|
|
De muis wordt onvatbaar
Omdat aan nieuwe bestrijdingsmiddelen zulke hoge eisen worden gesteld, komen er steeds minder op de markt. De sector slaat alarm.
Tot voor kort waren er op de Nederlandse markt nog maar vier chemische stoffen om kakkerlakken in flats te bestrijden. Van deze vier gebruiken bestrijders er één, chloorpyrifos, steeds vaker omdat de insecten resistent worden tegen de andere drie. En dat is vragen om moeilijkheden, zeggen de deskundigen. Want als je voornamelijk chloorpyrifos gebruikt, worden de insecten daar vroeg of laat óók resistent tegen.
Gelukkig voor de sector is het chemieconcern Bayer vorige maand met een nieuw kakkerlakkenmiddel op de markt gekomen. Het kakkerlakkenprobleem is weer even opgelost. Daarentegen baart het toenemende aantal muizen in levensmiddelenwinkels nog steeds zorgen. In Groot-Brittannië heb je al de zogeheten McDonald's-muizen die gedijen op resten hamburgers. Zij zijn onvatbaar voor alle bestrijdingsmiddelen. Reden is dat ze resistent worden tegen de vier meest gebruikte muizenmiddelen, maar ook dat ze het in haver of tarwe verstopte gif niet meer willen eten. Hamburgers - en ook pindakaas, kaas en vleeswaren in de supermarkten - zijn veel lekkerder dan kale granen. Om dit probleem te lijf te gaan, zouden chemieconcerns bestrijdingsmiddelen kunnen verpakken in lekkerder hapjes. Maar een bestaande chemische stof verpakken in een nieuw jasje betekent dat het bedrijf een nieuw handelsproduct op de markt moet brengen.
En daar zit een knelpunt. Want de kosten om een bestrijdingsmiddel op de Nederlandse markt toegelaten te krijgen, zijn voor de fabrikant vaak hoger dan wat hij kan terugverdienen met de verkoop ervan. Met als gevolg dat voor veel middelen, ook wanneer ze al wel zijn ontwikkeld, geen (verlenging van) toelating meer wordt aangevraagd. ,,Bestrijdingsmiddelen tegen ongedierte hebben vaak maar een omzet van zo'n 50.000 gulden per jaar'', vertelt Bart Bosman, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Ongediertebestrijdingsbedrijven en werkzaam bij bestrijdingsmiddelendistributeur RIWA. ,,De kosten voor een toelating halen de concerns er dan niet uit.'' Bayer kon de nieuwe chemische stof tegen kakkerlakken op de markt brengen, omdat dit middel al wordt gebruikt als insecticide in de landbouw, waar omzetten worden gehaald van miljoenen guldens. Het concern had al veel toxicologisch onderzoek gedaan, en de Commissie Toelating Bestrijdingsmiddelen (CTB) kon de zaak vrij snel afhandelen.
Inclusief het nieuwe middel van Bayer zijn er nu tegen ongedierte 27 verschillende chemische stoffen op de Nederlandse markt, geformuleerd (de vakterm voor ‘verpakt') in 55 verschillende handelsproducten die alleen beroepsbestrijders mogen gebruiken en nog een aantal producten die iedereen bij de drogist kan kopen. Vier jaar geleden waren er nog 73 verschillende chemische stoffen tegen ongedierte; in de jaren tachtig waren dat er nog 125, geformuleerd in enkele honderden verschillende handelsproducten. Het was voor de fabrikanten echter te duur de toelatingsvergunning voor deze middelen te verlengen. De middelen werden niet allemaal in Nederland gebruikt - het ene middel was nu eenmaal populairder dan het andere - maar in geval van resistentieontwikkeling zouden bestrijders ook die minder populaire middelen kunnen inzetten. Eenmaal van de lijst zijn ze verboden. Fabrikanten die ‘oude' middelen weer willen verkopen, moeten de hele toelatingsprocedure opnieuw doorlopen. En dat betekent ook vele nieuwe vragen beantwoorden over milieu- en gezondheidseffecten, want de regelgeving is afgelopen jaren flink aangescherpt. De kosten voor extra toxicologisch onderzoek kunnen oplopen tot enkele miljoenen guldens. Daarnaast zijn de bedrijven soms wel een ton kwijt aan de Commissie Toelating Bestrijdingsmiddelen, die de uren in rekening brengt die ze nodig heeft om de steeds omvangrijkere dossiers te bestuderen. Wanneer een bedrijf een al toegelaten stof alleen verpakt in een nieuwe formulering, bijvoorbeeld om het hapje aantrekkelijker te maken, kost een toelating meestal zo'n tienduizend gulden. Overigens zorgen deze kosten, en de nog veel hogere ontwikkelingskosten, niet alleen voor steeds minder middelen, maar ook voor steeds minder fabrikanten. Naar verwachting zijn er straks wereldwijd nog maar vier of vijf producenten.
