|
|
|
NIEUWSSELECTIE Russische regering
|
Notities uit een gekkenhuis
'Voor ons zijn er alleen Russen en apen'
GROZNY, 1 MAART. Grozny is vuil en mistig. In de ogen van mensen die ver afstaan van oorlog of antiterroristische operaties is iedereen in de Kaukasus gek geworden: van soldaten tot journalisten. "Met slecht weer heb ik geen zin om te vechten", zegt majoor Sergej. Hij vliegt ons in een gevechtshelikopter over Tsjetsjeense bodem. "In de oorlog moet alles mooi zijn, zelfs de dood. Alles moet mooi zijn, omdat je alles misschien voor de laatste keer ziet. Want is het niet mooi als je in de heli met 250 kilometer per uur slechts vijf meter boven de grond vliegt, als een 'engel des doods', terwijl de mitrailleurs spreken, de apen (Tsjetsjenen, red) verkruimelen als duivels in de wierook en de zon boven je hoofd schijnt? Dan is sterven niet angstaanjagend. Verschrikkelijk is het juist om met je smoel, dood of aangeschoten, in het vuil te vallen. Verschrikkelijk is het wanneer je door de mist niet verder dan tien meter zicht hebt, wanneer het sneeuwt of regent en je 's ochtends alleen maar zou willen drinken." De wieken van de helikopter maken een razend lawaai. Grijnzend schreeuwt de commandant de op elkaar gepakte journalisten toe. "Hé, Duitser! Kom hier, in de cabine." Frank, een niet al te zelfverzekerde radioreporter, neemt de plaats in van de boordschutter. Andere plekken zijn er niet. "Wil je een echte militaire vlucht meemaken?" Plotseling gaat een rood lampje branden: 'Attentie. Elektronisch slot, bewapening aangesloten'. De helikopter maakt een duikvlucht en vermijdt ternauwernood een hoogspanningsmast. Sergej doet intussen alsof hij niets merkt en praat rustig met Frank en de andere journalisten verder. "Qua dienstjaren in het leger ben ik al gepensioneerd", vertelt hij. "Ik ben in Afghanistan begonnen. Poetin had gelijk: je moet op ze pissen. In Afghanistan hebben we ze niet weten af te maken. Hier kan het wel lukken. Heb je gehoord wat onze minister van Defensie heeft gezegd: 'De hoofdzaak is de bandieten geen kans te geven zich te vermenigvuldigen'. In feite fokken ze hier als konijnen. Zie je dat doel, die struiken daar? Misschien verschuilt zich daar een rebel of een sluipschutter." Hij vliegt met de heli richting bosjes en roept tegen Frank: "Die rode knop: druk in!" Granaten exploderen in het struikgewas. Sergej trekt de helikopter weer omhoog. "Straks vuren we raketten af", zegt de commandant trots. "Maar nu nog niet. Eerst de excursie afmaken."
Op de militaire basis in Chankale moet iedereen na het invallen van de duisternis een wachtwoord kennen, zelfs als hij naar de wc wil. "Het principe is eenvoudig", vertelt kolonel Kostja, een medewerker van het perscentrum. "Het parool is een cijfer tot tien. Vandaag is het vijf. Als de wachtloper vraagt 'parool, drie', dan moet jij antwoorden 'twee'. Want drie plus twee is vijf. Alles helder?" Maar als je je vergist? "Zulke mensen waren er. Die zijn er nu niet meer", antwoordt de officier. "De commandant heeft daarom een concessie gedaan. Vroeger liep het wachtwoord tot twintig op. Maar na een paar ongelukkige voorvallen is dat teruggebracht tot tien. Niet iedereen bleek even snel te kunnen tellen", legt de kolonel serieus uit. De Tsjetsjenen hanteren weer een ander systeem, pragmatischer ook. Alle gevechtsrayons zijn opgedeeld in zones. In elke zone worden verschillende bankbiljetten gebruikt. Hoe dichter bij het front, hoe hoger de nominale waarde van coupures. Bij elke overschrijding van een zone wisselen de rebellen deze of gene bankbiljetten.
Na de inname van Grozny zijn de rebellen overgestapt op guerrillatactiek. Die is zo oud als de weg naar Rome. De tactiek van het 'menuet' komt in de praktijk hierop neer: vier gewapende partizanengroepen nemen posities in aan weerskanten van een weg waarover een colonne van de tegenstander zal gaan rijden. Als de staart van de colonne in de val is gelopen, opent de voorste linkergroep het vuur. De strijders schieten een magazijn van hun kalasjnikovs leeg en trekken zich snel terug. Daarna wordt het vuur op de wegduikende colonne rechtsachter geopend. Vervolgens weer rechtsvoor. Steeds wordt de colonne vanuit de rug beschoten. Dat is inderdaad een menuet, niet alleen wegens het dodelijke resultaat bij elke draai van de colonne. "Maar één methode is min of meer effectief om soldaten en officieren te beschermen: luchtbombardementen", zegt Nikita van de geheime dienst FSB vol overtuiging. "Maar dan dient zich wel een ander vraagstuk aan. Wie zijn partizanen of terroristen en wie burgers? Met andere woorden: de burgers zijn nu eenmaal de gijzelaars van de terroristen. Daarom zijn we genoodzaakt ze allemaal af te knallen. Formeel is het vraagstuk van het humanisme niet meer dan een kwestie van kwantiteit: hoeveel onschuldige slachtoffers vallen er. Maar als we ze hier niet meteen allemaal vernietigen, kan de hoeveelheid onschuldige slachtoffers groter worden wanneer we ze een volgende keer moeten afmaken", ligt geheim agent Nikita toe.
