Het rapport
Justitie hield rol VS in drugshandel
geheim
(10 september 1996)
Onderzoeksgegevens die wijzen op Amerikaanse betrokkenheid bij de
drugshandel van de Haarlemse politie zijn weggelaten uit het
rijksrecherche-rapport dat minister Sorgdrager (Justitie) dit voorjaar
heeft gepubliceerd.
'Informatie IRT achtergehouden'
(24 augustus 1996)
De rijksrecherche heeft de enquêtecommissie opsporingsmethoden
,,bijzonder relevante'' informatie onthouden.
CRI had schandaal tijdig kunnen sussen
(25 juli 1996)
Vele politiële en justitiële gezagsdragers was het opzienbarende rapport over de drugsimporten van de Haarlemse politie dat dit voorjaar verscheen een doorn in het oog. Menigeen mopperde dat de rijksrecherche meer feiten openbaar had gemaakt dan was afgesproken en wenselijk was gelet op de veiligheid van informanten.
Conclusie over nalatigheid CRI weg uit
rapport
(25 juli 1996)
Een cruciale conclusie van de rijksrecherche over de nalatige rol die de CRI heeft gespeeld bij het drugsschandaal van de Haarlemse politie, blijkt verdwenen uit het openbare rapport over deze zaak.
Dijkstal voelde bloeddorstige stemming niet
aan
(10 mei 1996)
Een onheilspellende stilte daalde gistermiddag aan
het eind van het debat over het rapport van de commissie-Van Traa neer over
VVD-minister Dijkstal (Binnenlandse Zaken). Dijkstal had zich drie dagen
gedragen als een stuk zeep in een warm bad.
Kamer onderschrijft IRT-rapport, nu de
maatregelen nog
(19 april 1996)
De leden van de commissie-Van Traa konden gisteren opgelucht
uitblazen in één van de etablissementen aan het Haagse Plein. De
behandeling de afgelopen dagen in de Tweede Kamer van het eindrapport Inzake
Opsporing was naar wens verlopen. Afgezien van de grootste oppositiepartij CDA
onderschreef het parlement de bevindingen van de enquêtecommissie.
Afrekening na rapport-Van Traa
(17 april 1996)
Een drugshandelaar die politie-informant was is vorige maand in een
Amsterdams café doodgeschoten nadat de schutter hem ervan had
beschuldigd
contacten te onderhouden met de politie.
Schandaal CID Haarlem ook groot raadsel
(4 april 1996)
Geschokt waren de bewindslieden toen ze twee
maanden geleden het rapport van de enquêtecommissie opsporingsmethoden in
ontvangst namen. Het vanmiddag openbaar geworden onderzoeksverslag van
de rijksrecherche naar de rol die de Haarlemse criminele inlichtingendienst
(CID) speelde in de drugshandel moet de verantwoordelijke autoriteiten al
dagenlang uit de slaap houden.
Openbaarmaking rapport over CID onderdeel van
"wreed spel"
(2 april 1996)
Openbaarmaking of niet, daar lijkt het de laatste
dagen alleen nog om te gaan bij de discussies over het vernietigende rapport
van de rijksrecherche over de handel en wandel van de Haarlemse politie. Maar
terwijl Tweede-Kamerleden, bewindslieden en burgemeesters gisteren over elkaar
heen buitelden in hun pleidooien voor openheid, vroeg een adviseur van
minister Dijkstal (Binnenlandse Zaken) aandacht voor de reden van al die spontane
nobelheid. ,,Er wordt een wreed spel gespeeld'', zei hij, ,,dat is veel
interessanter.''
Kritiek op Schmitz na rapport CID
(1 april 1996)
Staatssecretaris Schmitz (Justitie) raakt politiek verder in het
nauw door het verschijnen van een uiterst kritisch rapport van de
rijksrecherche over de criminele inlichtingendienst (CID) van de
Haarlemse politie.
Kabinet wil geen algeheel verbod
op doorlating drugs
(26 maart 1996)
Het doorlaten van partijen soft- en harddrugs
onder regie van politie en justitie moet mogelijk blijven. Dit schrijven
Sorgdrager (Justitie) en Dijkstal (Binnenlandse Zaken) aan de Tweede
Kamer in antwoord op vragen over het rapport van de parlementaire
enquêtecommissie opsporingsmethoden.
Monopoliepositie Sdu is doorbroken
(14 maart 1996)
Inzake Opsporing, het eindrapport van de
parlementaire-enqutecommissie, is sinds
vandaag gratis via Internet te
raadplegen. Buro Jansen & Janssen, dat onderzoek doet naar politie en
inlichtingendiensten in Nederland, heeft het rapport integraal op het
net gezet.
