|
afleveringen PROFIEL INFRASTRUCTUUR
HET IS TIJD VOOR ANDERE WEGEN |
Koppig auto-gedrag DE VRAAG IS is echter of dit voldoende is om de automobilist uit zijn geliefde auto te jagen. De ervaringen uit het recente verleden zijn in dit opzicht weinig bemoedigend. Acht jaar geleden al stelde het kabinet zich officieel ten doel automobilisten in trein en bus te krijgen. Van zo'n modal shift is echter vrijwel niets terechtgekomen. ,,In geen enkele andere maatschappelijke sector lijkt de effectiviteit van het bestuurlijk bestel zo laag te zijn als bij het verkeers- en vervoersbeleid'', zo luidt de ontnuchterende conclusie van de eerder genoemde Raad voor Verkeer en Waterstaat. Vervoersdeskundigen zijn het er inmiddels over eens dat er krachtiger geschut nodig is om de Nederlandse automobilist uit zijn auto te jagen. Ondanks de files zorgt de auto namelijk meestal toch nog voor de snelste verbinding van deur tot deur. Bovendien zit je er lekker, heb je je eigen muziek bij de hand en hoef je niet over te stappen. ,,Al hebben de mensen de keuze tussen de eigen auto of openbaar vervoer, dan nog is het niet zo dat ze zich daar in hun gedrag erg door laten beinvloeden'', bevestigt prof. H.B. Roos, hoogleraar logistiek management aan de Erasmus-universiteit van Rotterdam. Hij wijst erop dat de bewoners van het sterk uitgebreide Nieuwegein bij Utrecht al heel snel de beschikking hadden over een behoorlijke verbinding met het openbaar vervoer. Desondanks verkozen de meeste bewoners elke dag de auto. Wil het kabinet ditmaal meer succes boeken, dan moet het op twee dingen letten. Ten eerste moeten er stevige financiele prikkels worden ingevoerd, zoals het rekeningrijden (vijf tot zeven gulden per rit). Ten tweede moet het openbaar vervoer piekfijn in orde zijn. ,,Het moet in staat zijn tot de dienstverlening die we ervan verwachten'', stelt Roos. Aan dat laatste wordt op dit moment nog allerminst voldaan. De NS vervoeren wel gestadig meer passagiers, maar de punctualiteit blijft een ernstig probleem. Ook zullen mensen die tijdens de ochtend- of avondspits regelmatig in de trein moeten staan in de verleiding komen toch maar de eigen auto te nemen. Bij aankomst op het station treedt er bovendien maar al te vaak vertraging op bij de voortzetting van de reis omdat er geen aansluitende bus of taxi is. Er is bijna niemand die het erg vindt dat het kabinet veel geld uittrekt voor het openbaar vervoer. Waar velen bezwaar tegen aantekenen, is dat er maar weinig geld over is om ernstige knelpunten op de weg aan te pakken. Het gaat om een hele lijst. De meest genoemde zijn ongetwijfeld de A73 bij Venlo en de A50 tussen Eindhoven en Oss en dan verder naar Nijmegen. ,,Ik schrok erg toen ik de uitwerking van het MIT voor Limburg en Noord-Brabant zag'', zegt het Tweede-Kamerlid N. Verbugt (VVD), die zelf uit Limburg afkomstig is. Ook het Kamerlid P. van Heemst (PvdA) is niet gelukkig met de gang van zaken bij de A73. De toezeggingen die kennelijk door de minister zijn gedaan, waren genereuzer dan in het MIT stond aangegeven. ,,Die toezeggingen baren ons grote zorgen'', aldus Van Heemst. De Rotterdamse hoogleraar Roos meent dat het kabinet het evenwicht uit het oog is verloren. ,,De voorloper van de A73 is een levensgevaarlijke weg'', verklaart hij. ,,Veiligheid geniet voor het kabinet kennelijk minder prioriteit dan een congestievrij westen van het land. Dit besluit zal wellicht een aantal schoolkinderen het leven kosten.'' Verbugt wijst erop dat er al 35 jaar lang wordt gepraat over de aanleg van de A73. Zij wil dat het kabinet alsnog geld beschikbaar stelt voor de versnelde aanleg van de weg. Dat zou volgens haar heel goed kunnen komen uit een pot van twee miljard gulden die eigenlijk is bestemd voor voorzieningen ten bate van het milieu bij grote projecten. Verbugt meent dat aanwending hiervan voor de A73 de leefomgeving ter plaatse ten goede zou komen. Ook premier Kok zinspeelde al eerder op een dergelijke oplossing. De lijst van teleurgestelden kan naar believen worden aangevuld. In Limburg bijvoorbeeld is er naast Venlo nog Maastricht, dat het zal moeten stellen zonder aansluiting voor de A2. In Zeeland zag Sluiskil zijn wens voor een tunnel onder het kanaal Gent-Terneuzen niet gehonoreerd. Maar ook Middelburg krijgt geen verbeterde N57, de geplande A11 tussen Leiden en Bodegraven blijft tot nader order een halverwege doodlopende weg, waarop skeelers in plaats van auto's vrij spel hebben. Amsterdam krijgt voorlopig geen tweede Coentunnel. In Gelderland was er boosheid dat de A12 en de A50 voorlopig niet zullen worden verbreed, terwijl ook het lot van de A15 richting Enschede en de Noordtak van de Betuwelijn nog ongewis blijven. Overijssel was verbolgen over de lage urgentie die werd toegekend aan de A35 tussen Zwolle en Almelo, maar was wel blij met de fondsen voor de zogeheten Hanzelijn, de spoorlijn van Lelystad via Kampen naar Zwolle. Over die Hanzelijn verschillen de meningen sterk. ,,Dat is geen achterlandverbinding maar een achterbanverbinding'', smaalt een hoge functionaris van Rijkswaterstaat. ,,Die leidt van niks naar nergens.'' Anderen zien de nieuwe lijn daarentegen als een nuttige schakel. ,,De Hanzelijn was duidelijk een ontbrekende schakel'', zegt prof. R. van der Heijden, hoogleraar Transportbeleid en Logistieke Organisatie aan de Technische Universiteit in Delft. ,,Bij Lelystad liep de spoorlijn gewoon dood. Zo'n lijn naar Zwolle heb je nodig voor je netwerk.'' Anderen waren juist weer hevig in hun wiek geschoten dat projecten in hun buurt wel op de MIT-lijst voorkwamen. Dat gold bij voorbeeld voor een buurtcomite in Bergen op Zoom, dat tot zijn ergernis zag dat er in de niet zo verre toekomst wellicht goederentreinen langs hun huizen zullen denderen over een nog aan te leggen trace van Roosendaal naar Antwerpen. Door in het MIT de nadruk te leggen op openbaarvervoervoorzieningen in het westen van het land wekt het kabinet enigszins de indruk dat het zich vooral bekommert om de Randstad en minder om de regio's. Alleen het noorden had echt reden tot tevredenheid. Het oosten en bovenal het zuiden hadden reden om zich wat misdeeld te voelen. ,,Het Randstad-gerichte denken speelt het kabinet wel parten'', meent prof. Roos. Het kabinet zelf verdedigt zijn verdeling met het argument dat in het westen de congestieproblemen het ergste zijn en dat dat deel van het land van het grootste economische belang is. Ook wonen hier de meeste mensen.
|
NRC
Webpagina's
|