Overzicht eerdere
afleveringen
TWEEDE KAMER
STELLINGEN
TWEEDE-KAMERLEDEN
DISCUSSIE
 |
Ieder Kamerlid wil ooit bewindsman/-vrouw worden
 Cees van Wingerden - geen kandidaat:
,,Ik ben daar veel te oud voor.''
Hans Janmaat - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Nou, zo'n Thom de Graaf, die is al blij dat hij zo hoog is geworden als nu.'' Pieter Jan Biesheuvel - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Niet de meeste, maar de begerigheid slaat vaak toe. Toen ik als 37-jarige in de Kamer kwam dachten oude Kamerleden ook dat ik het Kamerlidmaatschap als opstapje gebruikte. Maar waarom zou het Kamerlidmaatschap niet een hele mooie afsluiting van je carrière kunnen zijn?''
Wim van de Camp - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Dat geldt wel voor mij, de wens om bewindsman te worden. Ik wil ook wel eens af van het gesjouw, altijd maar met de trein overal naar toe. Maar ik geloof niet dat ieder kamerlid dat wil.''
Henk de Haan - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,De meesten willen dat wel. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat dat voor mij niet geldt. Een andere vraag is of je jezelf er ook werkelijk geschikt voor acht. Maar in de Kamer is iedereen ijdel genoeg om dat te willen. De meeste Kamerleden zitten tijdens de formatie bij de telefoon.''
Gerrit de Jong - kandidaat, misschien verkiesbare plaats:
,,Ik ken vrijwel geen Kamerlid dat geen bewindsman of -vrouw wil worden. Er zitten veel bomenklimmers tussen en dat straalt er ook vanaf. Schaamteloos worden de ambities tentoongespreid. Ik zat nog geen twee dagen in de Kamer toen ik naast Elske ter Veld aan tafel kwam te zitten. "Het duurt niet lang meer", vertrouwde ze me toe, "of ik zit aan de andere kant van de tafel." Toegegeven, het is haar gelukt. Maar het probleem is dat mensen hun zelfkennis verliezen omdat ze dingen doen waar ze normaal gezien niet aan zouden beginnen.''
Alis Koekkoek - geen kandidaat:
,,Maar andersom is een veel interessanter punt. Ik vind dat je na een periode als bewindsman of -vrouw weer terug moet willen naar de Kamer. Uitspraken van Sorgdrager en Wijers over dat ze dat niet willen zijn uit de hoogte. Als je minister wilt worden, moet je ook bereid zijn Kamerlid te zijn. Het is ook goed voor het bestel om bewindslieden in de Kamer te hebben. Die hebben ervaring. Kok zou ik graag in een volgende periode achter de interruptiemicrofoon zien.''
Ries Smits - geen kandidaat:
,,Ik lig er niet wakker van als ik geen minister word. Het zou afhangen van het departement dat me wordt aangeboden. Het ministerschap is niet zo zwaar als wordt gedacht. Je wordt van a tot z verzorgd.''
Frans Wolters - geen kandidaat:
,,Er is een keer sprake van geweest dat ik Heerma zou opvolgen als staatssecretaris op Volkshuisvesting. Heerma zou namelijk Braks opvolgen, die had moeten aftreden als minister van Landbouw. Ikzelf heb toen gezegd: neem nou een stevige vent uit het Zuiden voor landbouw, iemand van het kaliber Braks. Uiteindelijk is dat toen Bukman geworden met als staatssecretaris Gabor. Nou ja, zo kan het lopen in de politiek. Het is niet zo dat ik hecht aan een ministersfunctie of dat ik staatssecretaris had willen worden. Het gaat om het belang van het geheel. Je moet de juiste mensen op de juiste plek hebben. Ik ben niet het type om voorop te lopen. Zo ben ik ook wel eens in beeld geweest als fractievoorzitter, nadat Brinkman weg was. Maar we kwamen toen in de oppositie. En daar vond ik mezelf niet geschikt voor. Ik was vice-voorzitter van de fractie. Ik was, zeg maar, daar waar de problemen waren. Maar op de achtergrond. Dat lag me veel beter.''
Boris Dittrich - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik koester geen ambitie om bewindspersoon te worden, sommige Kamerleden doen dat wel en dat is hun goed recht.''
Thom de Graaf - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Nee, het gaat er niet om welke functie je precies bekleedt, het gaat erom of je invloed uit kunt oefenen. Daarvoor zit je in de politiek. Er zijn ook Kamerleden die heel goed in de Kamer functioneren maar dat misschien veel minder zouden doen als bewindspersoon. Maarten van Traa was zo'n voorbeeld. Ik kan het hier wel zeggen, want ik heb het hemzelf ook gezegd. Maarten was het perfecte Kamerlid, terwijl nog maar zou moeten worden afgewacht hoe hij het er als minister vanaf zou hebben gebracht.''
Olga Scheltema-de Nie - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik zeg niet nee, dat hangt af van de portefeuille. Word ik geen bewindsvrouw, dan is het leven niet verloren.''
Pieter ter Veer - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Nee, de meesten niet. Statistisch gezien is het voor de meeste Kamerleden niet meer dan een ijdele droom dat ze ooit minister worden. We praten er in de fractie ook eigenlijk nooit over. Ik lig er persoonlijk niet van wakker. Ik vind het werk in de Tweede Kamer overigens veel interessanter, want hier wordt de politiek op smaak gebracht. Ministers hebben veel minder vrijheid om over allerlei onderwerpen mee te praten. Je hebt niet het complete overzicht of de breedte van de onderwerpen.''
Eimert van Middelkoop - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik geloof niet dat elk kamerlid daar mee bezig is. Het gaat ook mij wel eens door de kop, als je ziet dat een voormalige collega nu minister is, zoals Ad Melkert. Eerlijk gezegd geloof ik niet dat ik geschikt ben voor een dergelijke baan, die veel managementskwaliteiten vraagt. Ik ben meer een intellectualistisch, beschouwend iemand. Ik heb er ook wel over gesproken met Maarten van Traa, die zichzelf precies zo zag.
Paul Rosenmöller - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik zou zo'n baan niet willen, maar er zijn er heel veel die het nastreven. Ik herinner me nog die paniek bij de formatie van dit kabinet. Toen zat iedereen voortdurend bij de telefoon en vroeg iedereen aan elkaar: ben jij al gebeld door Kok?''
Ferd Crone - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik heb jonge kinderen. Op maandag en op vrijdag probeer ik mijn werkbezoeken zo te plannen dat ik op tijd thuis ben. Ik vind dat ik prima op mijn plek ben in de Kamer. Ik proef vertrouwen bij mijn achterban en bij milieu-organisaties om dingen tot stand te brengen.''
Sharon Dijksma - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik in elkgeval niet. Ik wil al heel lang ooit eens een keer naar Afrika. Verder wil ik eigenlijk mijn rechtenstudie afmaken en misschien advocaat worden. Maar eerst ga ik mijn Kamerwerk zo goed mogelijk doen.''
Peter van Heemst - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Volgens mij zit 80 tot 90 procent hier bewust als Kamerlid, het is niet een opstapje voor een bestuurlijke baan. Ik heb met volle overtuiging hiervoor gekozen. Ik zou het zelfs een stap terug vinden om bewindsman te worden. Volksvertegenwoordiger is voor mij het hoogste wat je in de politiek kunt bereiken.''
Servaes Huys - geen kandidaat:
,,Een van de 150 in elk geval niet. Ik zou die verantwoordelijkheid niet willen dragen. Je hebt voor het ministerschap kwaliteiten nodig die ik mezelf niet toedicht. Je moet heel goed met de top van een departement overweg kunnen en niet iedereen kan dat. Ambtenaren zijn zo machtig, dat ze zaken kunnen doen mislukken, al is dat soms helemaal niet met opzet.''
Jeltje van Nieuwenhoven - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik wil het liefst Kamerlid blijven. Ischa Meijer stelde me in een tv-programma ook een keer die vraag, en toen antwoordde ik dat ik natuurlijk bewindspersoon wilde worden. Hij raakte er van in de war, omdat in het draaiboek stond dat ik natuurlijk nee zou zeggen. Ik antwoordde ja, omdat ik dan ten minste geloofd werd. Dat bevestigt namelijk het beeld dat Kamerleden macht willen hebben. Als je deze vraag met nee beantwoord is er toch niemand die je gelooft.''
Peter Rehwinkel - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik moet er op dit moment niet aan denken in een kabinet te zitten.''
Mieke Sterk - geen kandidaat:
,,Ik zou dat nooit kunnen, dat lijkt me te zwaar. Ik wil altijd alles tot in de puntjes weten, maar als minister heb je daar geen tijd voor. Terpstra bakt er bijvoorbeeld niets van omdat ze het niet bij kan houden. Ze geeft antwoord op vragen die niemand heeft gesteld.''
Henk Vos - geen kandidaat:
,,Je moet nooit terugkeren op de plaats van de misdaad. Ik ga iets anders doen. Ik krijg er nog wat commissariaten bij.''
Marja Wagenaar - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Mensen als Lansink, Van der Camp en Van Nieuwenhoven zijn rasparlementariërs die absoluut niet de indruk wekken het kabinet in te willen.''
Jacques Wallage - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er zijn genoeg Kamerleden die beslist geen minister of staatssecretaris willen worden, die het ambt van volksvertegenwoordiger het mooiste vinden dat er is.''
André Rouvoet - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ik vervul het hoogste ambt. Ik kan minister Dijkstal naar huis sturen, hij mij niet.''
Jet Nijpels-Hezemans - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Er zijn erbij, die willen niets liever. Bij de PvdA zijn een aantal medewerkers zich duidelijk aan het warmlopen. Terwijl de volksvertegenwoordiging veel leuker is. Je kunt vrijer praten, bent niet gebonden aan afspraken.''
Remi Poppe - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Dat geldt voor PvdA, CDA, VVD, D66. Voor ons nog niet, daar ben ik realistisch genoeg voor. Ik ben zestig en wanneer de SP ministers kan leveren heb ik het politieke leven al lang verlaten.''
Jan Dirk Blaauw - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Natuurlijk. Er zijn maar weinig puristen in dezen. Je kunt hier veel doen, maar als bewindsman ook. Mijn eigen ambitieniveau is trouwens gedaald. Het is als minister wel een erg gereglementeerd leven. Er is de druk van de ambtenaren die hun beleid uitgevoerd willen zien. En: 's ochtends vroeg weg, allemaal vergaderingen. Maar staatssecretaris voor Economische Zaken, en dan internationaal, Defensie, Buitenlandse Zaken, dat is toch mooi.''
Anke van Blerck - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Als je ziet hoe het dagelijks leven is van bewindslieden, dan denk je: laat dat maar aan mij voorbijgaan. Anderen bepalen je agenda, en de aardigheid van een auto met chauffeur is snel verdwenen. Hetzelfde geldt voor het fractievoorzitterschap. Ze vallen toch in de categorie bekende-Nederlanders-met-een-mening.''
Henk van Hoof - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Het is niet dat Kamerleden het nastreven, maar als ze gevraagd worden zal geen enkel Kamerlid nee zeggen. Kamerleden zijn ijdel, willen er zo goed mogelijk uitkomen, vandaar. Daar hoort wel een afweging bij: ben ik bereid het leven van een kleine zelfstandige met alle daarbij behorende vrijheid op te geven voor het keurslijf van een staatssecretaris of minister?''
Ruud Luchtenveld - kandidaat, verkiesbare plaats:
,,Ja, en dat is heel jammer. Het wordt je ook voortdurend gevraagd, of je minister wilt worden. Door journalisten, door mensen uit de partij. Daaruit spreekt een minachting voor het Kamerlidmaatschap. Terwijl dat de hoogste eer zou moeten zijn. Ik vind het heel verkeerd als mensen met die ambitie in de Kamer komen. Dan ga je namelijk anders functioneren. Je gaat bijvoorbeeld meer begrip krijgen voor een bewindspersoon, en denken: ja natuurlijk, hij kan ook niet alles weten, z'n ambtenaren waren waarschijnlijk minder scherp. En je zult banger zijn om bij de partijtop uit de gratie te vallen, omdat je anders niet gevraagd wordt. Of ik minister wil worden? Niemand sluit in de politiek ooit iets helemaal uit, maar mijn ambitie is primair een goed Kamerlid te zijn naar wie geluisterd wordt.''
|
NRC
Webpagina's
9 april 1998
|
