|
JAPAN NEDERLAND-JAPAN HANDEL VERZAMELAAR OER-HOLLANDS GEBRUIKEN NEDERLANDERS IN JAPAN JAPANNERS IN NEDERLAND DESHIMA VORSTENHUIS RELATIES KUNST ACTIVITEITEN Overzicht eerdere afleveringen Profiel
|
Het eiland van de roodharigen
Deshima, ooit het eiland van de Nederlanders, wordt de komende jaren gereconstrueerd.
IN DE STAD NAGASAKI razen auto's over de plek waar eens water kabbelde en VOC-schepen aanlegden. Het weidse uitzicht dat de Nederlanders destijds over de baai hadden, wordt nu geblokkeerd door betonnen gebouwen aan de overkant van de straat. Het eilandje Deshima, ruim twee eeuwen het tehuis van Nederlanders in Japan, bestaat niet meer. Maar Nagasaki werkt aan herstel. Deshima was een kunstmatig eilandje aan het waterfront van Nagasaki. Een brug met een lengte van een meter of twintig verbond het eiland met de stad. Met de rug tegen de bergen kon Nagasaki alleen maar richting zee uitbreiden. Het waterfront is inmiddels weer enkele honderden meters verder opgeschoven. Deshima is verdwenen, opgenomen in de stadsuitbreiding.
De stad Nagasaki ligt in een prachtige baai op het zuidelijke eiland Kyushu. In de jaren van de VOC moet het nog veel mooier zijn geweest, toen de grote scheepswerven van Mitsubishi het zicht nog niet ontsierden. De zuidelijke ligging maakte de stad tot een natuurlijke aanleghaven voor reizigers uit de richting van China en Zuidoost-Azië. Toen het bestuur van Japan in de zeventiende eeuw de landsgrenzen vrijwel geheel afsloot voor de kwalijke dreiging van opdringerige Europeanen, zag het in Nagasaki de aangewezen plaats voor de enige Nederlandse handelspost die werd toegestaan. De 'roodharigen' - de bijnaam voor de Nederlanders - zaten feitelijk opgesloten op het eilandje van ruwweg 200 bij 70 meter. Op een afstand van hemelsbreed meer dan duizend kilometer van de hoofdstad konden ze weinig schadelijke invloed op het land uitoefenen. Japan liet alleen Nederlandse mannen toe, die op het eilandje een afgesloten bestaan leidden. Ze hadden hun eigen moestuin en vee. Voor andere vleselijke geneugten kregen ze bezoek van Japanse prostituees met de juiste vergunning. In de achttiende eeuw gaf de regering de studie van Nederlandse boeken vrij en trokken nieuwsgierigen, die meer wilden weten van de vreemde buitenwereld, naar Nagasaki. Zo kwam daar de rangaku - studie van Nederland - tot bloei, die Japanners inzicht gaf in uiteenlopende onderwerpen als anatomie en sterrenkunde. Nagasaki is trots op zijn kosmopolitische verleden. Tot halverwege de negentiende eeuw herbergde het de enige Europese vestiging in het land. Het concrete resultaat daarvan is in allerlei uitingen te zien. Zoals de oude kleermaker in een straatje die papieren vliegers maakt. De motieven op het papier zijn overgenomen van de vlaggen die de oude VOC-schepen in hun mast voerden, naast seinvlaggen ook de Hollandse driekleur. In winkels zijn soms ook kruikjes te zien met de tekst Japansch Zaky, Japanse rijstwijn. Nadat Japan eind vorige eeuw zijn grenzen opende, vestigden zich meer westerlingen in Nagasaki. Een groot aantal van de huizen die zij bouwden zijn verzameld in een openluchtmuseum naast Oranda-Zaka, ofwel de Nederlandse Heuvel aan de zijkant van de baai. Nagasaki herbergde al die eeuwen ook een grote Chinese gemeenschap, die veel vrijheid genoot. Typische lokale gerechten vormen het bewijs van de Chinese invloed. Net als de Chinese tempels - sommige in slechte staat, in rommelige achterafsteegjes, andere goed onderhouden en opvallend fel van kleur. In de parade van het jaarlijkse Okunchi-festival zijn zowel de spectaculaire Chinese drakendans als een klein VOC-schip te ontdekken. Dit kleurrijke verleden maakt Nagasaki ook voor Japanners tot een toeristische trekpleister en levert een welkome bron van inkomsten. De Nederlandse vertegenwoordiging vertrok halverwege de negentiende eeuw richting Tokio en Deshima werd opgenomen in de stadsuitbreidingen in de baai. Om het verleden meer eer aan te doen, werkt Nagasaki nu aan een meerjarenplan voor het herstel van Deshima. De stad heeft inmiddels 95 procent van de grond in handen en het laatste woonhuis staat op het punt te worden afgebroken. In grote lijnen moet het gebied terugkeren naar de staat van begin negentiende eeuw. Daarvoor is de bouw nodig van ruim twintig pak- en woonhuizen, twee poorten en een vlaggenmast. Kosten: 360 miljoen gulden. Een deel van de panden is al klaar, maar de volledige oplevering is gepland voor 2010. In een verre toekomst moet dan ook weer water stromen rond het eilandje.
|
NRC Webpagina's
|
Bovenkant pagina |