|
|
Genetische manipulatie
Welke erfelijke eigenschappen kun je in een plant brengen om hem resistent te maken tegen ongedierte? Het meest toegepast zijn de zogeheten cry-genen uit de bodembacterie Bacillus thuringiensis. Deze genen coderen voor endotoxinen, stoffen die giftig zijn voor bepaalde insecten.
Er zijn inmiddels ruim vijftig verschillende cry-genen ontdekt. Elk heeft zijn eigen specificiteit. Het ene cry-gen codeert voor een eiwit dat giftig is voor rupsen, het andere is giftig voor kevers. Boeren sproeien de toxines al decennia lang als vloeistof over hun gewassen.
Ook Northrup King Company, Monsanto en Novartis Seeds hebben maïsrassen op de markt waarin dat cry1A-gen is gebracht. De maïs wordt verwerkt tot producten voor onder meer voedsel en veevoeder.
Monsanto past nog een ander cry-gen toe, het zogeheten cry1A(c)-gen. Dat is in katoen gezet. Het transgene gewas maakt daardoor een endotoxine waarmee het zich beter kan beschermen tegen de cotton bollworm. In zijn larvestadium doet dit insect zich te goed aan de katoenplant. De vrees bestaat dat het insect snel ongevoelig wordt voor het gif als het daarmee voortdurend in aanraking komt. Als maatregel moeten Amerikaanse boeren (katoen wordt niet in Nederland verbouwd) altijd een ‘vluchtstrook' langs hun katoenveld plaatsen waar normale katoen of een ander gewas groeit. Daardoor is de druk tot ontwikkeling van resistentie minder groot.
Behalve deze maïs en katoen zijn er tot op heden geen transgene, insectenresistente gewassen tot de Nederlandse markt toegelaten. Wel wordt er het een en ander geëxperimenteerd, zo blijkt uit een analyse van de 753 vergunningen die het Bureau GGO in Bilthoven heeft toegekend aan bedrijven, instituten en universiteiten. De vergunningen zijn afgegeven voor ‘ingeperkt gebruik' dus voor experimenten op kleine schaal, in goed beveiligde ruimtes. Helaas zijn de vergunningaanvragen niet erg duidelijk (industrieën willen in zo'n vroeg stadium immers niet het achterste van hun tong laten zien).
Hier volgt een opsomming:
Terra Nigra
Bejo Zaden
HZPC Holland
Agrico
Plant Research International
Universiteit Wageningen
|
NRC Webpagina's 22 juni 2000 |
Bovenkant pagina |
|