|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Voedingsschandalen
|
Engeland mijdt het platteland en staakt de
jacht
GREAT HORWOOD, 23 FEBR. In de lange barakken van de Greenway Farm, tussen de heggen van Buckinghamshire ten noordwesten van Londen, wonen twaalfduizend varkens: fokzeugen en hun kroost dat het verlangen naar de bacon-sandwich moet stillen. Zeshonderd varkens vertrokken er vorige week voor de slacht. Honderd gingen naar een abattoir in Essex, drie uur rijden naar het oosten, waar varkens uit het hele land verwerkt worden. Een deel van de honderd was pas maandag aan de beurt. Bij hen werd die dag mond- en klauwzeer vastgesteld, de virusziekte die varkens, schapen, koeien, reeën en andere dieren met gespleten hoeven razendsnel kan besmetten. Sindsdien is de Greenway Farm, met zeven andere leveranciers van het slachthuis in Essex, in quarantaine. Op rood-witte biljetten aan de hekken verbiedt de minister van Landbouw de toegang. In een straal van acht kilometer mag geen vee worden vervoerd, tot de ziektebron is vastgesteld. "Het is afschuwelijk, maar the right thing", zucht Mike Sheldon, eigenaar van Greenway. Hij heeft intussen goede hoop dat zijn varkens pas in Essex zijn besmet, zodat zijn veestapel niet hoeft te worden vernietigd. Deze variant van het virus heeft een incubatietijd van twee tot zeven dagen. Als zijn boerderij de bron was, had de ziekte nu toch zeker de kop opgestoken. Inspecteurs hebben bij hun dagelijkse controles sinds maandag niets kunnen vinden. "Afkloppen", zegt Sheldon. Maar elders in het land rinkelen steeds harder de alarmbellen over de jongste crisis op het platteland, dat nog steeds suizebolt van BSE, overstromingen en de recente varkenspest. Veemarkten zijn verboden. De overheid ontraadt Britten te gaan wandelen op land met vee, jachtpartijen en crosscountry-paardenraces zijn opgeschort, hertenparken gesloten. Melkwagens en veevoertrucks moeten ontsmet worden. De postbode, die ook van boerderij naar boerderij gaat, moet de brieven neerleggen bij het hek. 'Noodzakelijk bezoek' - artsen, technici, inspecteurs - moet de laarzen bij aankomst en vertrek in een teil met vergif dopen. De speurtocht naar de bron levert vooralsnog dubbelzinnige signalen op. Tot gisteren waren twee gevallen van de ziekte bekend: op het abattoir in Essex en op een naastgelegen boerderij, van dezelfde eigenaar. Gisteren werd het derde geval van mond- en klauwzeer gevonden, op een boerderij in Northumberland, in het noorden van Engeland. Het derde geval van mond- en klauwzeer kán de bron zijn, maar kan net zo goed een aanwijzing zijn dat de ziekte zich verspreidt. Een illegaal geïmporteerd stuk vlees of desnoods één in de buitenlucht weggegooide boterham met spek uit Thailand kan de oorzaak van het uitbreken van mond- en klauwzeer zijn. In het laatste geval is het leed in Engeland potentieel niet te overzien. Tussen Essex en Northumberland bevinden zich honderdduizenden loslopende schapen en honderden varkensboerderijen, waaronder veel scharrelbedrijven waar de dieren ook in de open lucht lopen. En ook wilde dieren kunnen de ziekte verspreiden, omdat ze zelf zijn besmet of omdat ze het virus met zich meedragen in hun vacht. In herberg The Crown in Great Horwood, op een steenworp afstand van Sheldons boerderij, werd gisteravond alvast schamper gedaan over het wandelverbod. "Het maakt weinig uit of ik al dan niet met de hond een rondje maak", zegt stamgast Keith boven zijn pint. "De heggen zitten hier vol met muntjacks [een klein, van oorsprong Aziatisch hertje] en die lopen echt waar ze zelf willen." Anders dan in de BSE-crisis was het ministerie van Landbouw nu pijlsnel uit de startblokken met het laten verrichten van onderzoek, het opstellen van regels en een compensatieregeling voor vernietigd vee. De naderende verkiezingen met weifelende kiezers op het platteland en een Europees exportverbod op vee, vlees en melkproducten dat het land 25 miljoen pond (zo'n 92 miljoen gulden) per week kost, hebben daar mogelijk aan bijgedragen. Maar mond- en klauwzeer is geen onbekende. Een snelle actie zorgde er in 1981 voor dat een uitbraak op het eiland Wight, aan de Engelse zuidkust, beperkt bleef. Dit staat echter in schril contrast met de voorlaatste epidemie, in 1967. Toen moesten 440.000 dieren worden vernietigd, tot nu toe zijn het er een paar honderd. Mond- en klauwzeer, een reeks blaasjes en later open wonden aan snoet en poten, is geen dodelijke ziekte voor besmette dieren. Maar als zij van de ziekte herstellen, blijven ze steriel en zwak. Om de ziekte, die als een bosbrand door veestapels jaagt, in te dammen kiest de EU sinds een paar decennia voor afmaken en vernietigen. Dat werkt relaitief prima, een paar kleine gevallen in Griekenland en de Balkan daargelaten. Vaccineren kan ook en het is een goedkope maatregel, maar in dat geval staat niet voor honderd procent vast of vlees besmet is of eventueel virusvrij. Gevaccineerde dieren kunnen symptoomloos ziek zijn. De EU wijst inenten af, óók omdat het slecht is voor de prijs van het (Europese) vlees. Wereldwijde handelsstromen, waarvan er steeds meer illegaal zijn, lijken de verspreiding van mond- en klauwzeer te bevorderen. Brazilië, Israël en Japan - landen die ooit mond- en klauwzeervrij waren - zijn daarom alsnog gaan vaccineren.
Zie ook:
Brinkhorst gelast alle runder- en varkensmarkten af (22 februari 2001) |
NRC Webpagina's 23 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|