Bart Bosman vindt niet dat de milieueisen te streng zijn. Eerder dan in versoepeling van de regelgeving ziet hij een oplossing in gerichte subsidies. ,,Tegen muizen en ratten heb je nu vier stoffen die alle vier aangrijpen op hetzelfde mechanisme: ze zorgen ervoor dat bloed niet kan stollen. In Groot-Brittannië en Denemarken zijn al muizen gevonden die resistent zijn tegen alle vier de stoffen; noodgedwongen gebruiken ze daar nu veel giftiger middelen. Een nieuw middel tegen muizen en ratten, dat niet aangrijpt op de bloedstolling, is dus erg welkom. Hier kan de overheid dan gericht subsidie voor geven.''
Niettemin zouden bepaalde aanpassingen in de regelgeving bedrijven wel degelijk kunnen stimuleren om toch middelen op kleine markten te (blijven) verkopen. ,,Stel ik bedenk een lekker hapje voor kakkerlakken, banaan bijvoorbeeld'', zegt Jan de Jonge van het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen in Wageningen. ,,Door de banaan doe ik extract van vingerhoedskruid waar de kakkerlakken niet goed tegen kunnen. Ook voor zo'n eenvoudig middel moet ik nu zoveel vragen beantwoorden, dat ik er maar vanaf zie om het op de markt te brengen. De wetgever zou voor natuurlijke middelen waarvan je tevoren al kunt voorzien dat ze weinig schade berokkenen - en ik denk dan ook aan bijvoorbeeld geurstoffen die insecten verwarren - de criteria kunnen aanpassen. Hiervoor pleiten nu ook mensen uit de landbouwwereld.''
Eind mei hield de CTB een forumdiscussie over de problematiek van de kleine markten. Daarbij ging het om ongediertebestrijding en om de bestrijding van plagen en ziektes in kleine teelten zoals radijsjes en witlof, waar eveneens het aantal beschikbare bestrijdingsmiddelen afneemt. Op de bijeenkomst stelde staatssecretaris Faber (Landbouw) voor dat de CTB een ‘helpdesk' instelt, die speciaal de belangen van kleine markten behartigt.
Sinds vorige maand geldt in Nederland in plaats van de Bestrijdingsmiddelenwet de biociderichtlijn van de EU. Naar verwachting wordt de toelating hiermee niet veel goedkoper. Wanneer een middel eenmaal is toegelaten in één lidstaat, kan elk land aanvullende vragen stellen. Bart Bosman meent dat de harmonisatie zelfs nadelig voor de ongediertebestrijding kan uitpakken, namelijk wanneer een plaag echt uit de hand loopt. ,,In de Nederlandse wet is nog opgenomen dat de minister van VWS in geval van nood toestemming mag geven voor een niet toegelaten middel. De biociderichtlijn van de EU, die boven de nationale wet staat, rept niet over zo'n uitzonderingsregel. Natuurlijk, de richtlijn kan als het ergens echt fout gaat worden aangepast. Maar eer zoiets er dan doorheen is, is al een hoop schade berokkend.''
|
NRC Webpagina's 22 juni 2000
Tegen insecten
1. Deltamethrin
2. Cyfluthrin
3. Chloorpyrifos
4. Foxim
5.Propoxur
Tegen ratten en muizen
Vier middelen |
Bovenkant pagina |
|