NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 




Overzicht eerdere
afleveringen


 TWEEDE KAMER
 STELLINGEN
 TWEEDE-KAMERLEDEN
 DISCUSSIE

Verkiezingssite

Jezelf profileren via de media is een te groot deel van het Kamerwerk geworden

Cees van Wingerden - geen kandidaat:
,,Neemt nu duidelijk toe. Na het debat zie je veel Kamerleden zoeken naar de camera's. Het is bijna altijd hetzelfde groepje mensen dat aandacht van de media krijgt. Als Kamerleden inhoudelijk een goede bijdrage leveren, vind ik het niet erg dat ze de media gebruiken. Zolang ze het maar niet alleen om de aandacht doen. Je kunt de media makkelijk gebruiken. Ik stuur wel eens een artikel naar de krant.''

Hans Janmaat - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Nou, niet voor de CD.''

Agnes van Ardenne-van der Hoeven - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Je werk is transparant. Als je het goed doet, val je vanzelf op.''

Anneke Assen - geen kandidaat:
,,Elke fractie heeft straatvechters nodig, maar elke fractie heeft ook mensen nodig die een goed contact hebben met de achterban en hun wensen weten te vertalen. Elke fractie heeft mensen nodig die goed spreekbeurten kunnen houden en mensen enthousiast kunnen maken. Elke fractie heeft mensen nodig die inhoudelijke zaken goed kunnen regelen, hoe saai ze ook zijn. Daarmee haal je niet de pers, je wordt geen bekende Nederlander maar het zijn wel dingen die moeten gebeuren.''

Marten Beinema - geen kandidaat:
,,Maar het wordt ook wel uitgelokt. Het hangt samen met het feit dat verkiezingsprogramma's de kiezers steeds minder aanspreken. Je ontkomt er dus niet aan dat de media steeds belangrijker worden.''

Pieter Jan Biesheuvel - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De concurrentie neemt toe, omdat de concurrentie in de media toeneemt. Bij ons wordt 'gevinkt' hoe vaak je in de media bent. Vroeger wilde bijvoorbeeld niemand de paspoorten in zijn portefeuille hebben, maar sinds de commotie daarover wil iedereen de paspoorten doen. Maar hoe zit dat met Kamerleden die simpelweg omwille van hun portefeuille nooit in de media komen? Daar maak ik me zorgen over.''

Ank Bijleveld-Schouten - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Vooral in de beoordeling van je werk neemt die profilering in de media een te grote plaats in.''

Kees Bremmer - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er is serieus werk genoeg. Neem de begroting van OCW. Vijf dagen hebben we allerlei organisaties gesproken, ter voorbereiding. Dat werd allemaal heel erg gewaardeerd, maar er staat niets over in de kranten, hooguit wat in de vakliteratuur. Voor dat soort lastige dossiers is veel tijd nodig, maar bij de kandidaatstelling merk je daar weinig krediet voor. Laatst was dat zo duidelijk met Wim van de Camp: twee weken lang is hij met onderwijs nodig, niets in de media. Een halve dag doet hij iets over drugs en gelijk komt hij in de krant. De publiciteit is zo onvoorspelbaar! De kwestie van de TBS gaat dan opeens lopen! Ik heb daar aan moeten wennen: als je inhoudelijk voor je zelf alles op een rijtje hebt denk je dat je er bent, maar dan begint het nog: hoe breng je het naar buiten. Dat kost tijd om dat winkeltje te laten lopen. Ik kwam in juni '95 in de Kamer, pas na een maand of 8 kwam ik voor het eerst op het Journaal. Nu kom ik elke maand wel een paar keer op tv. Spreken en optreden, als het even kan doe ik dat. Het scherpt ook je eigen denken om te moeten debatteren buiten de Kamer, je ability to convince. Maar de partij ziet niet altijd wat we hier in de Kamer doen. En dat betreur ik.''

Wim van de Camp - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er is een aantal Kamerleden dat zich er primair door laat leiden. Zo staat er een vrouwelijke collega van mij met een baard op internet. Of met een baby in de krant. Altijd maar die profileringsdrang. Er is een rapport uit en binnen een kwartier is collega Oudkerk al op de radio met commentaar. Hoe kan hij dat rapport al gelezen hebben?''

Ali Doelman-Pel - geen kandidaat:
,,Het mediacircus is veel intenser geworden. Maar kiezers laten hun stem veelal afhangen van wat ze op tv en radio vernemen. Dus is het profileren via de media belangrijk. Maar als je een echt Kamerlid wilt zijn, is het grotendeels gewoon werken en soms verrekt hard werken, moet je wetsvoorstellen heel secuur lezen. Als je denkt dat alles om de media draait, misluk je als Kamerlid.''

