U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
 
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 



Het goud van Oxum

1. Veelbelovende markten

2. De dood van een geoloog

3. De ontdekking van El Dorado

4. Partners in het avontuur

5. Goudmarkt zonder glans

6. Speculatie met een gat in de grond

7. De beursgang van NugITT

8. Kampement in het oerwoud

9. Crash op de beursvloer

10. Vals goud

11. Vlucht KL-713

12. De raadsels van Jaramillo

13. De hoertjes van Amapoto

14. De kracht van winti

15. Het goud van Oxum

Hoofdstuk 3 - De ontdekking van El Dorado

Roel Janssen (rjanssen@nrc.nl)

De NuggITT-sage was begonnen kort nadat Carlien Rawie bij de Amsterdamse Bank Groep was begonnen te werken. Ze was nog druk doende om zich de financiële terminologie eigen te maken en de geheimen te verkennen van haar computer met de Bloomberg-terminal dat op haar bureau stond. Bloomberg was een electronische nieuwsdienst, die financieel-economische informatie binnen seconden in grafieken, tabellen en nieuwsflitsen op haar beeldscherm toverde.

Na enkele maanden zag ze in een oogopslag het verschil in yield tussen de dertig-jarige Amerikaanse Treasury Bondsen de Brady Bonds van opkomende landen. Ze kon grondstoffenprijzen uitdraaien, aandelenkoersen oproepen, beursindices, valutakoersen en macro-economische gegevens van de landen waarmee ze te maken had. Verder bood het Bloomberg-scherm toegang tot Internet en e-mail, directe aansluiting op CNN, Financial Times Television, Bloomberg Financial News Television en het Sport Channel.

Carlien Rawie had het gevoel dat ze electronisch aangesloten was op de wereld.

In haar vorige baan had haar werkuitrusting bestaan uit een opschrijfboekje en een set balpennen. Ze had een studie antropologie gedaan en had tien jaar veldwerk verricht in de binnenlanden van Zuid-Amerika.

Op een morgen was haar baas, Frederick Verkooren, haar kamer binnengelopen. Verkooren was een degelijke bankier, een tikkeltje saai en altijd voorkomend. Nu verkeerde hij in een staat van beschaafde opwinding. Er was een gast gearriveerd met wie ze beslist kennis moest maken. Ze zou hem zeker interessant vinden.

,,Zakelijk of persoonlijk?'' vroeg Carlien schertsend.

,,Allebei'', antwoordde Verkooren op zijn manier ondeugend.

De werkkamer van Verkooren bood uitzicht op het glas en staal van Amsterdam Zuidoost. Toen Carlien de kamer binnenstapte, zag ze een man op de rug die naar de glimmende kantorencomplexen buiten keek. Hij had een merkspijkerbroek aan, een donkerblauw flanellen shirt en hij droeg laarzen. Hij had kort, borstelig grijs haar en toen hij zich omdraaide zag Carlien een getaand gezicht.

,,John Veldhuyzen.'' Hij had een warme, aangename stem.

,,John is een vriend uit mijn studententijd, een jaarclubgenoot'', verduidelijkte Verkooren. Beiden schoten bij die herinnering in een verlegen lach. Carlien was verrast door zijn stevige, iets langer dan gebruikelijk vastgehouden handdruk. Het was alsof hij het gevoel overbracht dat er vanaf deze handdruk een persoonlijke band tussen hen bestond. Carlien beantwoordde het gebaar door Veldhuyzen indringend aan te kijken. Ze zag levendige, lichtblauwe ogen.

,,John is werkzaam als geoloog in Zuid-Amerika en hij heeft een uitzonderlijk aanbod voor onze afdeling Emerging markets'', begon Verkooren. Veldhuyzen, begreep Carlien na enkele minuten, was een geoloog gespecialiseerd in goud. Hij had fenomenale vondsten op zijn naam staan - zoals de goudaders van de Yanacocha-mijn in Peru. De Canadian Prospectors Association had hem tot "mijnbouwman van het jaar" uitgeroepen. Hij had gewerkt in Serra Pelada, de open goudmijn in het Braziliaanse Amazonegebied, waar begin jaren tachtig in een tropische goldrush zo'n vijfentwintig duizend garimpeiros, goudzoekers, hun geluk hadden beproefd.

Carlien knikte, ze had in Brazilië de faraonische taferelen van Serra Pelada op foto's gezien, tienduizenden berooide mensen die zakken met aarde langs steile ladders omhoog droegen uit een afgraving in het oerwoud om vervolgens in het stromende water van riviertjes de goudkorrels uit de aarde te wassen.

Daarna, vervolgde Verkooren, was Veldhuyzen al zijn geld kwijtgeraakt in projecten in het oostelijke Orinoco-gebied van Venezuela, maar nu had hij een fantastische vondst in het binnenland van Suriname gedaan. En om die te exploiteren zocht hij de financiële hulp van ABG.

,,U kent Zuid-Amerika?'' vroeg Veldhuyzen, zich tot Carlien richtend. ,,Ach, zo'n beetje'', hield ze af. ,,Ik heb er ruim tien jaar rondgezworven. Maar eerlijk gezegd weet ik weinig van goud.''

,,No hay problema'', lachte Veldhuyzen. ,,Ik weet ook niets van goud en ik woon al bijna dertig jaar in Zuid-Amerika. Goud is magie, een eeuwenlang nagejaagde droom.''

,,El Dorado'', vulde Carlien spontaan aan. ,,Sir Walter Raleigh beweerde al dat El Dorado in de bovenloop van de Orinoco lag.''

,,Precies'', zei Veldhuyzen, aangenaam verrast door haar kennis. ,,En nadat koningin Elisabeth ontdekte dat hij haar had bedrogen, gaf ze opdracht hem te onthoofden. Zo ging dat in de 16-de eeuw. Maar dat terzijde. Raleigh zocht wel degelijk in de goede richting. Ik heb in het oostelijke regenwoud van Venezuela proefboringen gedaan in wat in geologische termen het Pre-Cambiaanse Schild van Guyana heet. En ik heb goudreserves gevonden in de Sierra Imataca.'' Hij wachtte even voordat hij verder ging.

,,Diezelfde geologische formatie loopt van Venezuela door naar het oosten, via Guyana, tot het zuidelijke grensgebied van Suriname en Brazilië. Daar heb ik de afgelopen maanden proefboringen verricht. Die waren veelbelovend. Ik weet wel, je boort een paar gaten in de grond om vast te stellen of er goud aanwezig is. Dat is het riskantste onderdeel van deze business. Maar ik heb langzamerhand de nodige ervaring opgedaan. Suriname heeft goud. Het Oronoque-gebied, dat El Dorado. En nu zoek ik een partner om El Dorado te ontginnen.''

,,Fantastisch, hè?'' glunderde Verkooren.

NRC Webpagina's
30 november 1998

    Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) NOVEMBER 1998