|
|
Astma, builenpest en reuma
Van muizen kun je nierontsteking krijgen en van teken reuma. Kakkerlakken kunnen astma veroorzaken, net als mijten. De risico's van ongedierte.
Alsof een ziedende storm woedt, dat hoort de ongelukkige bij wie een kakkerlak in het oor is gekropen. Zeldzaam is het niet. In een Parijs ziekenhuis kwamen in een jaar tijd zeven kinderen op de eerste hulp met een kakkerlak in hun oor.
Kakkerlakken in de gehoorgang kunnen flink klem zitten. Eerst doden of verdoven, dat is het idee, dan verwijderen, desnoods in stukken getrokken. Mexicaanse onderzoekers vonden dat microscoop-immersie-olie de diertjes binnen een halve minuut doodt en dat ze nog sneller stoppen met hun oorverdovende gewriemel als ze in deze olie, die altijd in een ziekenhuislab aanwezig is, worden gedrenkt. In de doorgaans aanbevolen lidocaïneoplossingen kriebelen en leven de kakkerlakken net iets langer.
Minder algemeen is de kakkerlak die een luchtpijp verstopt. Indiase artsen vonden er eens een - dood maar onverteerd - in een kind dat al een tijd ademtekort had. Een kakkerlak in een luchtpijp mag zeldzaam zijn, ademhalingsproblemen door kakkerlakken zijn dat niet. Kakkerlakresten veroorzaken astma. In de grote steden in de Verenigde Staten zijn meer kinderen astmatisch door kakkerlakkenallergenen dan van de allergieveroorzakende uitwerpselen van de in Nederland zo beruchte huisstofmijt. In 1997 publiceerden Amerikaanse onderzoekers dat kinderen weliswaar even vaak allergisch zijn voor kakkerlakken als voor huisstofmijten, maar kakkerlakresten vonden ze in de helft van de huizen, terwijl de mijt maar in 10 procent van de huizen zat.
Die hoge kakkerlakkenallergie, zo is vorige maand bekend geworden, is ook een rassenkwestie. Afrikaanse Amerikanen zijn door wat andere genen die hun afweersysteem bepalen veel vaker allergisch voor de kakkerlak dan Amerikanen van Europese afkomst. Dat bleek uit onderzoek waarin het immuunsysteem van Afrikaanse Amerikanen is vergeleken met dat van nakomelingen van de Hutterieten, een uit Zwitserland, Tirol en Zuid-Duitsland afkomstige groep blanke Amerikaanse founding fathers die sinds 1530 op het Amerikaanse platteland hun eigen cultuur, religie en (door veelvuldig met familie te trouwen) genen hebben behouden. De Hutterieten hebben geen last van kakkerlakkenastma.
Blanke kindertjes krijgen vaker astma van de huisstofmijt, of van hun kat. De mijt wordt tot het ongedierte gerekend, de kat niet. De kans op astma is waarschijnlijk te verkleinen door een pasgeborene een niet al te kraakheldere woonomgeving te bieden. Enig ongedierte in de buurt van de wieg voorkomt problemen op latere leeftijd.
De nadelen van smetvrees en de verschillen in genetische aanleg voor allergieën blijken uit nieuw, pas dit jaar gepubliceerd onderzoek. De mens is echter vanouds beducht voor ongedierte. De vraag is of dat komt omdat kakkerlakken, meeltorren, aasvliegen, muizen en ratten mee-eten van de voorraden die de mens voor zichzelf had gereserveerd (jagers, volgens Van Dale, beschouwen ook roofdieren die jachtwild vangen als ongedierte) of dat allang bekend was dat beesten die te dicht in de buurt van mensen een directe bedreiging betekenen. Anekdotisch is de rat die in grote hongersnood een baby aanknaagt, maar massaler leed wordt aangericht door ziekteverwekkers die door ongedierte op de mens worden overgebracht. Nu de methoden om bacteriën en virussen aan te tonen toenemen, wordt ook steeds duidelijker dat ongedierte vooral een bron is voor besmetting met deze micro-organismen.
