|
|
|
NIEUWSSELECTIE Ministerie van Landbouw
|
Oud-minister Gerrit Braks over mond- en
klauwzeer
'Vlees was vroeger ongezonder'
DEN HAAG, 23 FEBR. In buurland Groot-Brittannië is mond- en klauwzeer uitgebroken en op het departement van minister Brinkhorst (Landbouw) worden alle zeilen bijgezet om te voorkomen dat de zeer besmettelijke, maar voor mensen relatief ongevaarlijke dierziekte zich ook hier via geïmporteerd vee verspreidt. "Voor veehouders is dit desastreus", zegt Gerrit Braks, oud-minister van Landbouw. "De 'buitenwacht' ziet de agrarische sector toch al als één grote boerderij en zal niet het onderscheid maken tussen de uitbraak van de ziekte in het Verenigd Koninkrijk en de mond- en klauwzeervrije status van Nederland." Ruim 16 jaar geleden, in 1983, werd Nederland voor het laatst getroffen door een uitbraak van mond- en klauwzeer. Braks was in die periode minister van Landbouw. Het staat hem nog helder voor de geest hoe hij de uitbraak destijds heeft weten te beperken tot "een relatief klein veterinair rampje". "Het was simpel: Isoleren, isoleren en nog eens isoleren. Dat is de enige juiste manier om in een land met een hoge veedichtheid de verspreiding van een virus te voorkomen", zegt hij. Van paniek onder de bevolking was halverwege de jaren tachtig weinig merkbaar. "Maar de consument van tegenwoordig is anders. Hij is rijker, veeleisender geworden. Alles moet goed zijn, de prijs, de kwaliteit, het milieu, de natuur en het dierenwelzijn. Als er ergens in de schakel iets mis dreigt te gaan, breekt gelijk paniek uit. En dat terwijl het vlees vroeger waarschijnlijk ongezonder was dan nu." Braks herinnert zich dat voor de uitbraak in 1983 men gewoon was vee te vaccineren tegen besmettelijke ziektes als mond- en klauwzeer. Ook Nederland deed dat. De ziekte was nagenoeg uitgestorven, er was slechts sprake van een calculated risk, een theoretisch risico. "Toen is ook afgesproken dat als het toch tot een uitbraak zou leiden, er aan stamping out zou worden gedaan, aan het isoleren en vernietigen van de besmettingshaard." Braks erkent dat in een land met een hoge veedichtheid zoals Nederland de 'ouderwetse' methode van het regionaal laten uitzieken van een dierziekte niet meer aan de orde kan zijn. Wel betreurt hij het dat de Europese Unie sinds 1991 een algeheel vaccinatieverbod tegen veeziekten heeft ingesteld. "Begrijp me niet verkeerd, ik heb zelf ooit voor non- vaccinatie gepleit, omdat toen niet meer te zien was of een rund of varken antistoffen had aangemaakt op basis van het vaccin of op basis van de daadwerkelijke aanwezigheid van de betreffende ziekte. Maar het niet meer vaccineren van vee vergroot de kans op incidentele uitbraken van ziektes als de varkenspest en mond- en klauwzeer. Met de nieuwe markervaccins is het onderscheid tussen ziekte en enting wel zichtbaar, daar moeten we dus naartoe." Mocht in het slechtste geval blijken dat ook Nederland besmet is met het uit het Verenigd Koninkrijk geïmporteerde virus, dan vreest Braks het ergste. "De beelden van de varkenspest in 1997 staan mij nog helder voor de geest. Van isolatie van de bedrijven was misschien op papier wel sprake, maar het zag er zwart van de witte overalls. De beslissing om de varkens massaal te vernietigen leidde ertoe dat hele drommen mensen de erven op en af liepen. Met mond- en klauwzeer zou zoiets desastreuze gevolgen kunnen hebben", meent hij. MKZ is een van de besmettelijkste dierziekten. "Maar goed, wie vee houdt, loopt het risico veeziekten binnen te halen. Het hoort erbij." En zuchtend: "Landbouwpolitiek is verworden tot incidentenpolitiek. Dat geldt voor Brinkhorst, maar eigenlijk voor het hele Europese landbouwbeleid."
Zie ook:
Brinkhorst gelast alle runder- en varkensmarkten af (22 februari 2001) |
NRC Webpagina's 23 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|