Brinkhorst denkt aan noodvaccinatie

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 23 FEBR. Minister Brinkhorst (Landbouw) overweegt beperkte noodvaccinaties als de dierziekte mond- en klauwzeer ook in Nederland uitbreekt. De maatregelen om verspreiding van een mogelijke besmetting van vee tegen te gaan zijn uitgebreid.

Gisteren kondigde Brinkhorst een verbod af voor alle veemarkten waar evenhoevigen (varkens, runderen, geiten en schapen) verhandeld worden. Het verbod zal in elk geval tot en met maandag van kracht blijven. Ook enkele natuurgebieden waar runderen, zwijnen en herten lopen, zijn afgesloten. Staatsbosbeheer heeft zijn schaapskuddes binnengehaald en andere eigenaars van schaapskuddes geadviseerd hetzelfde te doen. Natuurmonumenten kondigde vanmorgen aan geen dieren van derden meer te zullen toelaten in de natuurgebieden. De kans dat de ziekte overslaat op bijvoorbeeld herten en reeën is heel groot.

De Rijksdienst voor de Keuring van Vee en Vlees (RVV) heeft inmiddels alle 18 bedrijven in Nederland onderzocht die sinds 24 januari Brits vee hebben geïmporteerd. Vooralsnog is van besmetting met mond- en klauwzeer geen sprake.

In Groot-Brittannië lijkt de bron van de uitbraak van mond- en klauwzeer achterhaald. Vanmorgen maakte het Britse ministerie van Landbouw bekend dat de dierziekte op een boerderij in het noorden van Engeland is geconstateerd en dat daar waarschijnlijk ook de oorsprong van de uitbraak ligt. Britten wordt afgeraden te gaan wandelen of te gaan paardrijden op land met vee. Jachtpartijen zijn opgeschort en hertenparken gesloten. Minister Brinkhorst wil in de Europese Unie een discussie over de introductie van een zogenoemd markervaccin voor mond- en klauwzeer. Dit vaccin beschermt dieren tegen een uitbraak van de zeer besmettelijke ziekte. Brinkhorst zei gisteren voor de televisie "geen voorstander" te zijn van een massale vaccinatie, zoals sommige boeren voorstellen. "Dat is een paniekreactie", aldus de minister. Wel wil hij nadenken over manieren om uitbraken van dierziekten tot een minimum te beperken.

Op dit moment is nog geen markervaccin voor mond- en klauwzeer beschikbaar. Er wordt, aldus een woordvoerster van het ministeriële onderzoekstinstituut ID-Lelystad, ook niet hard aan gewerkt. Een markervaccin is bedoeld om een gevaccineerd dier te kunnen onderscheiden van een dier dat met het echte mond- en klauwzeervirus is besmet. De speurtocht richt zich echter op een bloedtest die dat onderscheid maakt. Een aantal buitenlandse onderzoeksinstituten en diagnosticabedrijven hebben die tests bijna klaar voor productie. Zodra die test er is is het bestaande vaccin in feite een markervaccin geworden. Het bezwaar tegen vaccineren is dat bij export en verplaatsingen van dieren tot nu toe niet na is te gaan of een dier gevaccineerd is (wat gebeurt met gedood virus) of echt besmet is.

Zie ook:

Brinkhorst gelast alle runder- en varkensmarkten af (22 februari 2001)