"Nergens in Europa gaat burgerinfiltrant zo ver"
(12 februari 1996)
Uit het rapport 'Bijzondere opsporingsmethoden' blijkt dat het
gebruik van
opsporingsmethoden in andere Europese landen al aan banden is gelegd.
Nederland komt achteraan en loopt op sommige punten uit de pas.
OM wil onderzoek Justitie naar effectiviteit doorlaten van drugs
(7 februari 1996)
Het openbaar ministerie wil dat minister Sorgdrager (Justitie) snel
onderzoekt hoe effectief het is als de politie drugs op de markt brengt
voordat zij een definitief besluit neemt over de toelaatbaarheid van deze
opsporingsmethode.
Burgemeesters oneens over rapport-Van
Traa
(7 februari 1996)
De Amsterdamse burgemeester Patijn distantieert zich van de reactie van zijn Nijmeegse collega d'Hondt op het rapport van de enquêtecommissie opsporingsmethoden.
Arnhem: opheldering over beschuldigingen in rapport-Van Traa
(5 februari 1996)
De gemeente Arnhem wil tekst en uitleg van de commissie-Van Traa
over de beschuldiging dat een voormalig Turks raadslid uit Arnhem betrokken zou
zijn bij de georganiseerde drugshandel.
"Sorgdrager moet oordeel wijzigen"
(3 februari 1996)
Minister Sorgdrager (Justitie) moet terugkomen op haar oordeel dat
het toelaatbaar is voor de politie en justitie om bij infiltratie-acties
harddrugs op de markt te brengen.
Zorg in Duitsland en Frankrijk over
rapport-Van
Traa
(3 februari 1996)
Duitsland en Frankrijk reageren bezorgd op het
rapport van de commissie-Van Traa. Aanleiding voor deze verontrusting is de
gedetailleerde regeling van het gebruik van opsporingsmethoden door de
politie, die de parlementaire enquêtecommissie heeft aanbevolen in haar
donderdag gepubliceerde rapport
Rapport-Van Traa positief ontvangen
(2 februari 1996)
Het rapport van de commissie-Van Traa is in politiek Den Haag en bij
betrokken instanties positief ontvangen. Algemeen bestaat waardering voor
de gepresenteerde voorstellen om "de crisis in de opsporing" grondig aan te
pakken.
Van Traa is geen interim-manager
(2 februari 1996)
De conclusies van het rapport van de commissie-Van Traa: er moet
heel veel veranderen bij politie en justitie.
Chaos bij uitwisselen van informatie
politie
(1 februari 1996)
De informatie die de Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) verzamelt, schiet kwalitatief en kwantitatief tekort om een goed beeld
te krijgen van de georganiseerde misdaad in Nederland. Dit komt onder meer
doordat er onvoldoende systematiek bestaat in de uitwisseling van informatie met
regionale politiekorpsen.
"Te vaak is gezondigd
tegen de gulden regel"
(1 februari 1996)
Ten geleide in het eindrapport "Inzake opsporing":
,,Het rapport beschrijft de georganiseerde criminaliteit, de opsporingsmethoden
van justitie en politie en de organisatie van de opsporing in Nederland.
"Opsporingsmethoden bij wet vastleggen"
(1 februari 1996)
Uit het eindrapport, hoofdstuk 10, Conclusies en aanbevelingen,
paragraaf 8, over de normering van opsporingsmethoden in het algemeen.
"Daarmee heeft zij dit dus niet geweten"
(1 februari 1996)
Uit het eindrapport, hoofdstuk 6, Het meningsverschil Sorgdrager-Blok.
"Ambtenaren spraken te weinig met politieke
top"
(1 februari 1996)
Uit het eindrapport, hoofdstuk 6, Over infiltratie, paragraaf 6, de beoordeling en hoofdstuk 9, Over sturing en controle van de opsporing, paragraaf 6, de beoordeling van de politieke verantwoordelijkheid.
"Politiechefs erkennen gezag van justitie
niet"
(1 februari 1996)
Uit het eindrapport, hoofdstuk 10, Conclusies en aanbevelingen,
paragraaf 6, over de korpsleiding, de ministeries, de minister van justitie en
haar ambtenaren.
"Controle op CID-en volstrekt onvoldoende"
(1 februari 1996)
Uit het eindrapport, hoofdstuk 10, Conclusies en aanbevelingen,
paragraaf 6, over de criminele-inlichtingendiensten.