|
Coca-Cola
|
Aantal besmettingen met Salmonella laatste jaren stevig gestegen
Door onze redacteuren KEES CALJE en KAREL KNIP
ROTTERDAM, 31 JULI 1990. In Nederland sterven jaarlijks circa vijftig mensen aan een
vergiftiging door toedoen van Salmonella-bacterien. Dit schat het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieuhygiene (RIVM) op basis van een onderzoek dat vorig jaar
najaar werd afgerond. Het aantal doden is over de jaren heen vrij stabiel, maar steeds
vaker is de bacterie Salmonella enteritidis de doodsoorzaak.
Het aantal besmettingen ligt veel hoger. Het totale aantal Salmonella-besmettingen schat het
RIVM begin dit jaar op 225.000 per jaar. Het aantal besmettingen door Salmonella enteritidis
is tussen 1987 en 1989 explosief gestegen, van 7.000 tot 50.000. Het betreft hier een ruwe
schatting: slechts een klein deel van de besmettingen wordt echt bekend. Maar het aantal
gemelde besmettingen is de afgelopen jaren wel fors gestegen. In 1987 werden 160 gevallen
gemeld, in 1988 330 en tot vorig jaar september waren het er al 400, volgens cijfers van de
Inspectie voor de volksgezondheid.
In Nederland veroorzaakte de Salmonella-bacterie voor het eerst een explosie van
ziektegevallen in 1959, in Haarlem. Begin jaren tachtig veroorzaakte een bavarois onder de
deelnemers van een EG-banket massale buikloop. Meer recente gevallen deden zich voor in
een bejaardentehuis in Wormerweer (augustus 1985), bij de Keuringsdienst van Waren in Den
Haag (!) waar na een feestje 30 mensen ziek werden waarvan sommige zeer ernstig (augustus
1988), onder 57 bejaarden in Grathem (september 1989), in een bejaardentehuis in Urk waar
twee hoogbejaarden overleden (december 1989) en in het Van der Valk-restaurant Princeville
in Breda, waar twee personeelsleden als Salmonelladragers fungeerden (juni 1990). In de
afgelopen jaren is steeds nadrukkelijker gewaarschuwd voor de gevaren die consumenten in
de Westerse, geindustrialiseerde landen lopen op bacteriele voedselbesmettingen, zoals die
van de Salmonella, Campylobacter, Shigeilla en Listeria. Ook in Nederland heeft onderzoek,
onder meer door de Landbouw Universiteit Wageningen en het RIVM in Bilthoven,
geresulteerd in rapporten die aan duidelijkheid niets te wensen overlieten. Wat Salmonella
betreft stelde prof. dr. E. H. Kampelmacher al meer dan tien jaar geleden vast dat de infecties
van pluimveebedrijven (en in mindere mate varkensbedrijven) zich van lieverlee tot ver buiten
de eigenlijke hokken en stallen gingen uitstrekken, onder meer tot slachterijen en slagers.
De Wereld Gezondheidsorganisatie WHO schatte in maart vorig jaar dat 50 procent van de
pluimvee-karkassen in Europa (zoals ze in de winkel komen) met Salmonella is besmet en dat
daardoor jaarlijks honderden mensen aan een infectie overlijden. In oktober 1989 verscheen
bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiene (RIVM) het rapport
"Salmonella-onderzoek bij Nederlands pluimvee" waaruit bleek dat 26,3 procent van de
leghennen en 12,5 procent van de slachtkuikens was besmet met Salmonella. Volgens het
onderzoek is in Nederland 90 procent van de pluimveebedrijven in de leg- en mestsector
besmet met een of andere Salmonella-bacterie.
Oorzaken voor de besmetting zijn de industriele wijze waarop varkens en kippen
tegenwoordig worden gefokt en de aard van het voedsel, vaak afkomstig uit Derde
Wereldlanden, dat vaak vervuild en besmet met bacterien arriveert (vismeel uit Chili is een
berucht voorbeeld). Waar het de besmetting van kippevlees betreft spelen ook de
gemechaniseerde slachtmethoden een ongunstige rol. Daarbij komt nogal eens darmbreuk
voor waarbij darmbacterien zich over het karkas verspreiden.
Het doorbreken van de kringlopen van Salmonella-infecties lukt uitsluitend met een integrale
ketenbewaking. Tot een dergelijk beleid is het inmiddels ook gekomen. Het komt er op aan in
fok- en vermeerderingsbedrijven met Salmonella-vrije dieren te starten (en toch besmette
dieren steeds zo snel mogelijk op te ruimen), stallen schoon te houden, en veevoer te
pasteuriseren. Slachtmethoden moeten worden verbeterd. Een goede bewaking van de
bereikte resultaten is noodzakelijk. In afwachting van het succes moet de consument leren
omgaan met besmet voedsel en zou men risico-groepen (zoals bejaarden) "gevaarlijk" voedsel
moeten onthouden. Daaronder vallen, naast rauwe eieren, ook garnalen en filet americain.
Van de Salmonella-bacterie bestaan circa tweeduizend verschillende typen, maar de aandacht
richt zich vooral op de Samonella enteriditis in kippevlees en eieren. Volgens de
RIVM-onderzoekers is de bijna exclusieve aandacht voor de Salmonella enteritidis enigszins
hypocriet, omdat andere typen eveneens veelvuldig voorkomen, bijvoorbeeld in de intensieve
varkenshouderij.
In Groot-Brittannie ontstond in december 1988 een ware "Salmonella-psychose" nadat de
staatssecretaris voor volksgezondheid Currie had gezegd dat de meeste eieren ermee waren
besmet. Ze moest naar aanleiding daarvan aftreden.
|
NRC Webpagina's 6 januari 2000
|
Bovenkant pagina |
|