|
Angsten
|
Een nieuw contract tussen wetenschap en samenleving Vormen een nieuwe landbouw en voedselvoorziening een schaalmodel voor de wetenschappelijke en sociale uitdagingen van de komende eeuw? Zo ja, dan veronderstelt dat tevens een nieuw contract tussen wetenschap en samenleving. Een contract dat niet blind is voor de bezorgdheid van de samenleving over de toepassing van nieuwe biologische technieken en de stimulerende invloed van Schaduwdenkers en Lichtzoekers erkent. En tevens een contract dat de huidige anti-technologische angsten van velen zou kunnen opheffen. Immers, we leven in tijd waarin de afstand tussen technologie en het dagelijkse bestaan steeds groter lijkt te worden. Niet van de producten van zijn arbeid is de mens vervreemd, maar van de producten van de wetenschap die de meesten niet begrijpen hoewel zij deel uit maken van ieders overleving en comfort. Het gevaar van het New Age-denken is niet alleen de nevenschikking van allerlei typen kennis, maar ook dat het een beeld propageert van de wetenschap als een monolithisch bolwerk dat andersdenkenden opzettelijk marginaliseert. Dat suggereert maar al te makkelijk dat in kennis zo langzamerhand wel voldoende is geïnvesteerd. Niets is natuurlijk minder waar. Want al is kennis een van de weinige grondstoffen die nooit uitgeput raken, het is er ook één die voortdurend kan verouderen. De grote technologische en biologische uitdagingen van de toekomst vragen om een maatschappelijk draagvlak en financiering. We kunnen ons niet permitteren om achterover te leunen, erop rekenend dat de technologie wel ergens op de plank ligt en alleen nog toegepast moet worden. De vraag is daarom relevant of de wetenschap die de geweldige successen van de laatste vijftig jaar heeft bewerkstelligd ook in staat is om deze uitdagingen aan te gaan. Velen, ook uit de wetenschap zelf, beantwoorden die vraag ontkennend.76 De waarheid, vermoed ik, is gemengd. De geschiedenis van landbouw- en voedselvoorziening toont aan dat de wetenschap in staat is van haar fouten te leren en nieuwe inzichten te ontwikkelen. Ik deel geenszins het diepe wantrouwen tegenover technologische oplossingen. Niet omdat de wetenschap de waarheid in pacht heeft, maar omdat het internationale wetenschapsbedrijf tot nu toe bijna altijd over voldoende controlemogelijkheden heeft beschikt om fouten en risico's slechts kort te tolereren. Juist om te voorkomen dat de onafhankelijkheid in gevaar komt, zal voortdurende publieke steun noodzakelijk zijn. De wetenschap zelf zal haar maatschappelijke rol met verve moeten vervullen. Gelukkig is dat op een aantal terreinen ook gebeurd. Zo heeft de wetenschap in de mondiale verdragen op het gebied van klimaat en biodiversiteit niet alleen de feiten aangedragen, maar ook een actieve rol gespeeld in het mobiliseren van de politieke gemeenschap, met het IPCC, het intergouvernementele panel over klimaatverandering, als meest opvallende voorbeeld. Bovendien kunnen we erop rekenen dat kritische groepen in een democratische context altijd tegenwicht zullen bieden. Juist deze groepen profiteren van de snelle verspreiding van technologische vernieuwingen, zoals het internet.77 De kritische stemmen van de Schaduwdenkers en de visioenen van de Lichtzoekers blijven dus onmisbaar. Niet om alternatieve grondslagen voor de natuurwetenschappen te ontwikkelen, maar om inspiratie te bieden dankzij nieuwe vragen en oude angsten. Uiteindelijk gaat het om niets minder dan een transformatie van ons politieke denken. Daarin zijn we niet de enigen, gelukkig. Om maar een inspirerend voorbeeld te noemen: het publieke debat in de Verenigde Staten rondom Michael Lerners boek The Politics of Meaning, een pleidooi voor een samenleving die zijn nadruk op efficiency verlegt naar de waardering van het individu, en een betoog tegen de economie als basis voor de moraal.78
Noten 76 Bijvoorbeeld Jane Lubchenco, voorzitter van de American Association of the Advancement of Science (aaas). J. Lubchenko: `Entering the Century of the Environment: A new Social Contract for Science'. In: Science, nummer 279, 23 januari 1998, p. 491-497. 77 Het internet als elektronische potpourri van serieuze informatie, halve waarheden en hele leugens is bij uitstek een voorbeeld van de gelijkschakeling van kennis die niet meer getoetst hoeft te worden om publiek te worden. 78 M. Lerner: `After the Summit: what's next?' In: Tikkun, jaargang 11, 1996, nummer 3, p. 7-12.
|
NRC Webpagina's
19 DECEMBER 1998
|
Bovenkant pagina |