Overzicht eerdere
afleveringen
TWEEDE KAMER
STELLINGEN
TWEEDE-KAMERLEDEN
DISCUSSIE
|
Terug naar overzicht
Jan Dirk Blaauw (VVD)
De Tweede Kamer vormt in voldoende mate een afspiegeling van de samenleving
,,Het gaat om ambitie en kwaliteit. Het bedrijfsleven is slecht vertegenwoordigd, maar ze schuiven dan ook bijna geen mensen naar voren. Als het zo niet goed was, zou de maatschappij vanzelf andere mensen sturen om haar af te spiegelen.''
Leden van de Tweede Kamer beschikken over voldoende faciliteiten om hun werk goed te kunnen doen
,,Ik ben wat dit betreft van mening veranderd. Vroeger wilde ik meer medewerkers. Maar nu we meer faciliteiten hebben, merk ik dat er meer afstand en bureaucratie komt. Je moet meer formulieren invullen als je iets gedaan wilt krijgen in dit huis. De afstand met de diensten is groter geworden. We kunnen goed uit de voeten met het bureau wetgeving, dat we tegenwoordig hebben. We kunnen ook wat makkelijker dingen laten uitzoeken door externe organisaties dan vroeger.''
Leden van de Tweede Kamer zijn te veel bezig met details
,,Je zit in de Kamer om te controleren _ dat kun je op hoofdlijnen doen, maar wie let er dan op de kleine dingen? Je moet er soms heel diep induiken. Ikzelf heb dat bijvoorbeeld gedaan met de Betuwelijn. En soms klop je dan een minister of staatssecretaris in kennis van zaken, wat best plezierig kan zijn.''
Het lidmaatschap van de Tweede Kamer zou een deeltijdfunctie moeten zijn
,,Ik ben nu tachtig uur per week bezig.''
Het lidmaatschap van de Tweede Kamer moet worden gebonden aan een maximum aantal termijnen
,,Je zou een Kamerlid een midterm-evaluatie moeten geven, zodat hij of zij aan het einde niet voor een verrassing komt te staan.''
Leden van de Tweede Kamer reageren te veel op incidenten en berichten in de media
,,Alleen in de aanloop naar verkiezingen. En het mondelinge vragenuurtje wordt niet goed gebruikt. Maar dat is maar één uur per week. Wie deze vraag met 'eens' beantwoordt, heeft misschien ook het gevoel dat anderen meer ingangen hebben dan hij. Gisteren waren er zeven mondelinge vragen, waarvan er drie zijn gehonoreerd. Toen is van een van die vragen een interpellatiedebat gemaakt, hoewel er geen spoedeisend karakter was. Je moet vantevoren weten wat je wilt met zo'n debat, met wat voor motie je het wilt besluiten. Dat is vaak niet het geval. Maar het one-linerwerk is niet interessant. Kranten zouden gouden tijden tegemoet gaan, als ze dieper groeven.''
Kamerleden spreken regelmatig niet de waarheid als het zo uitkomt
,,En soms is dat ook beter. Je zegt wel eens iets niet dat je nog niet prijs wilt geven.''
De voorzitter van mijn fractie heeft ervoor gezorgd dat de fractie uitstekend heeft gefunctioneerd in de afgelopen vier jaar
,,Bolkestein is een zeer overheersende persoonlijkheid, maar geeft ook de ruimte.''
Leden van regeringsfracties hebben te weinig oog voor de argumenten van de fracties van oppositiepartijen
,,In de aanloop naar de verkiezingen zie je dat wel. Maar in veel gevallen geef je wat toe, om een nationaal gedragen beleid te krijgen, dus ook door de oppositie. Bovendien moet je in elke coalitie gereed zijn voor het alternatief. Alleen als het om principiële, levensbeschouwelijke zaken gaat, moet je volledig aan je eigen lijn vasthouden. Maar over bijvoorbeeld het vluchtelingenbeleid zouden we het eens moeten kunnen worden.''
Het zogenoemde dualisme bestaat in de praktijk vrijwel niet
,,Daar ben ik het mee eens en oneens. Soms zit het in de mengvorm: dat je iets niet wilt laten spatten, en dan moet je wel vooroverleg met het kabinet hebben. Maar het wordt niet meer echt voorgekookt, zoals vroeger. Het Torentjesoverleg is meer het naar voren brengen van een probleem. Iets dergelijks geldt voor het stellen van schriftelijke vragen. Dat kun je heel sec doen. Maar je kunt ook een ambtenaar bellen om een toelichting te geven. Dan denkt zo'n ambtenaar er net iets beter over na. Maar dat is dus niet dualistisch. Anderzijds wil ik absoluut geen briefings door ambtenaren. Wat besproken wordt moet toegankelijk zijn voor de burger, dat is transparantie van bestuur. Geen toelichtingen van wat al op papier staat dus. Dan moeten ze het maar duidelijker opschrijven.''
Ieder Kamerlid wil ooit bewindsman/-vrouw worden
,,Natuurlijk. Er zijn maar weinig puristen in dezen. Je kunt hier veel doen, maar als bewindsman ook. Mijn eigen ambitieniveau is trouwens gedaald. Het is als minister wel een erg gereglementeerd leven. Er is de druk van de ambtenaren die hun beleid uitgevoerd willen zien. En: 's ochtends vroeg weg, allemaal vergaderingen. Maar staatssecretaris voor Economische Zaken, en dan internationaal, Defensie, Buitenlandse Zaken, dat is toch mooi.''
|
NRC
Webpagina's
9 april 1998
|