afleveringen PROFIEL STATISTIEK CBS RESPONS MEDISCHE ANALYSES MISLEIDEN VOLKSTELLING HANDEL DATAMINING HISTORIE TAKEN INFORMATIE METHODEN GESCHIEDENIS PRIVACY GRAFIEKEN LINKS |
Weg met alle formulieren uit de cijferfabriek Gijsbert van Es
CeeBeeEs. De afkorting klinkt even vertrouwd als AOW en CDA. Lonen, prijzen, import, export, varkens, koeien, mannen, vrouwen, schulden, spaargeld, schoolkinderen, bejaarden, boter, kaas en eieren - het CBS, rijksdienst sinds 1899, telt alles wat los en vast zit in Nederland. Voorburg, januari 1999, dertien verdiepingen hoog. Huist een organisatie in een torenflat, dan resideert het hoge kader op de bovenste etage. Directeur-generaal prof.dr. A.P.J. Abrahamse geeft een rondleiding langs de skyline: Erasmusbrug, Europoort, gezicht op Delft, het nieuwe centrum van Den Haag, de Noordzee. ,,Klein land, ziet u?'' Klein land, groot rekencentrum. Hoewel groot... Halverwege de jaren tachtig telde het CBS nog 3.500 werknemers. Inmiddels zijn het er minder dan 2.500, verspreid over twee vestigingen, in Voorburg en in Heerlen. Over enkele jaren moet het personeelsbestand zijn gedaald tot circa 2.000. Met dank aan de revolutie in de computertechnologie. Mens en computer. Daarmee zijn meteen de allesbepalende productiefactoren van het CBS genoemd. ,,Het personeelsbestand behoort op dit moment tot ons grootste probleem'', zegt Abrahamse. ,,Dat heeft deels te maken met automatisering. En deels met een analytischer werkwijze. Vroeger leverde het CBS vooral cijfers. Nu vragen onze afnemers ook analyses bij de cijfers: duiding, onderlinge samenhang.'' sDe directeur-generaal windt er geen doekjes om: ,,We hebben veel mensen met een lage opleiding die hier al heel lang werken en bijvoorbeeld de technologische ontwikkelingen slechts met moeite kunnen bijhouden. Iedere organisatie heeft jaarlijks 5 procent nieuw personeel nodig om niet te vergrijzen, om kennis en energie binnen te halen. Wij komen vooralsnog niet verder dan 2 procent doorstroming.'' Voor zittend personeel is buiten het CBS moeilijk werk te vinden. En nieuw personeel is niet eenvoudig aan te trekken. De banen voor afgestudeerden in exacte wetenschappen liggen immers voor het oprapen. Het CBS biedt sinds kort een tweejarig gecombineerd programma met studie en werk voor zestig academici. De 'meerwaarde': brede orientatie, statistische verdieping. Het bureau hoopt na twee jaar enkele tientallen van hen te kunnen behouden voor het CBS. ,,Voor echt goeie mensen is een dure lease-auto niet het allerbelangrijkste in het leven'', verwacht Abrahamse. Aanhoudende zorg dus over de CBS-mens, grenzeloos optimisme echter over de CBS-machine. Twaalf verdiepingen onder Abrahamse schetst prof.dr. W.J. Keller, directeur Research Ontwikkeling, een beeld van een hightech overheidsdienst. ,,Wij zijn een bit-verwerkende club'', zo vat Keller het werk van het CBS bondig samen. En even later, als hij helemaal op dreef is: ,,Bit-schuivers zijn wij. Wij halen ruwe bits binnen, we bewerken ze, om vervolgens weer hoogwaardige bits af te leveren.'' Voorbij is de tijd van honderden mannen en vooral vrouwen die telden, turfden en data 'inklopten' in gigantische computers. Het CBS maakt tegenwoordig op grote schaal gebruik van bestanden van de Belastingdienst, Sociale Verzekeringsbank en andere overheidsinstanties. Enquetrices, die jaarlijks onderzoek doen bij circa 250.000 huishoudens, beschikken over notebook-pc's. Bedrijven, die wettelijk verplicht zijn informatie te leveren aan het CBS, worden intensief begeleid bij het installeren van een speciaal computerprogramma waarmee de data met een druk op de knop uit de boekhouding worden gelicht en naar het CBS worden doorgeseind. Ruim twee jaar geleden heeft het CBS het tijdperk van logge computers definitief achter zich gelaten. Standaard-pc's ('gewone bakkies', zegt Keller), standaard-servers ('zeepkisten') en een alledaags netwerk - meer is er