|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Landbouw Uitleg mond- en klauwzeer (BBC)
|
Capaciteit destructie vee is krap bemeten
AMSTERDAM, 27 FEBR. Duizenden dieren uit Groot-Brittannië zijn afgelopen weekend in Nederland gedood en vernietigd. Het vervoer van schapen, geiten en herten is voor onbepaalde tijd door het hele land verboden. En andere dieren dan varkens en runderen mogen niet op veemarkten verhandeld worden. Nederland neemt - in vergelijking met sommige andere Europese landen - zeer strenge maatregelen ter voorkoming van de gevreesde mond- en klauwzeer. Maar wat gebeurt er als de zeer besmettelijke ziekte onverhoopt toch uitbreekt? In Nederland klinkt de vrees dat het noodplan nog niet op orde is. Zo zegt wethouder D. van Wees van de gemeente Tytsjerksteradiel dat het destructiebedrijf Rendac dat op zijn gemeente gevestigd is een uitbraak van mond- en klauwzeer bij lange na niet aankan. Rendac, dat ook een vestiging heeft in het Brabantse Son, is het enige bedrijf in het land dat de destructie van dierlijk afval met een verhoogd risico op zich kan nemen. De afgelopen dagen zijn in de fabriek van Rendac de drieduizend dieren verwerkt, die uit voorzorg op elf Nederlandse bedrijven zijn geruimd. Van Wees maakt zich ernstig zorgen omdat na drie jaar wachten het ministerie van Volksgezondheid voor Rendac nog steeds geen calamiteitenplan heeft vastgesteld. Ook de Tweede Kamer heeft zich meermalen over dit probleem gebogen. Bij de uitbraak van de varkenspest in 1997 werd in totaal 581.000 ton aan dieren voor destructie aangeboden. Maar dat was veel meer dan de beschikbare capaciteit in Nederland, waardoor de destructie vertraging opliep en voor een deel uitgeweken moest worden naar België en Duitsland. De zorgen over de destructie worden door het ministerie niet gedeeld. Volgens een woordvoerder ligt er inderdaad al drie jaar een concept-plan op tafel, dat in maart in een regulier overleg zal moeten worden vastgesteld. Maar mocht er intussen toch al een uitbraak van mond- en klauwzeer plaatsvinden, dan kan er heel goed volgens het concept gewerkt worden, aldus de woordvoerder. Bovendien ligt er een nood-plan bij het ministerie van Landbouw mocht de ziekte zich in Nederland voordoen. De destructie van vee is niet langer een probleem, aldus het minister van Volksgezondheid. Capaciteit is bewust niet uitgebreid. Dat zou te hoge kosten met zich meebrengen "omdat de extra capaciteit misschien nooit gebruikt zal worden", aldus minister Brinkhorst (Landbouw) in een brief van 10 oktober 2000 aan de Tweede Kamer. Bij een uitbraak van mond- en klauwzeer zal daarom overgegaan worden op noodvaccinatie. Dat vee kan dan niet meer verkocht worden, zegt de woordvoerder van het Ministerie van Volksgezondheid, maar de besmetting wordt ook tegengegaan. "Het is uitstel van executie," want de dieren worden later gedood en vernietigd, als er weer voldoende destructiecapaciteit voorhanden is. Dieren die al besmet zijn worden wel met voorrang "gedestrueerd". Als mond- en klauwzeer ergens in Nederland wordt vastgesteld, zal al het vervoer van alle dieren in geheel Nederland onmiddellijk worden stilgelegd voor een periode van in ieder geval 72 uur, zo staat in het noodplan van het ministerie van Landbouw. Vanwege de incubatietijd van de ziekte kan het virus zich dan al over een groot gebied hebben verspreid. Dus zullen alle bedrijven die met de haard in contact zijn geweest in kaart worden gebracht en binnen de 72 uur van het algehele vervoersverbod zijn bezocht door dierenartsen van de Rijksdienst voor Vee- en Vlees (RVV) om te onderzoeken of het vee besmet is. Een belangrijke maatregel is tevens dat er in de eerste 72 uur vanwege het grote besmettingsgevaar geen vervoer van melk of andere zuivel mag plaatsvinden. Na de periode van 72 wordt Nederland volgens het noodplan opgedeeld in drie "compartimenten", een gebied waar zich besmette bedrijven bevinden, gebieden met verdachte bedrijven, en gebieden waar zich geen verdachte of besmette bedrijven bevinden. Tussen die gebieden zal geen vervoer van dieren mogen plaatsen. Alleen in het onverdachte compartiment mag vervoer van vee plaatsvinden. Alle bedrijven die zich binnen een straal van een kilometer van een besmet bedrijf bevinden, worden zo snel mogelijk preventief geruimd. Daarbij zal het doden van de dieren ter plekke plaats moeten vinden. Omdat langdurende vervoersverboden volgens het ministerie van Landbouw tot "welzijnsproblemen" vooral voor varkens zullen ontstaan, gaat de minister over tot een fokverbod en zullen "zeer jonge biggen" worden gedood. Voor de noodvaccinatie is het virus inmiddels getypeerd als "type O, 'Pan-Aziatische' stam. Tegen dat type is een voorraad van ongeveer 1,25 miljoen doses in Nederland aanwezig. Binnen vier dagen kunnen daar een half miljoen doses aan worden toegevoegd.
Zie ook:
Vrees groeit voor uitbreiding ziekte (26 februari 2001) |
NRC Webpagina's 27 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|