Veel moeilijker is het voor de federale troepen om af te rekenen met de onderduikers in steden als in Oeroes-Martan en Grozny, steden die formeel worden gecontroleerd door de binnenlandse strijdkrachten, de politie en de milities van Gantamirov (de Tsjetsjeense ex-burgemeester van Grozny die nu pro-Russische eenheden aanvoert, red). In tegenstelling tot de federale soldaten bietsen de eenheden van Gantamirov geen sigaretten bij journalisten en vragen ze niet om brieven aan hun ouders in Rusland te posten. Zij rijden rond in pantserwagens met portretten van Gantamirov en de tekst 'Onze Tsjetsjeense Poetin'. De Russische regering heeft hun wapens gegeven, in de hoop dat die nu eens niet tegen de Russen zelf gericht zullen worden, zoals vorige keer. Toen minister Roesjailo (Binnenlandse Zaken) deze 'kostbare cadeautjes' aan de soldaten van Gantamirov overhandigde, na eerst hun achternaam te hebben afgeroepen, dook één van hen niet op. "Oesajev", brulde de minister ten tweeden male. Iemand uit de rij antwoordde, serieus of als grap: "Is overgelopen naar de kant van de vijand." Uiteindelijk moest ook de minister lachen om deze absurditeit.
In Grozny is het niettemin onmogelijk rebellen, medeplichtigen of gewone bewoners van de ruïne te onderscheiden. "Iedereen leeft immers ondergronds. De vrouwen en zusters van de rebellen gaan de straat op als spionnen. Ze nemen levensmiddelen voor hun mannen/rebellen mee, soms zelfs munitie", weet een officier van de 21ste Sofrinski-brigade van de binnenlandse strijdkrachten. "Hoe kunnen we met deze lui rekening houden? Voor ons bestaan er geen rebellen en plaatselijke bewoners. Voor ons zijn er alleen Russen en apen. Overdag zijn we loyaal jegens de vrouwen. Maar 's nachts vraag ik niet: 'wie ben jij?' Ik vraag om het wachtwoord. God verhoede dat iemand het parool is vergeten of niet alert genoeg reageert. Maar je eigen leven is altijd kostbaarder. In oorlog geldt slechts één principe: als jij het niet doet, doet die ander het met jou." De recherche in Grozny heeft weer andere taken. Zij moet de schuilkelders uitkammen op terroristen en gijzelaars. "Dat is gevaarlijk omdat er overal mijnen liggen en handgranaten die via een touwtje aan de pin tot ontploffing kunnen komen. Wij weten niet hoe we die onschadelijk moeten maken. We zijn maar politieagenten." Rechercheur Dima lacht. "Hier zijn geen speciale instellingen voor 'rituele diensten'. Als wij het lijk van een burger vinden, begraven we het niet volledig maar gooien we er slechts een beetje aarde overheen. Misschien dat iemand het nog identificeert. Maar eerlijk is eerlijk: dat leidt ook tot minder prettige dingen. Er lopen hier niet alleen verwilderde mensen rond, ook de huisdieren zijn gek geworden. De honden eten mensenvlees. Ze zwerven sneller door de schuilplaatsen rond dan wij. Ze storten zich zelfs op levende mensen. Daarom moeten de soldaten volgens de richtlijnen net zo op die beesten schieten als op de apen."
De Russische oma Lida (74) heeft haar hele leven in Grozny gewoond, in de Stavropol-wijk. Ten tijde van de Sovjet-Unie werkte ze bij het parket van justitie in de stad. Ze heeft twee oorlogen en drie bestormingen van Grozny overleefd. Toch is niet naar Rusland vetrokken omdat ze daar geen familie heeft en geen geld. "Het enige dat ik heb is één poes en twee katers: Masja, Zigeuner en Sjariat. Verder leeft niemand meer in dit gebouw. Toen iedereen wegvluchtte, heb ik de bezittingen van de buren in veiligheid gebracht en naar mijn woning versleept. De rebellen hebben me geholpen met de tapijten en andere zware spullen. Als ze terugkomen, zullen ze mij om hun spullen vragen omdat ik de enige ben die nog in dit flatgebouw leef. Ik heb daarom alles genoteerd: wat van wie uit welke woning is. Toen het Russische leger de stad innam, heb ik een deel van de bezittingen aan de politie overgedragen. Ik heb wel een kwitantie van ze gevraagd. Voor het geval dat. Ik heb immers bij justitie gewerkt, ik ken de wet. Ik hou van recht en orde. Kijk, hier slingert vals geld rond, dat vroeger bij onze Tsjetsjeense buren is gedrukt. Dat wist ik toen natuurlijk niet. Maar toen er een bom op onze portiek viel, waaide al dat geld over straat. Ik heb de biljetten verzameld en opgestookt in de kachel. Deze goddelijke voorzienigheid heeft me van de kou gered. Zoals ook de katten me tijdens de bombardementen hebben opgewarmd, toen we geen vuur mochten stoken omdat de helikopters dat zouden opmerken en zouden denken dat er hier rebellen warmpjes bijzaten. Mijn god, ze hebben hier als gekken rondgevlogen. En maar schieten en schieten..."
Deze notities zijn geanonimiseerd terwille van de persoonlijke veiligheid van betrokkenen.
Zie ook:
Vrij Grozny (2 februari 2000)
|
NRC Webpagina's
1 MAART 2000
|
Bovenkant pagina |