|
|
Bevreemding
,,Halverwege de jaren zeventig vertrok ik uit Korea. Het land groeide daarna uit tot een economische tijger. Toen ik in 1996 terugging, brak er een economische crisis uit. Toeval? Zulke grappen maakte ik als Daan de Koreaan. Niet dat mijn Koreaanse achtergrond me erg bezighoudt, het personage ontstond toevallig toen ik op een feestje een Koreaan ontmoette die Gert-Jan heette. Dat vond ik gek. Nee, dan: Daan de Koreaan uit de Jordaan. Korea was voor mij altijd een lullig landtongetje op de kaart. In de drie weken die ik er heb doorgebracht, kwam het land tot leven. Vooral mooie beelden heb ik overgehouden, de Koreanen zelf bleven aliens. Zoals de stewardessen van Korean Airlines, die me in het vliegtuig begroetten in onverstaanbare klanken. In Korea werd de bevreemding alleen maar groter. Ik stond eens tegen een telefooncel aangeleund, toen een dronken Koreaan tegen me begon te duwen. Waarom? Ik zal misschien met mijn lange haar en westers uiterlijk een raar exemplaar zijn geweest. Veel mensen hielden me voor een Japanner of een rockster. 'Hankook san' (ben je Koreaan), vroeg een Koreaanse winkelmevrouw me eens. 'Ja', zei ik. In het Nederlands.'' Bekende geuren
,,Heb je een vriendin, ga je trouwen met een Koreaanse en ben je gelovig? Die drie vragen heb ik deze zomer in Zuid-Korea steeds moeten beantwoorden. Ik had toen nog geen vriendin, zei dat ik wilde samenwonen en vertelde over mijn rooms-katholieke opvoeding en de ontkerkelijking in Nederland. Dat ging er maar moeilijk in. Het was mijn eerste reis naar Korea, een culturele reis van de Overseas Korean Foundation: veel uitstapjes en etentjes, ze proberen natuurlijk hun beste gezicht te laten zien. Pas daar heb ik besloten mijn ouders op te zoeken. Mijn vader bleek te zijn overleden, mijn moeder heb ik kunnen opsporen via het adres dat mijn oma had achtergelaten in mijn bagage. Ik had in Korea het gevoel dat ik slechts een tijdje weg was geweest. Ik herinnerde me mijn moeder nog goed en ook sommige geuren. Die van kimchi bijvoorbeeld, een nationaal gerecht van ingelegde kool, pepers en knoflook, waarvan beweerd wordt dat de lucht als een grote walm boven Korea hangt. Ik heb inmiddels een Koreaanse vriendin. Ontmoet tijdens de reis. Ik zou wel een paar jaar in Korea willen wonen, maar niet langer. Als geadopteerde Koreaan ben je in Korea een tweederangs burger en ik hecht aan Hollandse openheid.'' Vorstendochter
,,Ik heb Korea nooit bezocht, maar ik wil er ooit nog heen. Om mijn biologische ouders op te sporen. Ik zou hun willen zeggen dat ze zich niet schuldig hoeven te voelen. De kans dat ik hen vind is vrijwel nihil. Omdat ik een vondeling ben. Dat staat in mijn dossier en bovendien draag ik de naam van de directeur van het kindertehuis, waar ik als baby van twee weken binnen ben gebracht. Mijn adoptieouders hebben heel wat met mij te stellen gehad. Ik vond hen ontzettend burgerlijk en bekrompen. Ik leed ongetwijfeld aan het zogenoemde prinsessensyndroom: ik kon wel een ondergeschoven dochter uit een vorstelijk Koreaans geslacht zijn of een kind van de directeur van Samsung, fantaseerde ik. Inmiddels ben ik net zo burgerlijk als mijn ouders. Ik woon samen met een 'adopko' (een geadopteerde Koreaan, red.) en wij rijden ook zaterdag met een stationcar naar Albert Heijn. Die reis naar Korea wil ik maken voor ik ga trouwen. Ik zal wel veel te verwerken krijgen en daar wil ik mijn gezin niet mee belasten.'' Veel emotioneler
,,De openingsceremonie van de Olympische Spelen met de twee Koreaanse presidenten bezorgde me een brok in de keel, maar ik heb in de tijd dat ik in Zuid-Korea woonde en werkte de spanning tussen de twee Korea's dan ook goed kunnen voelen. Na mijn afstuderen in 1995 wilde ik het land leren kennen. Drie maanden zou ik blijven, het werd drie jaar. Ik kon een baan krijgen bij een exportbedrijf in laboratoriumapparatuur, ik verdiende lekker en kreeg een Koreaanse vriendin. Toen de economische crisis in Azië uitbrak, vlogen de buitenlanders in het bedrijf er een voor een uit. Ik besloot ontslag voor te zijn. Met die vriendin ging het uit en de drukte van de 24-uurs-economie van Korea, de stress en de lange werkdagen begonnen me tegen te staan. Niettemin heb ik, als ik nu weer in Korea kom, het gevoel thuis te zijn. Koreanen zijn socialer dan Nederlanders, ze zijn, net als ik, veel emotioneler en lichtgeraakter dan Zuid-Europeanen. Hun gezichten lijken gesloten, maar daarachter borrelt het. Mijn adoptieouders zijn rustig en steady - die doen geen rare dingen. Wat tempe-rament betreft herken ik mij in mijn Koreaanse moeder, die ik goed heb leren kennen. Zij is gepassioneerd, grillig en ad rem, zoals ik.'' INTERVIEWS: CHRIS VAN DE WETERING FOTO'S: RUFUS DE VRIES
|
NRC Webpagina's 26 oktober 2000
|
Bovenkant pagina |
|