Dzsingisz Gabor - geen kandidaat:
,,Het publiek heeft er recht op te weten wat ik vind. En dat kan via publiciteit.''

Henk de Haan - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Dat zenuwachtige gedoe, dat de hele tijd achter de pers aan sjouwen, vind ik onzin.''

Bob Heeringa - geen kandidaat:
,,Mee eens. Als ik had willen terugkeren, dan had ik dat veel meer moeten doen. Het is vooral een kwestie van extreme, expliciete standpunten innemen, die discussie oproepen. Dingen wat ongenuanceerd zeggen.''

Hans Hillen - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,In het algemeen is er een overdreven verwachting van het belang van contacten met de media. Het hoort erbij, maar je moet het daar gebruiken waar het nuttig is.''

Gerrit de Jong - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Sommige Kamerleden maken er een dagtaak van; het lijkt soms wel of ze bij de media voor de deur overnachten of zo. Vaak dondert het niet hoe ze in de krant komen, als ze er maar in staan.''

Alis Koekkoek - geen kandidaat:
,,Het is een deel van het werk, maar zeker geen te groot deel. Profilering is de enige manier waarop je als Kamerlid de maatschappij van je bestaan kond kunt geven. Het is ook nodig dat te doen. Maar het mag nooit de kern van je taak, volksvertegenwoordiging, overstijgen.''

Gerd Leers - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Dat valt wel mee''''

René van der Linden - geen kandidaat:
,,Ik heb geen hoge pet op van de regionale bladen. Ik lees NRC Handelsblad. Ik sloof me niet uit voor interviews. In de politiek moet je beroepsethiek hebben. Als die ontbreekt voel ik me niet thuis. Ik heb heel nauwe banden met de samenleving.''

Ries Smits - geen kandidaat:
,,Iedereen wil scoren, vooral vlak voor de verkiezingen. Ik zie allerlei collega's naar hun fractievoorzitters toelopen, terwijl ze ondertussen kijken waar de camera's snorren. Ik ben zelf zo niet met de media bezig. Ik vertik het om me een slaaf te laten maken van een stuk automatiek. Je moet gewoon je werk doen en op basis daarvan beoordeeld worden.''

Maxime Verhagen - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Maar zonder profilering via de media zouden de kiezers veel minder worden bereikt. Kamerleden zouden dan alleen al daarom de volgende kandidaatstelling moeten vrezen.''

Frans Wolters - geen kandidaat:
,,Laatst had ik griep, en toen heb ik naar dat vragenuurtje gekeken op tv. Het is niet om aan te zien. Je ziet zelfs hoe de sprekers van en naar de microfoon wandelen, dan valt er een rustpauze. Ik kan me voorstellen dat mensen in het land zuchten. Ach ja, die vragenstellerij. Het antwoord lijkt me het belangrijkste. Met een eenvoudig telefoontje zou je dat vaak ook al kunnen krijgen. Maar dan kom je natuurlijk niet in de krant, hè. Het past niet bij mijn aard en karakter om per se op tv op in de krant te willen. Ik ben daar nooit op uit geweest. Als ik iets vind, zeg ik het. En dan wordt er doorgaans ook geluisterd. Als je doorlopend iets roept, heeft het geen effect.''

Bert Bakker - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Is een groot deel, niet een te groot deel van het Kamerwerk. Je kunt er niet om heen dat de media steeds belangrijker worden. Je hebt als Kamerlid te maken met steeds meer media, die je moet bedienen om de verschillende kiezersgroepen te bereiken. De tijd dat partijen hun eigen media hadden is voorbij.''

Bob van den Bos - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,Door de grote media-aandacht is dat onvermijdelijk, maar het beperkt de ruimte voor het inhoudelijke werk. De overgrote aandacht voor het scoren komt niet altijd de kwaliteit van het debat ten goede. Goed citeerbare quotes worden daardoor voor sommige Kamerleden vaak belangrijker dan een substantiële bijdrage aan het debat. Het accent ligt meer dan vroeger op de visuele media. Dat heeft het karakter van het debat veranderd, het Journaal heeft een maximale quote-lengte van 20 seconden.''

