U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Profiel Korea NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


KOREA

VERZOENING

NATIONALE CULTUUR

MACHTSBALANS

ADOPTIE

HERENIGING

ECONOMIE NOORD-KOREA

OORLOG

NEDERLAND

HET OUDE KOREA

KOREANEN

KIM DAE-JUNG EN KIM JONG-IL

IN DE PERS

Na het verraad de verzoening

Wim Brummelman
De historische toenadering tussen Noord- en Zuid-Korea lijkt eindelijk kans van slagen te hebben. Maar het is een kwetsbare dialoog, waarbij de geschiedenis zwaar weegt.

DE 38STE BREEDTEGRAAD TREKT een dikke streep door Korea. Litteken van de al bijna vergeten Koude Oorlog. Voor de 70 miljoen bewoners van het Koreaanse schiereiland is de zwaar bewapende demarcatielijn een onoverbrugbare kloof die tienduizenden gezinnen gescheiden houdt. En hoewel de Zuid-Koreaanse president Kim Dae-jung afgelopen juni op bezoek ging bij de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-il, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Madeleine Albright, hem deze week volgde en president Bill Clinton wellicht binnenkort gaat, blijft het onzeker of de 38ste breedtegraad snel zijn bijzondere betekenis zal kwijtraken.

Toegegeven, de voortekenen zijn gunstig, gunstiger dan ooit. De snelle metamorfose die Kim Jong-il in de internationale diplomatie heeft ondergaan, is opzienbarend. De stalinistische alleenheerser toont zich inschikkelijk. Hij lijkt zich te willen hervormen tot een staatsman die na decennia van zelfgekozen isolement de deuren van zijn land open wil zetten.

Maar toch: voorzichtigheid blijft geboden. Al eerder werd Koreaanse toenadering afgewisseld met periodes van openlijke vijandschap en zelfs terreurdaden, zoals de aanslag in Rangoon in 1983 op de toenmalige Zuid-Koreaanse president Chun Doo-hwan. Chun ontsnapte, maar vijftien leden van de Zuid-Koreaanse regeringsdelegatie kwamen om. En nog maar zes jaar geleden stond Zuid-Korea's belangrijkste bondgenoot, de Verenigde Staten, op het punt Noord-Korea aan te vallen wegens de dreiging van kernwapens. Op het laatste nippertje wist de Amerikaanse oud-president Jimmy Carter met een bezoek aan de toenmalige Noord-Koreaanse president Kim Il-sung een gewapend treffen te voorkomen.

De Grote Leider liet Carter zelfs weten een ontmoeting met de toenmalige Zuid-Koreaanse president Kim Young-sam op prijs te stellen. Dat ging niet door omdat Kim Il-sung een maand later, in juli 1994, overleed. Hij liet zijn ontroostbare volgelingen verweesd achter. Omdat zijn zoon, de huidige leider Kim Jong-il, nog niet klaar was voor de volledige machtsovername, sloot Noord-Korea zich weer hermetisch af van de buitenwereld.

De rol van de VS op het Koreaanse schiereiland is essentieel. Korea's recente geschiedenis is in hoge mate gedicteerd door buitenlandse grootmachten. Waren het niet de Sovjet-Unie, China en de Verenigde Staten (bijgestaan door Westerse bondgenoten) die op deze oostelijke uitstulping van het Aziatische vasteland hun eerste veldslag van de Koude Oorlog uitvochten? De Koreaanse oorlog kostte tussen 1950 en 1953 meer dan vijf miljoen mensenlevens. Een formeel vredesverdrag is er niet.

Die buitenlandse inmenging was niet nieuw. Het Koreaanse volk heeft altijd geleefd in de schaduw van machtige, soms goedgezinde maar vaak ook agressieve buren. Vele eeuwen leefde Korea als vazalstaat in goede harmonie met China - tot in de zeventiende eeuw onder de Ming-dynastie en daarna, na de onderwerping aan de Mongolen, onder de Ch'ing-dynastie. In de tweede helft van de zestiende eeuw trok een grote Japanse invasiemacht Korea binnen, op weg naar China. De Japanners werden teruggeslagen.

Korea bleef tot aan het begin van de vorige eeuw een feodale monarchie. Net als het grote Rijk van het Midden had het genoeg aan zichzelf; de gezagsdragers sloten hun 'kluizenaarsrijk' af voor buitenlandse vernieuwingen. Toen aan het eind van de negentiende eeuw het tijdperk van het moderne Westerse en Japanse imperialisme zijn intrede deed, was Korea een door interne tegenstellingen verzwakte staat geworden. Terwijl de Westerse koloniale mogendheden in China binnendrongen, concentreerde Japan zich eerst opnieuw op het Koreaanse schiereiland. In 1876 dwongen Japanse oorlogsbodems Korea tot een 'vriendschapsakkoord' en het openen van havens voor Japanse koopvaardijschepen.