Allang is bekend dat de builenpest opduikt waar veel ratten leven, of beter gezegd: waar veel ratten sterven. De pestveroorzakende Yersinia-bacteriën worden overgebracht door rattenvlooien die, na de dood van de rat, bij gebrek aan beter bij mensen een bloedmaaltijd zoeken.
In Nederland hoeven we voor de pest niet meer bang te zijn. Weinig bekend is echter dat de knaagdieren vooral in het oosten en zuiden van het land, en in aangrenzend België en Duitsland, nog al eens met hantavirus zijn besmet. Bij contact met muizenkeutels kan het virus op de mens overgaan. Het hantavirus kan tot nierontsteking en -beschadiging leiden, waardoor de patiënt van dialyse afhankelijk wordt of een niertransplantatie nodig heeft. In Twente had de helft van de daar gevangen rosse woelmuizen begin jaren negentig een hantavirusinfectie opgelopen. En ook vijf van de tien nierpatiënten in het Medisch Spectrum Twente had zo'n infectie gehad. Een keihard bewijs is het niet, maar het hantarisico wordt misschien onderschat en de neiging om een muis in huis gezellig en natuurlijk te vinden heeft vaker dan gedacht een staartje.
Muizen zijn in Nederland ook gevonden als bron voor leptospirose-infecties (waartoe de modderkoorts, melkerskoorts en de ziekte van Weill horen) en aanhoudende voedselvergiftiging met een paar bijzondere salmonellabacteriesoorten in verzorgingstehuizen. Toen de muizen waren opgeruimd bleven de voedselinfecties onder de bewoners weg. Teken zijn in Nederland op het ogenblik ongetwijfeld de beruchtste, van huis uit onschadelijke beestjes die een ziekteverwekker overbrengen. Zelden heeft een onooglijk insectje zoveel media-aandacht gehad als de teek die de ziekte van Lyme kan veroorzaken als hij besmet is met de spiraalvormige bacterie Borrelia burgdorferi. Teken laten zich van grassprieten en takjes op voorbijwandelende zoogdieren vallen. In het volwassen stadium preferen ze een hert, ree of vos, maar een mens die de natuur intrekt, mag ook. De kleine teken bijten zich vast in de huid en zuigen bloed tot ze een dik rond knikkertje zijn.
In Nederland is, afhankelijk van het gebied, 0 tot 50 procent van de teken besmet met Borreliabacteriën. Die bacteriën pompen ze direct na de beet met wat speeksel hun gastheer in. Het speeksel gaat bloedstolling en vaatvernauwing tegen. Een Borrelia-infectie is meestal herkenbaar aan een uitbreidende rode kring rond de beet. Het is dan tijd voor antibiotica. Borrelia veroorzaakt in eerste instantie koorts en een beroerd gevoel, maar in een later stadium soms reuma, neurologische ziekten en extreme vermoeidheid. De afgelopen jaren is nog een tweede ziekteverwekkende bacterie (van de soort Ehrlichia) in Nederlandse teken opgedoken die de ziekte humane granulocytaire ehrlichiose (HGE) veroorzaakt. Koorts, hoofdpijn en spierkrampen zijn de belangrijkste verschijnselen, maar die komen in meer of minder ernstige mate ook voor bij andere infectieziekten die meestal vanzelf overgaan. Na struinen door duin, bos of hei is het aan te bevelen huidplooien te onderzoeken op teken die daarheen zijn gekropen voor een rustig bloedmaal. Gewoon in één haal wegkrabben zo'n beestje, dat werkt het best tegen overdracht van bacteriën.
In Nederland valt de overdracht van virussen, bacteriën en parasieten door muizen, ratten, vliegen en muggen nog wel mee. In de tropen is het probleem veel groter, met de door muggen overgebrachte malariaparasiet als grootste bedreiging.
Bacteriën en virussen maken we onschadelijk door koken, braden en bakken. Dat geldt ook voor micro-organismen in maden, vliegen, meeltorren en kakkerlakken. De schildjes van meeltorretjes in brood en de meegebakken kakkerlak die opeens in de nasi opduikt, vormen dus geen gevaar meer voor de volksgezondheid.
|
NRC Webpagina's 22 juni 2000
|
Bovenkant pagina |
|