipulatie, het klonen van mensen _ weinig Kamerleden weten daar het fijne van. Hetzelfde geldt voor ondernemers; men slaagt er niet in om mensen die vooroplopen met innovatie, te strikken. De kleinere fracties beschikken noodgedwongen alleen over generalisten. De grotere fracties zouden hun kandidaatstelling strategischer kunnen aanpakken, zodat deze sectoren wel vertegenwoordigd zijn in de Kamer.''
Jan Marijnissen - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De beschermde wereld van universiteit en hogeschool waaruit de meeste Kamerleden voortkomen, heeft invloed op hun ervaringswereld. Er is onder Kamerleden geen begrip voor het armoedeprobleem. Ze begrijpen de oorzaken voor criminaliteit en bijstandsfraude niet.''
Remi Poppe - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Bij de grote partijen worden de Kamerleden geselecteerd op hun specialisme. Dat is eenzijdig. Die mensen weten heel veel, van heel weinig. De dood in de pot voor het politieke debat.''
Bertus Leerkes - geen kandidaat:
,,Er zijn mensen die geen doctorandus zijn en toch meer hersens tussen hun oren hebben dan de wandelende Kameralmanakken die hier tegen elkaar opbieden met wetenschappelijke termen. Door dat academische taalgebruik keert het volk zich van de politiek af. Ik zie mezelf als tegengif voor het academisch woordgebruik.''
Piet Blauw - geen kandidaat:
,,De grote fracties beschikken over voldoende kennis, voor de kleine is dat een probleem. Alleen al fysiek kunnen ze niet alles bijwonen. Er zijn fracties ter linker en rechter zijde die zich daarom niet met landbouw, natuur en visserij bemoeien. De maatschappelijke ervaring is per Kamerlid misschien niet voldoende, maar wat betreft het collectief van Kamerleden wel. Je moet 1.50 meter post op verantwoorde wijze kunnen reduceren tot 10 centimeter. Anders deug je niet voor je werk.''
Henk van Hoof - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het is niet zozeer van belang dat je die kennis hebt, alswel dat je weet waar en bij wie je die kennis kunt halen.''
Willem Keur - geen kandidaat:
,,Het merendeel van de Kamerleden heeft een toereikende vakkennis. Dat heeft vooral te maken met hun achtergrond, ze nemen kennis mee en specialiseren zich vervolgens op dat terrein.''
Johan Remkes - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Kamerleden hebben redelijk inzicht in de sectoren van de samenleving. De samenstelling van de fracties is evenwichtig. Er bestaat wel de neiging om uitsluitend te kijken naar wat de grachtengordel vindt. Dat zie je bij het migrantenvraagstuk.''
Anne Lize van der Stoel - geen kandidaat:
,,Men kan een hele hoop leren. Ik ken best veel Kamerleden die werkbezoeken afleggen. Ik heb bewust een eigen netwerk; de mensen daarin informeren mij vaak. De afstand tussen een Kamerlid en het volk is betrekkelijk klein. Ik sta gewoon in de telefoongids en men kan mij altijd aanspreken, terwijl het beeld toch bestaat dat we altijd onbereikbaar zijn.''
Jan te Veldhuis - kandidaat, verkiesbare plaats:
,, Ik ben een groot voorstander van nevenfuncties. Ik heb zelf een commissariaat bij Total Raffinaderij Nederland. Het levert me contacten op met buitenlandse aandeelhouders, een ondernemingsraad, werknemers, vakbonden. Je moet oppassen dat je je oordeel niet louter baseert op wat de regering je toezendt. Die informatie komt van ambtenaren, en die beschikken meestal niet over veel maatschappelijke ervaring.''
|
NRC
Webpagina's
9 april 1998
|