Dat bracht Korea in een maalstroom van ontwikkelingen waarop het zelf geen vat meer had. China stuurde troepen en dwong de autoriteiten in 1882 tot het openen van de deuren van het kluizenaarsrijk: niet alleen voor China, maar ook voor de VS, Groot-Brittannië, Duitsland, Rusland en Frankrijk. Twaalf jaar later raakten Chinese en Japanse troepen slaags op Koreaanse bodem en begon een zegevierend Japans leger aan zijn eerste opmars naar Mantsjoerije. Korea werd een Japans protectoraat. Daarop liet het tsaristische Rusland zich gelden: eerst in Mantsjoerije (1900) en een paar jaar later in Korea. Maar de Russische expansie eindigde desastreus: in de Japans-Russische oorlog (1904-1905) versloeg Japan als eerste Aziatische land in de moderne geschiedenis een Westerse mogendheid.

Aan de Japans-Russische oorlog kwam een einde door bemiddeling van de Amerikaanse president Theodore Roosevelt. Net als de Zuid-Koreaanse president Kim Dae-jung dit jaar, kreeg hij daarvoor de Nobelprijs voor de vrede. Maar in Korea wordt met zeer gemengde gevoelens teruggekeken op die episode. Sommige Koreanen spreken over 'het eerste Amerikaanse verraad' omdat de VS in een geheim akkoord instemden met Japanse hegemonie over Korea in ruil voor de toezegging dat Japan zich niet zou verzetten tegen Amerikaanse dominantie over de Filipijnen. In 1910 werd Korea formeel een kolonie van Japan. De daarop volgende 35 jaar werd het land gedegradeerd tot een economisch wingewest, dat de Japanse oorlogsmachinerie met rijst moest voeden en waar de bezetters met harde hand optraden tegen Koreaanse nationalisten.

Het 'tweede Amerikaanse verraad' dateert van augustus 1945, toen de oorlog in Azië op zijn einde liep. Op hun bijeenkomst in 1943 in Cairo verklaarden de VS, Groot-Brittannië en China (van Chiang Kai-shek) dat Korea 'te bestemder tijd vrij en onafhankelijk zal worden', maar dat uitgangspunt was nooit uitgewerkt. Plotseling realiseerden de Amerikanen zich dat een Sovjet-bezetting van Korea grote implicaties zou hebben voor de toekomst van de hele regio. In de nacht van 10 augustus trokken militaire planners in Washington haastig een lijn door het midden van het Koreaanse schiereiland: ten zuiden van de 38ste breedtegraad zullen Japanse troepen zich overgeven aan de Amerikanen, ten noorden daarvan aan het oprukkende Sovjet-leger, zo luidde de legerinstructie die de volgende dag werd uitgegeven. Hoewel er geen sprake was van een formeel akkoord, en Amerikaanse troepen pas weken later op Zuid-Koreaanse bodem zouden landen, stopten de Sovjet-soldaten hun opmars bij de 38ste breedtegraad. Geen Koreaan was erover geraadpleegd, maar de scheiding van hun land werd toen voor de rest van de eeuw verankerd.

Aanvankelijk stond Noord-Korea er economisch veel beter voor dan Zuid-Korea, maar vanaf de jaren zeventig keerden de kansen. Knarsetandend moest de toenmalige leider Kim Il-sung toezien hoe eerst China en 'aartsvijand' Amerika toenadering zochten en hoe vervolgens de economische en diplomatieke steun uit Moskou afnam. Toen de toenmalige Sovjet-minister van Buitenlandse Zaken, Edoeard Sjevardnadze, tien jaar geleden naar Pyongyang vloog om te vertellen dat president Gorbatsjov een geheime ontmoeting had gehad met de Zuid-Koreaanse president Roh Tae-woo (1987-1993) over het aangaan van diplomatieke relaties, werden dat in zijn woorden ,,de moeilijkste en onplezierigste gesprekken'' uit zijn leven. Toen de bewierookte Grote Leider in juli 1994 overleed, bestond de Sovjet-Unie niet meer en was Noord-Korea een 'hongerige tijger' geworden.

Nu overal elders in de wereld de puinhopen van de Koude Oorlog zijn opgeruimd, is het moment aangebroken om de status quo van de 38ste breedtegraad te doorbreken. Gezien het verval van Noord-Korea, waar de afgelopen jaren duizenden mensen de hongerdood zijn gestorven, is er voor Kims dynastieke opvolger, diens 60-jarige zoon Kim Jong-il, geen andere uitweg. En de Zuid-Koreaanse president Kim Dae-jung lijkt voor hem de ideale gesprekspartner op het juiste moment. De 74-jarige Kim Dae-jung heeft zijn hele leven lang oppositie gevoerd tegen de autocratische en militaire regimes die, met kleine democratische tussenpozen, Zuid-Korea tot in 1987 hebben geregeerd. In de laatste fase van zijn leven wil Kim de historische kans benutten om zijn droom van een herenigd Korea te verwezenlijken.

Kim Dae-jungs 'zonneschijnbeleid' heeft al geleid tot de historische Korea-top van afgelopen juni in Pyongyang. Noord-Korea is daarna gestopt met zijn propaganda-uitzendingen via de luidsprekers die zijn opgesteld langs de 38ste breedtegraad. Dat is een goed begin. Maar zolang de honderdduizenden Noord-Koreaanse militairen er nog liggen, is het einde nog niet in zicht.

NRC Webpagina's
26 oktober 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad