|
|
Arnhem: opheldering over beschuldigingen in rapport-Van Traa
Door onze correspondent
Nader onderzoek heeft de gemeente Arnhem inmiddels duidelijk gemaakt dat deze conclusie van Van Traa absoluut onjuist is. ,,We hebben hierover contact gehad met het openbaar ministerie. Uit dat overleg is gebleken dat de passage betrekking moet hebben op een Turks aspirant-gemeenteraadslid uit een gemeente buiten onze regio, en niet op een raadslid uit onze gemeente'', zo zei een woordvoerder vanochtend. In het rapport van de commissie-Van Traa wordt daarnaast de betrokkenheid van een Koerdisch raadslid en zijn familie vermeld. Dat wordt gedaan in een deel dat handelt over de georganiseerde misdaad in de steden Arnhem, Nijmegen en Enschede. De gemeente Arnhem bemoeit zich niet met deze zaak omdat het rapport-Van Traa in het midden laat uit welke gemeente dit raadslid moeten komen, aldus de woordvoerder. Maar aangezien in de betrokken periode, de jaren 1990 tot 1994, zowel in Nijmegen als in Enschede geen Koerden lid waren van de gemeenteraad, doelt de commissie waarschijnlijk op het voormalig Arnhemse raadslid H. Kaynak (GroenLinks). Die heeft inmiddels onomwonden laten weten op geen enkele wijze betrokken te zijn bij drugshandel. Het voormalig raadslid voelt zich in zijn goede naam aangetast en bekijkt in hoeverre juridische stappen mogelijk zijn. Uit het rapport van Van Traa blijkt dat tussen de vijftig en honderd koffiehuizen, cafés, reisbureaus en andere uitspanningen in het Arnhemse Spijkerkwartier dienst doen als dekmantel voor de georganiseerde handel in drugs. In de stad zou een strikte scheiding bestaan tussen Koerden en Turken; waarbij de laatsten voornamelijk als koeriers en chauffeurs werken. Arnhem heeft, aldus de commissie, in totaal een vijftal Koerdische families die de handel in hard drugs beheersen.
|
NRC Webpagina's 5 februari 1996
|
Bovenkant pagina |
|