binnen de CBS-burelen niet te zien. ,,We zijn tien jaar aan het migreren geweest van oude systemen naar nieuwe'', vertelt Keller. ,,Intussen hebben we ook de slag moeten maken van euro en millennium. Het is een hele operatie geweest, maar we kunnen nu zeggen dat we redelijk op orde zijn, met een uptime van 99,98 procent'', wat betekent dat de CBS-systemen slechts 0,02 procent van de tijd door storing buiten gebruik zijn. Maar ook hier: niet de machine, nee de mens is de trage factor. Keller: ,,Intern zijn we bezig met een cultuurslag om meer lijn te krijgen in het verzamelen en bewerken van data. Vroeger deed iedere afdeling zo haar eigen onderzoekjes, met eigen vragenlijsten en eigen bewerkingen. We moeten veel meer werken vanuit grote, samenhangende bestanden die we in een keer binnenhalen, waaruit iedere afdeling de gewenste data betrekt en waaraan veel meer verbanden en ontwikkelingen zijn te ontlenen dan aan al die kleine bestandjes die los van elkaar worden binnengehaald.'' Het is een streven dat past in het algemene rijksbeleid: vermindering van de 'administratieve lastendruk' voor burgers, bedrijven en instellingen. Populair gezegd: weg met die duizenden en duizenden formulieren die moeten worden ingevuld voor van alles en nog wat. En dus ook, wat het CBS betreft: minder de samenleving 'lastigvallen' met enquetes. Een grafiek op een prikbord in de hal van het kantoor te Voorburg laat daarover geen misverstand bestaan: index 100 in 1994, 'enquetedruk' gedaald tot 63 in 1997. ,,Met minder mensen en minder enquetes moeten we meer produceren'', zo vat directeur-generaal Abrahamse de opdracht samen van het CBS in de komende jaren. Die productie zal bovendien arbeidsintensiever worden. Twee trends spelen daarbij een rol: voortschrijdende samenwerking binnen de Europese Unie en toenemend belang van de dienstensector. Viermaal per jaar vergadert Abrahamse twee dagen met zijn collega-directeuren uit de veertien overige EU-landen. Aan de meeste van de Europese fondsen liggen statistisch onderbouwde verdeelsleutels ten grondslag. Europese eenheid betekent in dit geval concreet: eenheid in statistische definities, methoden en technieken. En dat is nog een heel probleem, met data die niet in alle EU-landen even adequaat worden verzameld en waaraan politici nogal eens willen knutselen. Aan het vaststellen van de diverse convergentiemodellen bijvoorbeeld, die de basis vormen voor de Economische en Monetaire Unie, is een langdurig touwtrekken tussen de Europese statistici voorafgegaan. Voor binnenlands gebruik zal het CBS zich de komende jaren intensiever bezighouden met de dienstensector. Het is een sector die zich, uit de aard der zaak, betrekkelijk moeilijk laat kwantificeren. Abrahamse illustreert dat met een voorbeeld uit zijn persoonlijke praktijk: ,,Ik bezocht laatst een andere kapper dan ik gewend ben te doen. Mij werd van alles aangeboden: haren wassen, smeerseltjes, fohnen. Ik wees alles af, maar moest wel 15 gulden meer betalen dan bij m'n eigen kapper. De kapper zegt: ik bied meer kwaliteit. Ik zeg: inflatie! Dat is in het kort een van de problemen die je als statisticus tegenkomt in de dienstensector: de productie stijgt harder naarmate je meer weet toe te schrijven aan kwaliteitsstijging.'' Het zijn discussies die statistici vooral intern voeren, zoals het CBS van oudsher kiest voor een bescheiden opstelling in de openbaarheid. Het 'orakelen' laat het CBS graag over aan bijvoorbeeld Centraal Planbureau (CPB) en Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). ,,Wij kwantificeren achteraf en voorspellen vrijwel niets'', zegt directeur-generaal Abrahamse. ,,Van nature kiezen wij positie aan de veilige kant van de streep. Het heeft te maken met onze zeer gekoesterde onafhankelijkheid. Dat wordt wel eens betreurd, ook intern. Maar heus, toekomst-kijken en waarschuwen laten we graag aan anderen over.''
|
NRCWebpagina's
|
Bovenkant pagina |