Boris Dittrich - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik heb veel contact met de media. Dat vind ik belangrijk. Als ik een standpunt heb wil ik dat mensen weten wat ik vind. Bij ons werkt het wel zo: sta je vaak in de kant dan is je kans op terugkeer in de Kamer groter. Ik durf bijna te zeggen: bij ons is dat doorslaggevend.''

Hubert Fermina - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Al dat mediagenieke gedoe in de Tweede Kamer stoort mij. De nieuwe lijsten zijn wat dat betreft teleurstellend. Ze hebben mensen gekozen die een vlotte babbel hebben voor de camera - attractive, snel, het liefst in Amici gekleed.''

Francine Giskes - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Helaas wel. Vaak lijkt het meer om de poppetjes te gaan dan om de inhoud.''

Jan Hoekema - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Daarbij komt dat dat vaak ten koste gaat van degenen wier onderwerpen minder kans hebben op media-aandacht.''

Joke Jorritsma-van Oosten - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Sommigen zijn daar, vind ik, te veel mee bezig.''

Marijn de Koning - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,Het is werkelijk op het ziekelijke af. Ik heb dat minder nodig omdat ik acht jaar lang iedere dag op de televisie kwam. Maar als je ziet hoe sommige Kamerleden zogenaamd toevallig voor de camera langslopen, gewoon geilheid voor de televisie. Het betekent ook een wezenlijke belemmering voor het functioneren. Als hier geen tv in het huis kwam, zou de Kamer veel beter functioneren.''

Olga Scheltema-de Nie - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Natuurlijk vind ik het belangrijk dat mijn mening in de kranten is terug te vinden. Maar zo'n vragenuurtje? Ik heb twee keer vragen gesteld. Ik vind het rommelig, het is een gieter van allerlei kleine wetenswaardigheden geworden. Het vragenuurtje werkt niet meer.''

Pieter ter Veer - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Voor de nieuwkomers geldt wel vaak publiceren of wegwezen. Of je profileert je of je kwijnt weg. Maar het hangt ook erg van de portefeuille. Ontwikkelingssamenwerking is bijvoorbeeld jarenlang top of the bill geweest, maar nu is er een consensus op dat terrein. Dan kun je je als Kamerlid dus moeilijk profileren, dat is een onrechtvaardig lot. Zoals je nu bijvoorbeeld met Landbouw ziet, de pest breekt uit en iedereen bemoeit zich ermee. Wie had vantevoren kunnen bedenken dat Landbouw zo belangrijk zou worden?''

Stefanie van Vliet - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Het is een heel essentieel onderdeel van het werk. Maar je moet natuurlijk ook het land ingaan en met afdelingen spreken.''

Jan van Walsem - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Ik heb de afgelopen drie-en-een-half jaar noooit een journalist gebeld. Ik denk altijd: Dat komt vanzelf wel. Als je maar zinnige dingen zegt, raken journalisten vanzelf in je geïnteresseerd. Ik heb regelmatig de kranten gehaald. Bij Fokker bijvoorbeeld. Ik was toen de eerste die zei dat Fokker geen steun meer moest krijgen. Eerst werd ik daarvoor veroordeeld, later gelauwerd. Of bij de CTSV. Ik zei als eerste dat Linschoten weg moest.''

Paul Wessels - kandidaat, onverkiesbare plaats:
,,Nee niet een te groot deel. Ik zeg maar: Als je vindt dat je gehoord moet worden zorg dan dat je gehoord wordt.''

Gerrit Ybema - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Helaas wel. Collega's besteden er ook steeds meer aandacht aan. Gaat ten koste van de kwaliteit van het Kamerwerk. Hit and run op de korte termijn.''

Gert Schutte - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Je functioneert zo temidden van de media dat het je nauwelijks nog iets doet. Vroeger was je vereerd wanneer ook jij om commentaar werd gevraagd. Nu is het meer: wil hij ook al weten wat ik ervan vind.''

Tara Oedayraj Singh Varma - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik vind het belachelijk dat sommige mensen alles doen om de pers te halen.''

Mohamed Rabbae - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het bezig zijn met de media is een substantieel onderdeel geworden van het Kamerlidmaatschap. Het probleem is echter dat de media ophouden bij D66. In de krant staat dan een verslag over een debat waarin alleen de grote fracties aan het woord komen. De mensen denken dan dat GroenLinks er niet bij was. Maar zo is het natuurlijk niet.''

Paul Rosenmöller - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Wij profileren ons niet via de media, de media bepalen of iets leuk genoeg is om mee te nemen. Natuurlijk is er een overdaad aan media en van die overdaad maken politici gebruik.''

