|
Angsten
|
In de schaduwen van morgen Sinds de verschijning van het Rapport van de Club van Rome, Grenzen aan de groei, in 1972, is een niet aflatende stroom van Schaduwdenkers aan het woord geweest. In zoverre is er niets nieuws. Maar hoe gegrond is hun bezorgdheid? Het grootste en meest verbijsterende feit is dat vandaag, ondanks alle vooruitgang, aan het einde van de twintigste eeuw, nog steeds een miljard mensen moet leven van minder dan een dollar per dag. Aan honger en armoede is geen einde gekomen. Bovendien, tenzij de opbrengsten snel stijgen, zal productieverhoging in de landbouw een toenemende druk leggen op land en water. Als land dat nu met bos of gras is bedekt, in gebruik wordt genomen, betekent dat niet alleen een verlies aan biodiversiteit, maar ook een verlies aan opslagcapaciteit voor koolstof. Nog steeds, en vooral in Afrika, worden er burgeroorlogen gevoerd, en verwoesten malaria, diarree en aids dagelijks vele levens.19 Onlangs werd India opgeschrikt door een golf van zelfmoorden onder boeren in Andhra Pradesh die hun schulden niet meer konden afbetalen als gevolg van de mislukte katoenoogst.20 Een toenemende bevolking, vooral als die uitwijkt naar onveilige gebieden zoals vulkaanhellingen of rivierbeddingen, betekent dat er bij iedere ramp meer mensen getroffen worden en meer materiële schade ontstaat. De rampzalige gevolgen van de recente overvloedige regenval, mogelijk als gevolg van La Nina, in de Sahel, Bangladesh, India en Midden-Amerika, hebben opnieuw de kwetsbaarheid van de menselijke samenleving voor natuurlijke fenomenen aangetoond. Moeilijk voorspelbare economische fluctuaties bepalen hoeveel miljoenen mensen vervallen tot armoede - of net niet. Ten slotte zijn ook de beloftes van de biotechnologie in veel opzichten onvervuld en doemen problemen van veiligheid op, met name in het geval van mogelijke productie van allergische of toxische stoffen in biotechnologische producten, of bij grootscheepse transnationale transporten van genetisch gemodificeerde organismen. Het grootste risico bij afwezigheid van wetgeving en adequate controle van biotechnologie is dat de ontwikkelingslanden als proefterreinen zullen worden misbruikt.21 De complexiteit van onze wereld schijnt gelijk haar fragiliteit te bewijzen en dus de Schaduwdenkers gelijk te geven. Deze feiten zijn schrijnend genoeg. Maar zij vormen slechts een deel van het verhaal. Zij verhullen dat sommige bedreigingen, zoals de uitputting van fossiele hulpbronnen, sinds 1972 duidelijk zijn verminderd, terwijl andere, zoals bevolkingsdruk en milieuvervuiling, met verstandig beleid en nieuwe technologie redelijk hanteerbaar kunnen worden gemaakt. In de jaren zestig en zeventig gold de milieubezorgdheid de zich steeds sterker ontwikkelende trends - toenemende groei van de bevolking, vervuiling en nucleaire dreiging. Nu, in het licht van een algehele verbetering, geldt de angst incidenten met potentieel rampzalige gevolgen, zoals de Exxon Valdez of Bhopal, en probleemgebieden zoals Centraal-Afrika. Het spook van een kernoorlog is helaas niet uitgebannen, maar we leven niet meer in de slagschaduw van een nucleaire dreiging van de grootmachten. De energie-scenario's die ons ooit zo een schrik inboezemden, hielden geen rekening met technische innovaties die tot destijds onvoorstelbare energiebesparingen hebben geleid. Vandaag gaan de debatten over biotechnologie en biodiversiteit, met een vleugje klimaat. Maar ook daar is het beeld genuanceerd. In de discussie rondom biotechnologie, overheerst door de angst voor levende genetisch gemodificeerde organismen, vergeet men al te graag dat er nauwelijks bewijzen zijn dat genen zo makkelijk uitgewisseld worden (als dat wel zo was, dan zou de evolutie al lang geëindigd zijn in een genetische `eenheidsworst').22 De tropische bossen worden inderdaad op grote schaal gekapt, maar de effecten daarvan op de biodiversiteit en het belang van maximale soortenrijkdom lijken niet eenduidig.23 Een deel van de milieuproblemen heeft zich naar ontwikkelingslanden verlegd en is uiteraard daarmee verre van opgelost. Maar op steeds meer plaatsen groeit de bewustwording van milieuvriendelijke landbouwmethoden, en worden aanzienlijk minder chemische middelen per eenheid opbrengst gebruikt. Op hetzelfde Cuba van Julio Breff Guilarte hebben ecologisch verantwoorde landbouwmethoden, die na 1989 werden ingevoerd toen het grootschalige collectivistische model instortte, tot een nieuwe opleving geleid.24 De laatste 25 jaar bieden onmiskenbaar hoop, zeker nu het erop lijkt dat de groei van de wereldbevolking eerder het lage scenario aanhoudt, dat wil zeggen een piek van acht of negen miljard rondom het midden van de volgende eeuw gevolgd door een afname.25 Het belangrijkste argument van de Schaduwdenkers is echter dat succes in het verleden geen enkele garantie voor de toekomst biedt. Of sterker nog, datzelfde succes zou weleens, zo stellen zij, tot stand kunnen zijn gekomen door een voorschot te nemen op de toekomst. In zijn algemeenheid valt dit niet te staven. Integendeel, de moderne landbouwgeschiedenis vormt een kronkelpad vol van overwonnen uitdagingen, aangescherpte normen en herhaaldelijke koerscorrecties. Het ontstaan van (nieuwe) bedreigingen is op zich geen bewijs voor het falen van moderne wetenschap, net zomin als het ontstaan van nieuwe vragen, ook ethische, als gevolg van wetenschappelijke vooruitgang. En zo staan de advocaten van de moderne landbouwtechnologie en de Schaduwdenkers pal tegenover elkaar: wat voor de eersten een weldadige revolutie is, vormt voor de tweede groep een bron van afschuw en ellende, en zelfs - voor sommigen - de voorbode van de definitieve vernietiging van de aarde. Technologie lijkt een kwestie van geloof geworden: een vloek of een zegen. Maar als er sinds de Club van Rome een les geleerd kan worden, dan is het wel dat dogmatische en mechanistische toekomstvoorspellingen onbetrouwbaar zijn en politiek soms contraproductief. Dat geldt voor Schaduwdenkers zowel als voor technologische optimisten. De wereld is complexer en tegelijk ook meer in staat zich aan te passen aan problemen die gesignaleerd worden.26 Dat de sombere voorspellingen van de Schaduwdenkers lang niet altijd uitkomen, doet niets af aan hun legitieme en essentiële rol. In essentie bedrijven de Schaduwdenkers een vorm van maatschappelijke bezwering: door de zaken soms erger voor te stellen dan zij zijn, liefst als een crisis, wordt een reactie in gang gezet en blijft de schade meestal hanteerbaar. Het feit dat bijvoorbeeld Paul Ehrlich een aantal van zijn uitspraken moest herroepen, zoals zijn voorspelling dat voor 1986 honderden miljoenen mensen aan ondervoeding zouden sterven, maakt zijn invloed destijds op het politieke debat en de daaruit voortvloeiende investeringen in landbouwkundig onderzoek niet minder waardevol.27 Op tal van terreinen is de stem van de Schaduwdenkers met succes gehoord: hun acties tegen het gebruik van bestrijdingsmiddelen, of hun verzet tegen grote stuwdammen en irrigatiewerken. De uitspraken van de Schaduwdenkers zijn geen self-fulfilling prophecies, maar self-denying prophecies28, zichzelf ontkennende voorspellingen, en dat is hun paradoxale kracht. Het voert veel te ver alle argumenten van de Schaduwdenkers op hun merites te beoordelen. Als waakhonden over wetenschap en technologie geven de Schaduwdenkers tevens uitdrukking aan een gevoel van onbehagen dat veel verder gaat dan landbouw en voedselvoorziening alleen. Zij raken het hart van onze huidige samenleving.29
De wortels van het schaduwdenken
Noten 19 Volgens het unaids-programma staat de laatste schatting van hiv-geïnfecteerden op dertig miljoen, waarvan tweederde in Afrika leeft, met dramatische effecten op kindersterfte en de economie als geheel (cijfers van juni 1998). 20 Vandana Shiva and Afsar Jafri: Seeds of Suicide. The Ecological and Human Costs of Globalisation of Agriculture. Research Foundation for Science, Technology and Ecology, New Delhi, 1998. 21 Daarbij zouden bijvoorbeeld door kruising tussen wilde verwanten (in de oorsprongsgebieden van cultuurgewassen die grotendeels in ontwikkelingslanden liggen) en gewassen met gemodificeerde genen hardnekkige onkruiden kunnen ontstaan. 22 S. Scott en M. Wilkinson: `Transgene Risk is Low'. In: Nature, nummer 393, 28 mei 1998. 23 C.H. Cannon, D.R. Peart en M. Leighton: `Three Species Diversity in Commercially Logged Bornean Rainforest'. In: Science, 28 augustus 1998; B. Holmes: New Scientist, 15 augustus 1998, p. 30-34. 24 P. Rosset: `Alternative Agriculture and Crisis and Cuba'. In: Technology and Society, jaargang 16, nummer 2, 1997, p. 19-25. 25 F. Pearce: `Population Bombshell'. In: New Scientist, nummer 112, 11 juli 1998, p. 1-4. 26 Department for Policy Coordination and Sustainable Development: Critical Trends: Global Change and Sustainable Development. United Nations, New York, 1997. 27 P. Ehrlich: The Population Bomb. Balantine Books, New York, 1968; P. Ehrlich en A. Ehrlich: Betrayal of Science and Reason. Island Press, 1996. 28 Ik ben prof.dr. L. Brunt (Universiteit van Amsterdam) erkentelijk dat hij mij op deze term en vergelijkbare redeneringen heeft gewezen. 29 Dergelijk denken echoot op schaarse momenten ook de woorden van Johan Huizinga, die in de eerste bladzijden van In de schaduwen van morgen rept van `productiestelsels die op bezwijken staan... De dreunende machine van dezen geweldigen tijd schijnt op het punt om vast te lopen.' J. Huizinga: In de schaduwen van morgen. Tjeenk Willink, Haarlem, 1935, p. 2. |
NRC Webpagina's
19 DECEMBER 1998
|
Bovenkant pagina |