U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier IRT-affaire

Nieuws

Rapport

Kamercommissie

Achtergrond

Biografie

Opinie

Begrippen

Zorg in Duitsland en Frankrijk over rapport-Van Traa

Door onze redacteur BEN VAN DER VELDEN
DEN HAAG, 3 FEBR. Duitsland en Frankrijk reageren bezorgd op het rapport van de commissie-Van Traa. Aanleiding voor deze verontrusting is de gedetailleerde regeling van het gebruik van opsporingsmethoden door de politie, die de parlementaire enquêtecommissie heeft aanbevolen in haar donderdag gepubliceerde rapport.

Er zijn geen officiële buitenlandse reacties. De nauwkeurige lezing van het rapport-Van Traa is bij ambassades in Den Haag nog maar ternauwernood begonnen. Diplomaten willen ook niet door uitspraken te doen de indruk wekken dat zij de Nederlandse discussie over de aanbevelingen van de commissie trachten te benvloeden. Amerikaanse specialisten in drugsbestrijding zeggen te willen afwachten wat er van de voorstellen van de enquêtecommissie in de praktijk terechtkomt alvorens te reageren.

Maar bij Duitse justitiespecialisten is al wel de vraag gerezen welke gevolgen ver gaande regulering van de Nederlandse opsporingsmethoden kunnen hebben voor de samenwerking tussen de Nederlandse en Duitse politie bij de bestrijding van drugscriminaliteit.

Verwacht wordt dat de voorgestelde opsporingsmethoden aan de orde zullen komen bij het gesprek over het drugsbeleid dat bondskanselier Kohl, de Franse president Chirac, de Belgische premier Dehaene en de Luxemburgse premier Juncker 7 maart aanstaande in Den Haag met premier Kok zullen hebben.

Aan Duitse zijde bestaat de vrees dat het opsporen van drugshandelaren die hun waar via de Rotterdamse haven naar Duitsland brengen, door verandering van de Nederlandse regelgeving over toegestane opsporingsmethoden, bemoeilijkt gaat worden.

Bij de Franse politie is vorig jaar vanaf het ogenblik dat het parlementair onderzoek begon al vastgesteld dat de Nederlandse politie voorzichtiger was geworden met het toepassen van opsporingsmethoden waarvoor de commissie-Van Traa nu regulering heeft aanbevolen. Maar de Frans-Nederlandse politiesamenwerking is altijd beperkter geweest dan de Duits-Nederlandse.

Aan Franse zijde wordt met verwondering geconstateerd dat de commissie-Van Traa enerzijds de omvang van de criminaliteit schildert en anderzijds meer richtlijnen aanbeveelt waaraan de politie zich moet houden bij het bestrijden van die criminaliteit. De huidige Franse president heeft herhaaldelijk het Nederlandse drugsbeleid bekritiseerd. Ook heeft Frankrijk zich kritisch uitgelaten over de kwaliteit van de opsporing van drugs die in de Rotterdamse haven worden aangevoerd.

NRC Webpagina's
3 februari 1996

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad