|
Coca-Cola
|
Boekel en de schande van de lege varkensstallen
Door onze redacteur MAX PAUMEN
Wanneer straks de varkenspest is uitgewoed, komen in de lege hokken in Boekel zo vlug mogelijk nieuwe varkens, en geen varken minder. “We kunnen niet anders”, zeggen ze daar.
BOEKEL, 20 MEI 1997. Doorgaans zijn de negenduizend inwoners van het Peeldorp Boekel trots op hun plaats. "Hoe goewd "t ok is waor ok op aord, allein in Boekel hè"k den aordt", zo luidt het. Wie een paar minuten op een bankje tegenover de St. Agathakerk zit, ziet de pastoor en zijn acolieten na een uitvaart van het kerkhof teruglopen in vol ornaat, maar ook waar dit dorp groot door werd.
De veevoederwagens volgen elkaar in snel tempo op, afgewisseld met een bestelwagen van het KI-station Zuid, een andere bestelwagen met het opschrift Melkwinning automatisering en verder talloze landbouwtrekkers. Daar tussen door ziet men in een autootje twee mannen met witte plastic kappen op het hoofd. Ze waren betrokken bij de bestrijding van de varkenspest en begeven zich nu naar het crisiscentrum, dat sinds het begin van de varkenspest in het dorp is gevestigd. Van het totale dorpsoppervlak van 3.541 hectare is 2.975 hectare in agrarisch gebruik. De landbouw is met ruim 300 bedrijven verreweg de grootste bron van inkomsten. Het merendeel zijn varkenshouderijen, die voor 65 procent bestaan uit gezinsbedrijven.
Tot voor enkele jaren vormde Boekel met een aantal omliggende gemeenten het meest verzuurde stukje Nederland. Sinds er steeds meer milieuvriendelijkere groen-labelstallen kwamen, zou dat probleem een stuk minder zijn. “Het is jammer”, zegt loco-burgemeester J.W. Biemans (CDA) “dat u Boekel niet vanuit de lucht kunt zien. Dan zou u kunnen waarnemen hoe groen het hier is.” Maar nergens ook is het aantal pestgevallen zo groot: van de 201 varkenshouderijen waren er afgelopen vrijdag 65 besmet en nog eens 16 preventief geruimd wegens de varkenspest, die op 4 februari in de kern Venhorst voor het eerst werd vastgesteld. “Er gaan er meer dood de put in”, zoals men hier zegt, “dan dat er gegeten worden.”
Tijdens het gesprek met de loco-burgemeester komt wethouder Van den Hoven binnen. Hij meldt dat bij zijn zoon zo juist ook varkenspest is vastgesteld. “Ze zijn twee dagen geleden nog "gescreend" en toen was er niks aan de hand. Ze zagen er nog zo gezond uit”, aldus de wethouder.
In Boekel woonde, zo bleek uit een landelijk tevredenheidsonderzoek, de contentste mens van Nederland. De pastoor, zo constateerde met groot genoegen het bisdom Den Bosch, leidt er een van de beste parochies met vooral "s zondags een volle kerk. In de missen wordt sinds het uitbreken van de pest gebeden voor de varkenshouders.
De eucharistieviering voor de vruchten der aarde stond dit jaar in het teken van de noden van de varkenshouders. Pastoor G.B.M. Looyaard ziet sinds het begin van de epidemie “een grotere saamhorigheid en interesse in elkaar”. Hij bezoekt de getroffen gezinnen. “Men klaagt vooral over de strafkorting van 35 procent die het ministerie van Landbouw bij de ruiming van de stallen toepaste voor degenen die zich niet geheel aan de regels hielden. Maar de grootste emotie op dit moment, is de schande die wordt gevoeld door de lege stallen,” zegt hij, “voor de rest lopen ze hier niet zo met hun ellende te koop.”
Die ellende woedt voornamelijk onder het oppervlak. De aanwijzingen dat er iets aan de hand is ,worden echter met de dag duidelijker, ook bij de slachterijen, de veevoederleveranciers en de loonbedrijven. Adjunct-directeur P.G.M. Kessels van de Rabobank: “Je ziet de tegoeden slinken. Voor de kleinere bedrijven die nu al drie maanden stilliggen is de nood groter dan voor de grotere, die meestal meer reserves hebben.” Vice-voorzitter W. van den Broek van de winkeliersvereniging en zelf eigenaar van een winkel in witgoed: “De televisie wordt straks gerepareerd in plaats van dat men een breedbeeld-tv aanschaft. Nu valt het voor de middenstand nog wel mee, maar hoe langer het gaat duren, des te zorgwekkender ik de toestand inzie. Hier geldt immers dat als het met de landbouw slecht gaat, het met de middenstand ook slecht gaat.” “De pest heeft”, zegt huisarts J.H.F. van Boxtel, “grote invloed op het welzijn in de gezinnen. De mannen hebben ongewild opeens veel vrije tijd gekregen, die ze niet weten te besteden, en ze zitten nu meer bij moeders op de slip. Wat er dan gebeurt kan iedereen wel raden: de ene snauwt, de ander grauwt, grijpt naar de fles of gaat stil in een hoekje zitten. Ik kom de gevolgen daarvan steeds vaker in mijn spreekkamer tegen.”
Loco-burgemeester Biemans: “Er kan geen raadsvergadering of feestje zijn of de pest is hèt onderwerp van gesprek.” Hij zegt dat B en W werken aan een brief aan alle getroffen boerenbedrijven. “Om ons medeleven te laten blijken. Verder zullen we daarin de mogelijkheden toelichten over de Bijstand. Maar het mag niet zo zijn dat het geld dat ze met de ruimings- en opkoopregeling kregen, eerst op moet. Dat moet gereserveerd kunnen worden voor een "herstart". We hopen wat dat betreft op clementie van minister Melkert van Sociale Zaken.”
Voorzitter J. van Sleeuwen van de afdeling van het Noordbrabantse christelijke boerenbond (NCB) bezoekt alle getroffen leden. 99 Procent is lid van de NCB. “Dan drinken we een kupke koffie en de emoties die dan loskomen zijn echt onbeschrijfelijk.” Zelf werd zijn bedrijf dat hij en zijn vier zonen hebben met gezamenlijk 6.700 varkens, op 3 april geruimd. “Sindsdien is het stil en kil in de hokken. Ik ga er niet anders in dan wanneer het hoogst noodzakelijk is en dan ben ik er vlug weer uit. Het gaat echt niet om de financiële kant van de zaak, want bij de ruiming is vrij goed getaxeerd. Er zijn mensen die zeggen: ge kunt nu gerust op vakantie gaan, maar zo is het niet. Ik zit nu nog altijd met al die varkens in mijn hoofd, hoewel ik er niet één meer heb.”
Loco-burgemeester Biemans: “Het is misschien hard om te zeggen maar er zal in deze gemeente pas weer een beetje rust komen als de hele varkensstapel weg is. Dan pas kan er weer een nieuw begin worden gemaakt.” Maar hij heeft er geen goed woord voor over dat de discussie over een andere opzet van de varkenshouderij al is begonnen. “Juist op een moment dat de mensen de nood aan de lippen staat, gaat men over minder varkens praten. Men vergeet te snel de bijdrage die ze varkenshouders leveren aan de economie.” Van Sleeuwen: “Die één kilometerzone waarover de minister sprak, die komt er van eiges als het zo doorgaat; niet alleen met de pest, maar ook met de aanscherping van de normen voor het milieu en de diervriendelijkheid. En bovendien is hier al sprake van schaalvergroting, want in vijf jaar tijd liep het aantal varkenshouders al met 35 terug.”
Wat zal er gebeuren nadat de pest is uitgewoed? Van Sleeuwen: “Als ik met mijn 58 jaar geen opvolger zou hebben dan zou ik nog wel eens bekijken of ik opnieuw zou beginnen. Maar tegen de jongens heb ik gezegd: zodra de pest bedwongen is komen er zo vlug mogelijk nieuwe varkens in de hokken en geen varken minder. We kunnen niet anders, want we hebben hier geweldige investeringen gedaan. Zo denkt de meerderheid van mijn collega"s in Boekel erover.”
|
NRC Webpagina's 6 januari 2000
|
Bovenkant pagina |
|