Marijke Vos - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik krijg vaak te horen dat ik mezelf meer moet profileren via de media. Ik denk altijd: het gaat toch om het inhoudelijke werk? Niet, hier kan ik mee scoren? Soms gaat de aandacht voor de media ten koste van het inhoudelijke werk en dat vind ik niet goed.''

Karin Adelmund - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het gaat er niet om jezelf te profileren, het gaat om de maatschappelijke belangen en maatschappelijke afwegingen waar je voor staat. Je kijkt als Kamerlid ook niet alleen naar de media, maar ook naar maatschappelijke organisaties. De media zijn wel belangrijk als intermediair met de maatschapij.''

Mieke Burg - geen kandidaat:
,,Als je niet herkend wordt dan kan dat lastig zijn, het gaat ten koste van je macht. De rol van de media wordt echter vaak overschat door Kamerleden. Zij hechten een zwaarder gewicht aan de camera dan die daadwerkelijk heeft. Soms staan mensen ondoordacht voor de camera en geven ze een reactie op iets die nergens op slaat.''

Dick de Cloe - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik herken dit beeld bij sommige mensen, maar ik heb daar zelf geen last van. En het is opvallend: hoe minder ik mij profileer, hoe meer journalisten naar mij toe komen voor achtergrondgesprekken.''

Sharon Dijksma - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Maar het is ook nodig. Kiezers die je op de tv zien of over je lezen hebben meer het gevoel dat je hun volksvertegenwoordiger bent. Ze zien tenminste wat je doet. Ik vind dat je zo hekenbaar moet zijn dat je kunt worden aangesproken op straat. Dat lukt. Ik word door veel mensen ook meteen bij mijn voornaam genoemd. Mijn achternaam kennen ze vaak niet eens. Daar is Sharon, hoor ik dan.''

Jaap-Jelle Feenstra - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Maar het is wel zo dat je ook een algemeen overleg of een debat over een wetgevingstraject goed moet kunnen doen. Dat is het grootste deel van het werk, waar de media geen aandacht aan besteden. Voor nieuwe Kamerleden is dat vaak teleurstellend.''

Wim van Gelder - geen kandidaat:
,,Om hoog te komen op kandidatenlijsten is een stevig publiek profiel nodig. Wie een te stevig profiel heeft, loopt de kans dat andere partijen geen zaken met je willen doen. Voor effectief Kamerwerk heb je de steun van anderen nodig om bijvoorbeeld een wet of motie erdoor te krijgen. Ik zie mezelf als een effectief Kamerlid, maar ik heb moeite dat voldoende voor het voetlicht te brengen. Er zijn ook Kamerleden die zich goed profileren, maar die naar mijn mening niet erg effectief zijn.''

Peter van Heemst - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De media vormen een onlosmakelijke schakel. Wij hopen dat wij via de media de mensen bereiken voor wie we hier zitten. Wij gebruiken de media op onze beurt om te ervaren wat er in de samenleving gebeurt. Naar mate je langer in de Kamer zit, word je wel steeds laconieker over optredens in de media. Het gaat dan meer om de degelijkheid van je verhaal dan om snelle ererondjes in de krant.''

Servaes Huys - geen kandidaat:
,,Sommige Kamerleden maken te veel werk van de media. De media zijn een noodzakelijk kwaad. Je mag en kunt er niet omheen, maar je moet er geen dagtaak van maken. Ik zelf zoek ze absoluut niet op.''

Arie de Jong - geen kandidaat:
,,Ja, maar dat is niet nieuw. De cumulatie van de media heeft het werken alleen nog maar lastiger gemaakt. Je wordt bestormd door een overmaat van media. Media performance wordt steeds belangrijker. Veel mensen denken dat ze beroemd zijn maar iedereen bij de PvdA komt gewoon achter de rug van Kok binnen. IJdelheid is een van de weinige eigenschappen die alle Kamerleden gemeen hebben.''

Ella Kalsbeek - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Je bent alleen in het politieke debat als je ook in de media bent. Het is noodzakelijk voor je werk. Maar aan Sterrenslag zou ik niet meedoen, want dat heeft niets met mijn werk te maken. Te veel aandacht voor media keert zich hier intern tegen je.''

Bert Koenders - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het is essentieel dat je als Kamerlid naar buiten treedt, maar ik heb wel eens de indruk dat dat in het werk te veel de boventoon voert.''

John Lilipaly - geen kandidaat:

NRC Webpagina's
9 april 1998

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) APRIL 1998