| |
|
NIEUWSSELECTIE Russische regering |
Ditmaal rouwen soldatenmoeders alleen
MOSKOU, 2 DEC. Kamer 5 is voor de levenden, kamer 4 voor de doden. Hoewel de Tweede Tsjetsjeense Oorlog al weer drie maanden oud is, en er honderden soldaten zijn gesneuveld, laten hun moeders het massaal afweten. Anders dan in de Eerste Tsjetsjeense Oorlog staan ze niet in de rij voor kamer 4 van het Moskouse comité van Soldatenmoeders. Valeria Pantoechina, die klaar zit om hulp te verlenen, verbaast zich over de gelatenheid waarmee de Russen hun zonen offeren. "De huidige oorlog is razend populair", zegt ze bitter. "We verheugen ons in de successen van een stelletje kannibalen aan de top." Waar blijven de boze, rouwende, in 't zwart gehulde moeders? Pantoechina heeft er tot nu toe vier op het spreekuur gehad - en dat is absurd weinig. De bodybags en de zinken doodskisten zijn er wel; dagelijks worden ze afgeleverd in provincieplaatsen verspreid over heel Rusland. De tientallen lokale comité's van soldatenmoeders hebben er 89 geteld. "Op basis daarvan schatten we het werkelijke dodental op negenhonderd", laten de moeders in een verklaring weten. Dat is ruwweg twee maal het aantal dat het leger wil toegeven (462). Maar de statistiek kan de stilte niet verklaren. Gemiddeld vier doden per dag volgens de officiële lezing, zulke cijfers kende de Sovjet-bezetting van Afghanistan ook. De verliezen van toen (15.000 doden tussen 1979 en 1989) versnelden de ondergang van de Sovjet-Unie, mede door toedoen van glasnostjournalisten als Svetlana Aleksijevitsj. Zij schreef het indringende anti-oorlogsboek Jongens in Zink, en raakte daarmee de snaar van sluimerend protest. "Als het hele avontuur een politieke vergissing is geweest, geef me dan mijn beide benen terug", tekende ze op uit de mond van een veteraan. Toen het Kremlin rond kerst 1994 de bestorming van Grozny beval, en er in de twintig daaropvolgende oorlogsmaanden tussen de vier- en zesduizend soldaten omkwamen, groeiden de comité's van soldatenmoeders in korte tijd uit tot krachtige pressiegroepen. De moeders, huilend boven het graf van hun zonen, waren een niet weg te vlakken factor in de verkiezingen.Op 19 december kiest Rusland een nieuw parlement, er is opnieuw een bloedige oorlog gaande, maar ditmaal applaudisseren de Russen om hethardst. Een recente opiniepeiling toont aan dat 62 procent de Russische strafexpeditie tegen het opstandige Tsjetsjenië steunt. En dus voelt Galina Matafonova uit de buurt van de Wolgastad Tver zich erg eenzaam met haar verdriet. Ze is haar Aleksej kwijt, die deze maand twintig had moeten worden. Zijn laatste brief dateert van 18 september, geschreven in de trein die hem naar de Kaukasus bracht. Later vertelden zijn kameraden dat ze aan de rand van het slagveld voor het blok werden gesteld: of je levert nu je wapens in en ziet maar hoe je hier wegkomt, of je tekent dat je vrijwillig de strijd aangaat. De hele eenheid had getekend, en Aleksej werd als "oudste mecanicien" aan een groepje verkenners toegevoegd. Op 9 oktober reden ze in een hinderlaag en vonden alle zeven de dood; het lichaam van Aleksej en een van zijnmaten was verkoold. Zijn moeder Galina is naar het zuidelijke Rostov-aan-de-Don gereisd om een bloedmonster af te geven voor de identificatie van de resten, maarze weet dat een van de twee lijken van haar zoon is. "Zijn dood is geen offer voor het vaderland", zegt ze over de telefoon. "Hij is vermoord. Ze hebben hem voor niets de dood ingestuurd." Galina wil protesteren, moeders mobiliseren, invloedrijke tv-presentatoren aanschrijven. Ze is een van de weinige vrouwen die contact heeft opgenomen met Valeria van de Moskouse Soldatenmoeders. Die hebben voorgedrukte protestbrieven rondgestuurd waarin ondergetekende de politici eraan herinnert dat hij of zij een kiezer is, en zal stemmen op een partij die rekening houdt met de gesneuvelde soldaten. Alleen: zulke partijen zijn er niet. Wie tegen de oorlog is, is een landverrader. Dat vindt zelfs de liberale markthervormer Anatoli Tsjoebais, die voor pro-Westers doorgaat. Net als alle andere politici steunt hij premier Vladimir Poetin, alom gezien als de nieuwe sterke man van Rusland. Deze ex-KGB'er heeft kort na zijn aantreden in augustus een flinke dosis angst in de samenleving geïnjecteerd, door de terreuraanslagen op woonflats in Moskou en elders zonder pardon in de schoenen van Tsjetsjeense krijgsheren te schuiven. Sindsdien laat hij de successen van zijn "anti-terroristische operatie" (waarbij honderdduizend militairen zijn ingezet) breed uitmeten. "Elke Rus is op dit moment bereid de verliezen te accepteren omdat hij zich door Tsjetsjenië bedreigd voelt", meent ex-kolonel AleksandrZjilin, militair analist van het weekblad Moscow News. Dat zou een wezenlijk verschil zijn met de bezetting van Afghanistan, en de onbezonnen lancering van de Eerste Tsjetsjeense Oorlog. Nieuw is ook de strakke regie van de media, in combinatie met de euforische stemming dat Rusland na tien jaren zwalken eindelijk weer door een sterke hand geleid wordt. Het gevolg is dat de soldatenmoeders geen poot aan de grond krijgen. "Maar misschien verandert dat nog", zegt de hulpverleenster Valeria. De oorlogsmachine kan deze winter vastlopen in de bergen, er kan een omslag komen. "Bovendien zitten we pas in de eerste fase van de rouwverwerking, daarna komt de woede." In elk geval is de moeder van de gedode Aleksej haar strijdvaardigheid aan het oppotten tot na de begrafenis.
Zie ook:
Tsjetsjenië overschaduwt OVSE-top van verzoening (18 november 1999) | NRC Webpagina's 2 DECEMBER 1999 ( a d v e r t e n t i e s ) |
Bovenkant pagina |