Procedure
Over projecten in het Meerjarenprogramma
Infrastructuur en Transport (MIT) wordt in drie fasen besloten:
Verkenning
In de eerste fase kunnen gemeenten, provincies, rijksdiensten (waaronder
Rijkswaterstaat) en andere instanties (bijvoorbeeld NS) bij de minister
van Verkeer en Waterstaat melding maken van (mogelijk toekomstige)
verkeers- en vervoersproblemen. De minister kan deze problemen laten
rusten, of kan - in een zogenoemd intake-besluit - opdracht geven tot
het uitvoeren van een planstudie.
Planstudie
In de tweede fase wordt eerst een 'planstudie' verricht naar een
verkeers- en/of vervoersprobleem. Op basis van deze studie neemt de
minister opnieuw een besluit. Alle mogelijkheden zijn nog open: de
minister kan beslissen alsnog niets te ondernemen (de 'nuloptie') en de
minister kan een traceprojectbesluit nemen. In het laatste geval begint
de realisatiefase.
Realisatie
Ook deze fase kent twee momenten: uitvoeringsbesluit en oplevering.
Wanneer er onvoldoende geld is voor een project komt het tijdelijk 'in
de wacht' te staan in de planstudiefase. Een project verdwijnt
definitief uit het MIT wanneer het is opgeleverd en opengesteld voor
gebruik.
|